Deze wandeling staat aangekondigd als een NS-wandeling.
Ik begin bij een station en ik eindig bij een station.
Tussendoor zie ik echter geen markeringen voor de route.
Misschien zijn NS-markeringen achterhaald omdat veel wandelaars op een andere manier de weg vinden in ons land.
Ik zie allerhande markeringen, zelfs knooppunten.
Pijlen naar links.
Pijlen naar rechts.
Deze route schijnt populair te zijn, maar vandaag niet.
Ik kom één wandelaar (v) met grote rugzak tegen op een modderpad in een houtwal.
Op het station van Culemborg kom ik wandelaars tegen. Van zitbankje naar de trein. Van de trein naar de uitgang. Ik ga van de trein naar een zitbankje. Nog een paar bladzijden lezen in een wandelboek over een meerdaagse wandeling langs de Portugese kust en dan heb ik het boek uit. Ik stop dit boek bij het andere boek in een waterdichte hoes in mijn rugzak. Ik sta aan de goede kant van het station, van het perron ga ik door de contrôlepoortjes en ik kom terecht op een immens parkeerterrein. Dit terrein is niet voor fietsen, maar voor autos. Gratis parkeren, voor de treinreiziger en voor de industriële buurt die ik gelukkig al spoedig achter mij laat om het vlakke Betuwse land in te gaan. Met dank aan de Oude Beesdseweg neem ik voorlopig ook afscheid van de spoorlijn. Het is tenslotte een NS-wandeling. De weg brengt mij langs de Lanxmeersche Wetering (de naam is te mooi om niet te vermelden!). Dan krijg ik mijn eerste kennismaking met modder. Op het eerste gezicht ziet het hier nog goed uit. Voor mij strekt zich een grassig spoor uit. Vretstrooi herbergt echter echter een ondergrond van modder en tevens komt er veel vochtigheid in de lucht te hangen. Mijn beide brilleglazen vangen een deel van dat vocht op. Aan het einde van dit griendengebied kom ik bij een klein gebouwtje dat wellicht een gemaal herbergt. Via de Zeedijk (vandaar water en modder) en fietsende scholieren kom uit op de Nieuwe Graafsteeg. Hier word ik middels een bord geattendeerd op Hovense Kooi, een eendenkooi van Geldersch Landschap & Kasteelen. Deze kooi heeft en afpaling op 753 meter. Ik zal er rekening mee houden. Ik een haakse bocht naar links ga ik rechtdoor het gebied van de eendenkooi in. De stilte omarmt mij wanneer ik mijn weg ga over smalle paden en modderstroken. Hier ligt een klompenpad, misschien was een klomp of twee handig geweest op dit pad. Ik merk dat langs een sloot onderhoud is gepleegd aan het pad. De ondergrond moet nog wat ingelopen worden en met stevige stappen doe ik mijn plicht als wandelaar.
Dan zie ik een bordje met de tekst ‘Heerlijkheid Mariënwaerdt‘. Ik ben nog kilometers verwijderd van het hoofdhuis van de Heerlijkheid en allerlei andere gebouwen die de kern van de Heerlijkheid vormen. De Heerlijkheid is vele groter dan ik dacht. Het is ruim 900 hectare groot. Van hier tot aan de Linge. Plots komen er ook ‘straatnamen te voorschijn om mij behulpzaam te zijn. Groene bordjes met witte belettering. Zo kom ik te wandelen op ‘Mariënwaerdt Annemariedreef’. Ik weet niet wie Annemarie was en wat haar dreef. Wel heeft zij (of een nazaat) er voor gezorgd dat de ondergrond modderbestendig is. Ik ga een hoge brug over, zie bordjes van een wandelroute over de Heerlijkheid. Annemarie drijft mij uit naar ‘Mariënwaerdt Sint Janssteeg’. Daar ontmoet ik Bartholdsbouwing, wanneer ik naar het zuiden afzak kom ik over de Bijlantsdreef langs de Bijlandtsbouwing. Ik ben dan zojuist een spoorlijn overgestoken. Over de Machinedreef Wie