Het aardige van een NS-wandeling is dat de voetreis begint op een NS-station. In Zutphen staan veel mensen op het perron gereed om de stad te ontvluchten. De reden hiervoor is mij geheel onduidelijk. Buiten het station kijk ik om en zie de bekende gevel. Twee jaar lang kwam ik hier aan in de ochtend en verdween via hetzelfde station weer uit deze Hanzestad op weg naar de noordelijk gelegen andere Hanzestad. De tijd tussen aankomst en vertrek bracht ik door op het Baudartius College dat op wandelafstand van het station ligt, nog steeds. Daar ontving ik les van o.a. meester Hans Werkman (Nederlands, onlangs 80 jaar geworden), Kos (geschiedenis, reeds lang geleden overgegaan van tijd naar eeuwigheid) en Nuijen (Engels, die gedichten openvouwde) en de meeste van deze was ….
Vandaag wandel ik de tweedaagse NS-wandeling van Zutphen via Deventer naar Olst. De route brengt mij van het station naar de spoorbrug, met een wandelpad langs de weg en het water, iets lager. De brug over de IJssel kent een veelbewogen geschiedenis. Het lijkt wel alsof er altijd wat aan de hand is met deze brug. Via De Hoven (in het over-IJsselse, gezien vanuit Zutphen) komt ik op de dijk aan de Veluwse kant van de IJssel. Het landschap van de IJssel is een nooit genoeg geprezen landschap. Spoedig kom ik een sticker tegen van het ‘Hanzestedenpad‘, waarschijnlijk maakt de NS-wandeling gebruik van deze route tot aan Olst. In een ver verleden heb ik het Hanzestedenpad gewandeld, langs het lint van de IJssel met parels van Hanzesteden.
Al snel merk ik dat ik niet de enige ben die vandaag geniet van de IJsselvallei. Fietsers en wandelaars steken in steeds grotere getale de kop op. Op kijkafstand van de ruïne van kasteel Nijenhuis bekijkt een groepje mannen en vrouwen de omgeving. Camera’s worden gericht en afgericht. Verrekijkers gaan naar blauwe kijkers. Ik hoor nog net geen vreugdekreten. Vogels houden zich gedeisd. De ruïne hult zich in zwijgen.
Ik vervolg, na een korte groet, mijn weg en ga landgoed De Poll binnen, over een smal pad door de weilanden. Dan kom ik op de Houtwalstraat, alsof deze asfaltweg over de dijk een monument is ter herinnering aan houtwallen die gekapt zijn ter meerdere glorie van de landbouwinkomsten. Vlakbij boerderij De Kribbe is een pad dat naar het veer over de IJssel voert, een veer dat slechts in de zonnige manden de oversteek waagt naar Gorssel.
En dan … van de Bolwerksweg …. zie ik onder de A1 door de contouren van Deventer. Links de Bolwerksmolen, in het midden de Lebuïnustoren, rechts de Wilhelminabrug, een brug te ver. Deze drieslag voelt als thuiskomen. De route gaat langs de houtzaagmolen, onder de oude weg tussen Deventer en Apeldoorn door en dan langs een zeer uitgebreide parkeerplaats op De Worp en dan het pontje, de moeder aller pontjes. De prijs van de oversteek is inclusief het betoverende zicht op de kade met oude panden en daar boven uit de toren van de Lebuïnuskerk. Recht op de Middeleeuwen af. Wat wil een wonderlijke wandelaar nog meer?!
Onverwacht krijgt deze wonderlijke wandelaar meer in zijn schoot geworpen. Op het zeer drukke pontje staan een jonge man en een jonge vrouw dicht bij elkaar en bij mij. Met mijn aandacht op de Middeleeuwen gericht hoor ik het gesprek tussen beiden. De jongedame probeert iets te zeggen maar “ik vind het moeilijk om het goed te zeggen. Hoe zeg ik dit nu?” Nadat ze meerdere varianten van deze uitspraken aan de jongeman heeft toevertrouwd zegt zij “Je kunt stappen zetten, maar er zijn stappen en stappen.” Als wandelaar spreekt dit mij wel aan, of het de jongeman aanspreekt weet ik niet. Ik kijk niet naar zijn gezicht, maar naar de Middeleeuwen. “Er zijn kleine stappen en er zijn grote stappen.” Er is geen speld tussen te krijgen. De jongeman zwijgt of fluistert onhoorbaar voor mij in haar oor. De pont meert aan en ik neem een stap naar vastere grond en loop de loopplank naar de kade op.
De route voert mij langs de IJssel in noordelijke richting, met prachtige namen als de Welle, Onder de Linden, Kapjeswelle en IJsselkade. Ik passeer de oude schaatsbaan, waar Ard en Keessie triomfen vierden. Het is druk met wandelaars en honden en fietsers. Mensen genieten van de zon, zitten in het gras of op een bankje. Ik heb mijn jas al uit gedaan toen ik de A1 onderdoor was gegaan.
Ik struin over de grond van KeizersRande, steek de IJsseldijk over en kom op het terrein van hotel Gaia, waar we ook liepen op onze tocht in het spoor van Geert Groote. Tot aan Olst zal ik regelmatig trajecten belopen waar ik recentelijk met wandellief was. Het blijft mooi. De zon speelt door de kale takken. Wanneer ik het terrein van Nieuw Rande verlaat, na een korte lunch, lopen twee dames op wandelende wijze in mijn spoor. Dan weer dichterbij, dan weer verder achterop. Bij het Ravenbosch hangt kunst aan de boom. Kunst en bos zijn hier niet gescheiden. Marijke Schurink, kunstenares, heeft hier in de boom een kunstwerk gehangen, dat een kijk geeft op de geschiedenis van dit gebied. Een vos hangt aan een snoer van letters. In de jaren dertig van de voorbij gegane eeuw was hier in het Ravenbosch een zilvervossenboerderij. In ‘De kleine Prins van de Franse schrijver Antoine Saint-Exupéry komt een vos voor, die tegen de kleine prins zegt: ‘alleen met je hart kun je goed zien”. Dat is de tekst van de halsketting in de boom, met de vos als bedeltje.

Nissenhut
Landgoed de Haere wacht. Hier zijn restanten van de IJssellinie te zien, een belangrijke verdedigingslinie uit de Koude Oorlog. Even verderop neem ik een volgende lunchpauze aan de voet van een kazemat. Een eenvoudig wandelbankje plaatst mij in de zon. De twee wandelde dames komen achterop en langszij. Zij zijn ook bezig met deze NS-wandeling, vandaag lopen zij het tweede deel, van Deventer naar Olst. Met een groet nemen wij afscheid en zij gaan verder. Verderop staat een Nissenhut die werd gebruikt om de geschutskoepel te beschermen tegen invloeden van het weer. Deze hut is één van de herinneringen op dit landgoed aan de spannende tijden na de Tweede Wereldoorlog.
Langs Huis Hoenlo (waar ooit Harry Mulisch woonde) ga ik en ik passeer Boskamp (zonder schijnbeweging) en nader de metropool Olst. Het station ligt klaar en de trein naar Zwolle meert aan. De reis gaat verder.
NS-wandeling – Zutphen naar Olst – 32 kilometer