Bij de route gegevens staat dat de startplaats onbekend is. Dat is een prettige bijkomstigheid. Nu kan ik hoogstpersoonlijk op zoek gaan naar dat startpunt op de route. Gelukkig geeft het routebestand een nulpunt aan op de route. Dat punt ligt op de weg van Gulpen naar Vaals. Wat ik echter niet kan zien is of daar een geschikte parkeerplaats is. Eerst rijden wij het 0-punt voorbij, laten we deze fase de ‘recce’ noemen. Na enig bochtenwerk in een buitenwijk van Lemiers komen wij terug op de doorgaande weg, nu in de richting van Gulpen. Bij het 0-punt is een dubbele ingang. De ene is een keiig pad dat omhoog gaat. De andere ingang blijkt te leiden naar een uitgebreid parkeerpark van twee horecagelegenheden. In de schaduw van een boom is plek. We kunnen gaan wandelen.
Het keiige pad (Rindergats) heeft heggen aan beide zijden, waardoor de koelte van de nacht is blijven hangen voor ons op deze zonovergoten dag. Na ongeveer 800 meter over dit pad slaan wij rechtsaf naar Harles en geraken wij op de weg waar wij gisteren liepen op de Wijnwandeling Vijlen. Zo raken wij bekend in de buurt. We zien dat er al meerdere wandelaars op pad zijn. Wij kruisen de Oude Trichterweg, hier wordt gewerkt door lokale boeren die voren trekken en een schudmachine achter de trekker schoonmaken. Muziek schalt uit de trekkercabine. Wij trekken op naar Mamelis dat in het bezit is van een rotonde. Wij maken gebruik van de oversteekmogelijkheid en komen aan de andere zijde van de weg waar enige boerderijen staan. In één van de boerderijen is de “B&B van Tante Toos”, met aan de muur een minibieb. Het wandelbankje dat er naast staat mag alleen worden gebruikt door de gasten van Tante Toos. Aangezien ik geen gast van Tante Toos ben wandel ik door.
Tussen ons en de overkant stroomt de Selzerbeek. Een smal bruggetje voor wandelaars biedt ons de gelegenheid om droogvoets over te steken. Voor zwaarder verkeer is er een voorde. Aan de overzijde staat een man met telelens en kijkt in de verte. Twee fietsen zijn verlaten door een jong echtpaar, dat hun kind in het water laat spelen. Het lijkt er op dat wij hier Nederland hebben verlaten en Duitsland zijn binnengevallen. We worden geconfronteerd met Duitstalige borden in de berm. Over een smalle asfaltweg gaan wij dieper Duitsland binnen maar gelukkig kunnen wij even later een pad langs een akker op. Wanneer wij achterom kijken (en dat is soms de moeite waard in het leven) zien wij de twee torens van het klooster Sint Benedictusberg. Een stoet van zes personen komt ons tegemoet. Wij groeten vriendelijk in het Duits. Het pad bevindt zich lange tijd evenwijdig aan de Selzerbeek. Dan gaan we de heuvels verder beklimmen, net wanneer wij een paar huizen zien gaan wij scherp rechtsaf en blijven in het buitengebied.

Na bijna 5 kilometer staat er aan de linkerzijde van het pad een keurig bankje. Het uitzicht is ook keurig. Links zien wij Vaals liggen, een toren die boven de bomen uitsteekt, Lemiers dat aan onze voeten ligt, rechts in de verte torent de toren van Vijlen boven alles uit. Ook vanaf dit gezichtspunt is Vijlen het hoogstgelegen dorp van Nederland. Na onze boterhammenpauze raken wij al rap bij een asfaltweg. Een man en een vrouw hebben daar een bankje bemachtigd. Hun fietsen staan innig verstrengeld. Op de weg naar Orsbach gaan een andere man en een andere vrouw te voet omhoog, elk met een fiets aan de hand. Dan is het lopen met een wandelstok toch gemakkelijker. Aan het begin van het dorp is een horecaterras met weids uitzicht, potentiële klanten worden afgeschrikt door de tweetalige mededeling dat hier niet kan worden gepind. Nou, dan niet. Wij nemen nog een scherpe bocht naar rechts en laten Orsbach achter ons.
Het smalle pad volgt de hoogtelijnen van deze naamloze heuvel. Een enkele wandelaar ontmoeten wij. Vlak voor de Schneeberg (256,7 meter hoog) dalen wij af door een akker op ons dooie akkertje. Aan de rand van een asfaltweggetje hebben drie wandelaars een lunchpauze. Wij groeten ook hier vriendelijk in het Duits en wensen hen ‘eet smakelijk’. De smalle asfaltweggetje treffen wij fietsers en wandelaars en een wagen van de gemeentewerken Aachen. Zo naderen wij het Duitse Lemiers.
Er stroomt water tussen het Duitse Lemiers en het Nederlandse Oud-Lemiers. Via een smal bruggetje wordt de grensovergang gemaakt. Terug in de Heimat. We zien een bankje in de schaduw van een boom. Een moeder met twee kinderen laat twee honden uit. De ene hond stapt meteen het water in. De andere hond vertrekt met de staart tussen de benen. Een andere moeder met een ander kind komt bij de beek. Het kind wil spelen. De moeder belt mobiel. Even verderop staat de oude Sint Catharinakapel. Al in 1896 werd dit gebouw aan de eredienst onttrokken omdat er een veel grotere kerk in het dorp was gebouwd. Naar die nieuwere kerk gaan wij ook maar wij treffen geen open deur. Terug maar. Op weg naar het kasteel Gen Hoes. Dit kasteel wordt particulier bewoond en is niet te bezichtigen. Wat wij kunnen zien van een afstandje ziet er mooi uit. De route gaat langs een paar oude in het groen verscholen woningen. Een kleine ontdekkingstocht.
Aan het begin van de route zijn wij weer. Op een terras zitten mensen. Wij voegen ons bij hen, zij het aan apart tafeltje. Hier zijn wij bij de Kornuiten van Koraal, een restaurant / brasserie in een voormalig tuincentrum. Hier werken mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. De man die ons helpt en de schade berekent zegt dat hij iedere dag blij is dat hij hier kan werken. Het is hier goed toeven, ook met de kleurrijke pauzeplaats voor beschilderde steentjes.
Onze prachtige wandeling met vele vergezichten zit er op.
Zuid-Limburg – rondje Lemiers – 10 kilometer