Annemarie was weet ik niet, en ik weet ook niet wie Machine was. Ik kom langs een zwaar vervallen boerderij, waar een witte limosine staat geparkeerd. Daarachter staat een terreinwagen met het opschrift ‘Long vehicle’. Verwarring alom. Ik kruis de Appeldijk en kom op ‘Mariënwaerdt Groenedijk’. De zwemplaats aan de Linge sla ik over. Op de Groendijk komen een dame en een heer mij tegen. De man is gewapend. Een enorme lens (met toegevoegde voorzieningen) hangt haaks op zijn kleine buik. Hij schiet mij aan, zonder zichtbare schade. Hij vraagt naar de Appeldijk. Er zijn geen appels en toch wil hij daar toe. Hij ontvouwt een toeristische kaart, waar inderdaad de Appeldijk op staat vermeldt, inclusief bloesemrijke takken. Ik wijs hem (en haar) waar hij naar toe dient te gaan om de Appeldijk te kunnen ontmoeten. Wij nemen op gepaste wijze afscheid en ik wandel verder. Aan de overzijde van de Linge staat de witte molen nog steeds te pronken. Wanneer je de Lingeroute wandelt of fietst kom je er vlak langs. Ik passeer de De Hooge Schuur. Wanneer ik ‘Mariënwaerdt Notendijk’ opga lopen drie wandelaars voor mij uit. Zij gaan rechtsaf de ‘Mariëmwaerdt Abelenlaan’ op en ik neem mij hetzelfde voor. Net na een hek gaan zij zitten op een bankje en halen hun rugtassen leeg. Op het hek staat de tekst van apostel Paulus en ik vraag mij af of hier achter een begraafplaats is. Ik groet de drie dames en wandel langs huizen en ga de fraaie ‘Mariënwaerdt Notenlaan’ op. Vandaar ga ik naar het station van Beesd.
Dan loop ik in de miezer terug en ga naar restaurant De Stapelbakker, waar ik onlangs was voor een verjaardag. Hoewel er aardig wat volk in het restaurant is krijg ik de gelegenheid om aan het einde van een lange lege tafel te gaan zitten. Het is een Putineske situatie. Niemand durft bij mij aan tafel te schuiven. Ik overweeg mijn opties: * mijn wandeling zit er op en ik ga naar het station Beesd en vertrek huiswaarts, * mijn wandeling zit er nog lang niet op en ik wandel dezelfde route terug, * mijn wandeling zit er grotendeels op en ik zoek een kortere weg naar het station Culemborg. Ik kies voor het laatste en geniet onderwijl van warme chocolademelk en een bittergarnituur. Of het een culinair juiste combinatie is betwijfel ik. Het smaakt wel goed en dat is ook wat waard. Bij het afrekenen wenst de floor manager (?) mij een goede wandeling en hij vermoed dat het nu droog is. Er wordt trouwens nog een floor manager gezocht (waarom heet zo iemand niet vloerbaas?) in het restaurant. Warempel, het is droog, buiten. Ik ga op pad met mijn nieuwe route die deels langs bekende modderpaden gaat, deels door nog onbekend gebied. Dat het droog is is een tijdelijk genot. Al snel begint het weer te miezeren. Langs de Oude Waag is flink gesnoeid in de bomen. Snoeihout ligt in de bermen. Annemarie en wat haar dreef kom ik niet meer tegen. Zo vervolg ik mijn weg, over asfalt, over modderige graspaden, over de Heerlijkheid. Ik neem afscheid van de Heerlijkheid en ga de Zeedijk op, door Vretstrooi en (daar is-ie weer) de Lanxmeersche Wetering. Op het juiste perron aangekomen vertrekt net de trein naar Utrecht CS. Ik wacht in een verwarmde ruimte op de volgende trein die komen gaat. In de trein pak ik uit mijn waterdichte zak mijn volgende wandelboek. Zwerven langs de Limes. Treinen en lezen over wandelen en wandelen, een mooie combinatie op deze NS-wandeling.
Tussen Lek en Linge
NS-wandeling
Culemborg naar Beesd
(en eigen retourtje)
24 kilometer