Zuiderzeeballade

Het routeboekje deed mij vele weken een verwarde toestand aan. Wat moet een dichtregel van de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson bij een foto van het Zuiderzeepad? Het raadsel is voor een deel opgelost want tijdens onze tocht van Enkhuizen naar Wijdenes kwamen we de regel tegen. In het Amerikaans en in het Nederlands. Op een metalen paal aan het water. Bij het vuurtje van Leek. 

Tijdens de tocht langs de aloude oevers dacht ik vaker aan andere regels. Regels uit een liedje. Een liedje over de Zuiderzee die verdween en die wordt herinnerd. Gezongen door een oude man en een jonge knaap. De oude man haalt herinneringen op. De jongen vraagt naar de tijd van vroeger toen de zee zee was.

Afbeeldingsresultaat voor sylvain poonsHet lied is de Zuiderzeeballade. Het liedje werd in 1959 geschreven door Willy van Hemert en de muziek werd gecomponeerd door Joop de Leur. De Bekendste versie werd gezongen door Sylvain Poons als opa en de jonge Oetze Verschoor als kleinzoon. Een oude foto zet de beiden aan het zingen. 

 

Opa, kijk ik vond op zolder
Een foto van een oude boot
Is dat nog van voor de oorlog
Van die oude vissersvlootJochie, dat is een gelukkie
Ik was dat prentje jaren kwijt
Ik heb nu weer een heel klein stukkie
Van die goeie ouwe tijd

Daar is het water, daar is de haven
Waar je altijd horen kon: We gaan aan boord
De voerman laat er nu paarden draven
En aan de horizon ligt Emmeloord

Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
Zuiderzee heet nu IJsselmeer
Een tractor gaat er nu greppels graven
‘k Zie tot de horizon geen schepen meer

Kijk die jongeman ben ikke
Ja, ikke was de kapitein
Hiero, en die grote dikke
Ja, dat moet Malle Japie zijn

Opa, en die blonde jongen
Vooraan bij de fokkeschoot
Opa, zeg nou wat,

die jongen…
is je ome, die is dood

In ’t diepe water, ver van de haven
In die novembernacht, voor twintig jaar
Door ’t brakke water is hij begraven
Als ik nog even wacht zien wij elkaar
Toen ging de zee zo tekeer

In een razend verweer
Ongestraft slaat niemand haar neer
Nu jaren later hier paarden draven
Zie ik de hand en macht van onze Heer

Waar is het water, waar is de haven?
Waar je altijd horen kon: We gaan aan boord
De voerman laat er zijn paarden draven
En aan de horizon ligt Emmeloord

Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
’t Water ligt nu achter de dijk
Waar eens de golven het land bedolven
Golft nu een halmenzee, de oogst is rijp

Advertentie