De Limburgse tandarts Ben de Ponti wandelt in 2007 drie maanden in het spoor van David Livingstone, de Schot die als predikant, arts, en reiziger zoveel tijd heeft doorgebracht in Zuidelijk en Centraal Afrika. Het was voor de Ponti niet de eerste kennismaking met Malawi. Van 1976 – 1979 was hij als tandarts werkzaam in het St John’s Hospital, Mzuzu, van de Medical Missionaries of Mary. Tijdens zijn verblijf in die jaren en bij latere bezoeken raakt hij gefascineerd door David Livingstone, die in deze streken van het huidige Malawi veel heeft rondgelopen. De Ponti vat het plan op om in het spoor van Livingstone te gaan wandelen. Aanvankelijk wil hij van Mikindani (aan de Indische Oceaan) naar Lake Malawi wandelen, maar dat blijkt geen haalbare kaart. Daarom gooit hij het roer om en besluit om twee expedities van Livingstone te volgen, één uit 1861 en de ander uit 1863.
Het duurt even voordat Ben de Ponti aan de wandel gaat, want de fysieke tocht in het spoor van Livingstone begint pas op pagina 132 (van de 408 pagina’s). Inmiddels heb ik dan al aardig wat achter de rug: ontmoetingen met biograaf Tim Jeal, Malawi-kenner Andrew Ross en Livingstone-onderzoeker Clendennen, moeder en schoonmoeder van Ben en natuurlijk ook met vrouw Cobi (met haar prachtige illustraties in het boek!). Soms krijg ik de indruk dat dit gedeelte van het boek met name geschreven is voor familie en vrienden. Voor mij had dit wel wat korter gekund. En deze uitgave is al een verkorte tekst!
Daar staat De Ponti dan op 16 juni 2007 aan de oever van de Shire, de rivier waar Livingstone op voer. Hij denkt aan Livingstone, maar ook aan Jan de Ponti, neef van zijn vader, die in 1925 aankwam op het treinstation van Nsanje om zijn werk als missionaris te beginnen. (Deze achterneef Jan staat trouwens met een foto in een uitgebreide studie over “Montfortians in Malawi”, 1997.) De twee voorgaande nachten heeft het gezelschap van Ben overnacht op een post van de Rooms Katholieke Kerk. Zoals zo veel reizigers in dit continent hebben gemerkt blijken dergelijke posten goede overnachtings-mogelijkheden. Nadat de geheimen van het nieuwe GPS apparaat zijn ontcijferd kan het gezelschap op pad. De boot gaat varen, stroomopwaarts naar Chiromo en dan te voet.
Ben loopt niet alleen. Zijn vaste wandelmaatje is Christopher die hij op zijn eerste overnachting in Lilongwe ontmoet. Hij vraagt hem om mee te gaan als tolk. Verder bestaat het team uit chauffeur Sam en Tom, een voormalig grootwildjager, met een Rhodesië-achtergrond. Onderweg wordt vaak een lokale gids gevraagd om een ‘eindje’ mee te gaan om de weg te wijzen. Later in de reis komt er een andere auto met een andere chauffeur, Tobias Hojani. Tom haakt af wegens andere verplichtingen. Een arts van het Mzuzu Hospital, Vincent Luhanga, loopt ook een tijdje mee. (N.B. er komen gefingeerde namen voor in dit boek). En natuurlijk Cobi die het laatste deel van de Big Walk mee loopt. En dit allemaal ook om aandacht te vragen voor de kinderen van Malawi.
Wanneer de tocht eenmaal begonnen is ben ik gegrepen. Ik wandel mee, heuvel op, heuvel af, door doorwaadbare stromen, door de hitte van de dag, ik zit bij de maaltijden voor de tenten. Het team kan niet altijd het traject van Livingstone volgen. Soms staat een hek in de weg. Soms is de route van Livingstone niet helder. Soms ligt er een wildpark op de route. Maar Ben wil zo dicht mogelijk bij zijn grote held blijven, ook al kost dat soms aardig wat moeite en doorzettingsvermogen. Ook wordt er niet dag in, dag uit gewandeld. Soms is er een onderbreking omdat er wat moet worden geregeld, rust moet worden gevonden, herstel van ziekte. En soms is het gewoon mooi om een paar dagen op dezelfde plaats te blijven. Zelfgetekende kaartjes wijzen de weg voor de lezer, dat is mooi, maar soms zijn de namen op de kaartjes moeilijk te lezen.
