In de serie ‘de mooiste netwerkwandelingen’ van Uitgeverij Elmar verscheen in 2021 een deeltje over ‘Sallandse Heuvelrug & IJsselvallei’. Tijd om de IJssel over te steken. Hieronder een verslag van Wandeling 13 uit deze wandelgids.

De Sallandse Heuvelrug is bekend, of is alleen de weg tussen Holten en Nijverdal bekend? Al sinds jaar en dag is deze route geliefd bij dagjesmensen en wielrenners, die een klimmetje aan hun repertoire kunnen toevoegen. maar er is meer. Ten noorden van Nijverdal ligt Hellendoorn, op de rand van de heuvelrug en de plattebuik van het platteland. Hellendoorn heeft enige aantrekkingskracht op toeristen die naar een avonturenpark komen. Maar een wandeling door de bossen en over heuveltjes (om niet te zeggen ‘bergen’), is natuurlijk veel avontuurlijker.
Bij Hotel-restaurant De Uitkijk staat niemand op de uitkijk wanneer ik aankom voor deze bergetappe. Ik draag mijn ‘maillot rouge’ en niet een ‘maillot a pois’. Wie weet stijg ik na deze wandeling in het bergklassement. De start van mijn wandeling ligt mooi verscholen tussen bomen en dure bolides bij het terras. Vlak voordat ik bij het startpunt begin vertrekt een ouder echtpaar, voetje voor voetje. Of zij ook deze bergetappe gaan lopen weet ik niet. Binnen honderd meter van de start gaan zij voorzichtig aan de kant om mij voor te laten. Dapperheid kent geen grenzen in deze buurt. Eén van de bergen van de etappe is Stoepaars (ik heb deze naam niet bedacht!), die 30.8 meter boven zeespiegel ligt. Vlakbij ligt het gat ‘Diepe Zandkuil’, een mooi contrast. Ik smeer nog wat zonnebrand op mijn armen en nek en gezicht. Tegen de tijd dat ik klaar ben zie ik het echtpaar dichterbij komen. Ik heb lang gedaan over het insmeren of zij zijn fitter dan ik heb vermoed.
Het pad brengt mij steeds verder naar het noorden, door de bossen. De warmte van de dag is inmiddels onder het bladerdak gekropen en rust loom tegen boomstammen. Ik besluit om na 5 kilometer en na 10 kilometer te rusten, te drinken en te eten.
Vlak voor de beklimming van De Hollander (44.7 meter, 6 punten op de top) neem ik een pauze. Ik ga in het gras zitten met mijn rug tegen een boom en in de schaduw. Het is goed rusten hier en het is stil. Geen mens te bekennen. Vogels houden zich rustig. Eten en drinken smaken goed. Na deze pauze begin ik aan de beklimming van De Hollander. De afdaling brengt mij met snelheid naar het Loobos (waarom niet Looboswoud?). Bij kilometer zes op mijn route raak ik in lichte verwarring. Het knooppunt wijst naar links, maar volgens de route op mijn telefoon moet ik de volgende afslaf naar links. Ook goed.
En dan gebeurt het.
Tegenliggers.
Ergens tussen kilometer 6 en 7. De markeringen had ik al waargenomen. Ik loop op het traject van het Pieterpad. Een versplinterde kopgroep komt mij tegemoet. Mannen en vrouwen. Een vrouw loopt aan mijn kant van het pad, licht slingerend met haar stokken. Een andere vrouw heeft haar stokken inéén geschoven en aan haar rugzak vastgemaakt. Een enkeling heeft een boekje in haar en zijn hand, het routeboekje van het Pieterpad. Wanneer ik de hoek omsla bij het heideveldje komt een restant van de groep nog veerkrachtig op mij af.
Ik steek de weg naar Kronnenzommer over en begin aan de volgende beklimming, die van de Eelerberg (40 meter). Maar de belimming en afdaling van deze berg betekent niet dat ik af ben van Pieterpadders. Ter hoogte van het imposante landhuis van landgoed De Eelerberg. Op een bord in de vorm van een schaap worden ‘Irene en peter’ aangemoedigd. Beiden hoeven nog maar een klein stukje. Ik ga ook nog een eindje verder, eerst langs de Boksloot, waar vroeger commercieel verkeer van de landgoedeigenaar H. Meinesz over ging. Door het Hannabos kom ik uit bij Het Loo, waar ik vlakbij de Sanatoriumweg ga zitten tegen een boom. Ik begin moe te worden, maar ik ben nog niet toe aan een sanatorium. Eten, drinken, uitrusten en nog vijf kilometer te gaan.

Van het sanatorium ga ik de Noord Esweg op, een lange rechte weg, met veel schaduw en fietsers, gelukkig meer schaduw dan fietsers. Op weg 060 (de eerste weg met een eigen 06-nummer) kom ik een gedeelte van de route tegen dat ik eerder heb gelopen. Deze weg brengt mij naar het park vol avonturen. Eerlijk gezegd valt de geluidsoverlast mij mee, veel bomen in de buurt doen goed werk. Het pad brengt mij eerst naar de grens van bos en akker, dan langs de akkers om te eindigen met een pad door de akkers. Ik ga hier een lichte helling af, die mij naar het dorp brengt. Het eerste huis dat ik tegenkom heeft een minibieb. Het is stil in het dorp. Een dorp met een Dorpsstraat, zoals zoveel dorpen, maar aan deze Dorpsstraat staat een Bakkerij- en IJsmuseum. Mocht u behoefte hebben aan oud brood, hier bent u aan het juiste adres. Restaurant Noabers heeft ook aan de overzijde van de weg ruimte gevonden voor een terras. Een medewerker spreekt met een klant. Ik zie het standbeeld van Johanna van Buren (wat wil je ook met Noabers in de buurt), een oale grieze. Johanna (1881-1962) was afkomstig uit Hellendoorn en een getalenteerde dichteres in de ‘moodersproake’.
Nog even door de bebouwing en dan kom ik in de Galgenhoek, maar daar gebeurt nu niets. Zo ben ik alweer op landgoed De Uitkijk. terug bij het begin.
Ik heb een mooie, enerverende, avontuurlijke, bosrijke, bergachtige en warme wandeling achter de rug.
Hellendoorn – Over de Hellendoornse bergen – 15 kilometer