Groene Wissel 145, Woerden

Daar sta ik dan.

Klaar om te beginnen aan mijn tocht door de weilanden ten noorden van Woerden.

Ik zie het hek, gesloten, maar er zal wel een overstapje zijn.

Dan zie ik de tekst staan. Het pad is hier gesloten wegens het broedseizoen. Stom van mij. Dat had ik van te voren moeten bekijken (thuis kom ik tot de ontdekking dat bij de informatie over de route staat dat het broedseizoen begint op 1 april, dat is dus een grapje). Ik besluit om via het doorgaande fietspad langs de doorgaande weg naar Kamerik te kuieren.

Maar laat ik bij het begin van het begin beginnen. Het station van Woerden. Hier ligt de uitvalsbasis voor mijn wandeling van vandaag. De berichtgeving over het vooruitzicht doet gewag van sterke wind en regenbuien en een kans op hagel. Voorlopig schijnt de zon en is het een paar graden boven nul. Van het station gaat het zo snel mogelijk naar de binnenstad van Woerden. De weg voert langs het kasteel, althans dat is de naam van het bouwwerk. Hoe kastelig dit pand is geweest gaat aan mij voorbij tijdens de wandeling. De route voert mij door winkelstraten en de Berchsteeg en de Gemene Buursteeg. De laatste steeg is geen verwijzing naar een aflevering van de Rijdende Rechter, maar verwijst naar de betekenis van ‘gemeenschappelijke buren’, die waarschijnlijk gezamenlijk zorgden voor het onderhoud aan de steeg. Bij de laatste steeg wacht een jonge vrouw aan het einde op mij voordat zij zelf de steeg in gaat, een goede buur.

Op de Westdam zoek ik de rand van het bastion Woerden op. Een parkachtige rand, met in een hoek een oude joodse begraafplaats. Boven de deur staat in het Hebreeuws een tekst uit het boek van de profeet Jesaja : “Herleven zullen uw doden – ook mijn lijk – opstaan zullen zij. Ontwaakt en jubelt, gij die woont in het stof.” Stof tot overpeinzing. Verder langs de watertoren en dan ga ik het Brediuspark in. Hier ontmoet ik de markeringen van twee Klompenpaden en verder enkele wandelaars, die in deze omgeving van water en wilgen de tijd doorbrengen. Het laatste overstapje mist het stapje maar ik kom toch over het hek en dan komt het cruciale moment van het volgende hek, gesloten hek.

Langs de doorgaande weg en langs een oud gemaal vind ik mijn weg naar Kamerik, vlak voordat het dorp begint zit ik alweer op de route. Het dorp wordt doorsneden door een gracht. Voor en na het dorp krijgt het water de ruimte, maar hier is het ingeperkt. Het water heeft de naam Kameriksche Wetering verdient en gaat zo door het leven. Ik steek de Dorpsbrug over en langs de oude kerk ga ik naar een parkje om uiteindelijk aan de andere zijde van het dorp weer naar buiten te komen. Ik ga nu weer langs een doorlopende weg en tref op het fietspad meerdere wandelaars die blijkbaar bezig zijn met hun dagelijkse ommetje. De Spruitweg (een verwijzing naar de naastgelegen volkstuintjes waar spruitjes worden gekweekt?) gaat over in de Hollandse Kade die mij hier niet langs de wilde wilgen brengt maar langs een ander water over een smal fietspad. Verderop gaat de route rechtsaf, maar ik zie alleen maar weiland en potentieel broedgebied. Kan ik wel rechtsaf slaan? Of kom ik op de hoek een bordje ‘Broedgebied’ tegen. Bij een smal bruggetje hangt zowaar een dergelijke mededeling, maar ik ga nog verder over de Hollandsche kade.

Dan is het zo ver, de afslag naar rechts. Ik zie een paaltje met allerhande markeringen. Het is Knooppunt 73 (voor wandelaars). Ik kan het pad op. Het gaat niet door een weiland met broedende vogels, maar het gaat door een houtwal, een eenzame houtwal, want zo veel heb ik er onderweg niet gezien. Onlangs zijn hier nog mensen geweest. Zij hebben gesnoeid in het geriefhout. De resultaten van hun noeste arbeid is te zien op het pad. Het is soms even klimmen over het snoeiresultaat. Mooi dat deze houtwal nog in leven is. Rechts van mij rijdt een boer op zijn land. Honderden en honderden vogels hebben zich verzameld om de boer te vergezellen. Het modderige pad door de houtwal brengt mij naar Geverscop. Even verder kom ik bij de Oude Rijn, een bruggetje over en dan … hé, dit is bekend. Hier heb ik gelopen over het Romeinse Limespad. Toen ging ik van Woerden naar Harmelen en verder.

Inmiddels zijn er wolken geschoven tussen mij en de zon. Donkere wolken, meegebracht door een sterker wordende wind. Het begint voorzichtig te regenen en dan ineens is het uit met de voorzichtigheid. Ik doe de regenhoes om mijn rugzak en wandel verder in de regen. Twee oudere mannen zijn langs het pad druk bezig om een paal in de grond te steken, ongestoord door de ruimhartige regenval. Het zou zo maar kunnen dat ik nog 5 kilometer in de regen kan wandelen. De regenbui waait na een tijdje echter voorbij en ik houd de vaart er in. Dan zie ik voor mij langs het voetpad en langs de Oude Rijn een blinde muur. Een fiets met fietstassen leunt tegen de blinde muur. Naast de fiets staat een vrouw in badpak, zij droogt zich af met een grote handdoek. Zij heeft een verkwikkende zwembeurt in de Oude Rijn achter de rug. Dat lijkt meer op een zwembeurt in de Koude Rijn. Inmiddels ben ik de bebouwing van Woerden binnen gewandeld, langs het water. Over de Nes kom ik bij de Snellerbrug, maar ik neem mij voor om hetzelfde tempo te houden. De Stationsweg leidt mij naar het station. De wandeling zit er op.

Ik kijk naar boven. De donkere luchten zijn nog niet voorbij. De wind waait nog steeds en de zon laat zich niet meer zien.

Woerden – Groene Wissel 145 – 16 kilometer

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.