Tijdens zijn tocht houdt Ben niet alleen de route van Livingstone goed in de gaten. Hij stelt zich op telkens op de hoogte van hetgeen Livingstone opgeschreven heeft in zijn nauwgezette dagboeken. De tekst van deze aantekeningen wordt in het boek van de Ponti vervlochten met de gebeurtenissen van de hedendaagse expeditie. Zo gaat de lezer van verleden naar heden en weer terug, in hetzefde spoor.
Onderweg zijn er vele ontmoetingten: met paters en nonnen en zelfs een keer een ontmoeting met een aanstaande bisschop, met leerkrachten en scholieren, met moeders en kinderen, met dronken mannen en uitdagende vrouwen, met chiefs en onderdanen, met reizigers en treuzelaars, met woorden van Livingstone en slavendrijvers, met ziekten en vrolijkheid. Misschien vind ik wel de mooiste ontmoeting deze: chief Mdola heeft een paar dagen als gids opgetreden en heeft het team naar Mwangina Bay geleid. Het einde van de tocht in het spoor van Livingstone. De chief wil nog niet van ophouden weten. Eerst nog zijn dorp bezoeken. Het gezelschap loopt nog een half uur door. Dan komen ze bij het huis van Mdola, daar ligt zijn grootmoeder, oud en meer dan 100 jaar te zijn. Deze oude vrouw heeft dr. Laws, de stichter van zendingscentrum Livingstonia, nog gekend. Twee jaar na het overlijden van Livingstone arriveerde Laws aan de oever van Lake Malawi. Hij had gehoor gegeven aan de oproep van Livingstone voor werkers in Centraal Afrika. De Ponti heeft wel enige aandacht voor de kerkelijke kaart van Malawi, maar dan met name de Roomskatholieke tak. Voor de vele Presbyteriaanse en Anglicaanse kerken die in Malawi zijn ontstaan uit de oproep van Livingstone is minder belangstelling
De wandeltocht in het spoor van Livingstone zit er op. Wat rest is nog een tocht naar het ziekenhuis waar Ben werkte en een bezoek aan het nabijgelegen Sonda waar kinderen en jongeren worden opgevangen en een beroep leren. Bij deze tocht is een team van De Wandeling van de KRO aanwezig.
Af en toe maakt Ben de Ponti een genereus gebruik van ‘Afrika’ terwijl het enkel gaat om ‘Malawi’. Blijkens het ‘Dankwoord’ zijn er meerdere mensen die zich hebben gebogen over de tekst en de spelling. Ondanks die inspanning is er toch wel een en ander door de censuur gekomen. Een grappige verschrijving betreft de voormalige (en inmiddels overleden) president van Kenia D.T. arap Moi. In de tekst wordt hij genoemd ‘Arab Moi’, een Arabier was hij zeker niet. De titel van een bekende medische handboek is ‘Where there is no doctor’, De Ponti maakt de titel wat breedsprakiger door er aan toe te voegen ‘around’. Verder vraag ik mij af of je (tot driemaal toe) Livingstone de ontdekker van de Mosi oa Tunya (‘de rook die dondert’, nu: Victoria Falls) kunt noemen. De watervallen hadden al een naam voordat Livingstone in de buurt kwam. Enige verwarring kom ik tegen op pagina 282/3, daar ontmoet ik ‘muzelmannen’, ‘mohammedanen’, ‘moslimmannen’ en ‘islamieten’, zowaar een bonte verzameling.
Aan het einde van het boek is naast een Dankwoord ook een ‘Epiloog’, een ‘Tijdlijn David Livingstone’, ‘een ‘Verklarende Woordenlijst’ en een ‘Bibliografie’. Voor meer illustraties van de wandeling kun je kijken op www.livingstoneopdevoetgevolgd.nl . Voor verdere informatie over het ziekenhuis in Mzuzu en de wandeltocht kun je ook kijken op www.vriendenvanstjohn.nl .
Al met al ben ik aan het einde gekomen van een mooi leesavontuur.
Ben de Ponti – Livingstone op de voet gevolgd. Dwars door het hart van Malawi – 2020
Dit boek heb ik ontvangen van uitgeverij Elmar voor het schrijven van een recensie op mijn blog.
