Klompenpad Lint- en Liniepad

Het Eiland van Schalkwijk.
Daar ligt het startpunt van het Lint- en Liniepad.
Een eiland.
Zonder gracht. Zonder vaart. Zonder wetering.
Een eiland met Friet en Pannenkoek en Terras.
Ah, het is een kookeiland.

Ik steek de spoorlijn tussen Houten en Culemborg over en ga de Terwijkseweg in. Een lange rechte lijn, geflankeerd door bomen. Rechts van de weg lag vroeger het kasteel van Schalkwijk. De grachten zijn opgegraven en de tuin van de oude jonker is door vrijwilligers in ere hersteld, uiteraard vol met vergeten groenten en vergeten bloemen, naar verwachting. Jonker Ram woonde hier in vroegere tijden, zodat dit tuintje geen volkstuintje is, maar een adeltuin. Een man laat er zijn hond uit. Na de laatste boerderij aan de weg gaat de weg over in een fietspad, waar een wandelaar ook welkom is. Omgekeerd is dat niet altijd het geval.

Wanneer de weg is afgelopen kom ik bij de eerste ontmoeting met de Nieuwe Hollandse Waterlinie. We zijn hier in Utrecht, niet in Holland. Zou het dan de Nieuwe Utrechtse (of Stichtse ) Waterlinie moeten zijn. Of duidt het ‘Holland’ in de benaming op de verdediging van Holland waar andere provincies zich aan ondergeschikt moesten maken? Dit is het Werk aan de Groene Weg en, warempel, er loopt een Groeneweg evenwijdig aan deze verdedingsstelling. Er zijn in dit gebied loopgraven, bunkers, schuilplaatsen voor de soldaten die Holland bewaakten. In de jaren 30 van de vorige eeuw zijn er op dit terrein veel fruitbomen geplant. Een passant zou haast denken: ‘Wat moet het hier mooi geweest zijn om op wacht te staan.’ Het is nog te vroeg in het jaar om een vrucht mee te nemen. Het zijn geen verboden vruchten.

Lang geleden overnachtte ik eens in Schalkwijk. In een huisje aan de dijk. De volgende dag wandelde ik met Wandellief (die toen andere namen droeg) in de bijtende kou op de Lekdijk. Zij kwam uit warme streken. De wind waaide vrieskou voor zich uit. Nu ben ik weer in Schalkwijk bij de Lekdijk en de zon schijnt. Schapen staan in de uiterwaarden waar ook het pad loopt. Een boom groeit in haarspeldbochten. Voor mij lopen twee mannen en een vrouw die mij vooruitsnellen, eerst door het Werk en nu door de uiterwaarden. Aan de overzijde ligt Everdingen en de kerktoren is een baken langs de Lek. Op het water is geen file. Zelfs de pont ligt stil aan deze oever. De route gaat door een geitenweitje (zonder geiten), in andere tijden kun je een waterpistool meenemen om opdringerige geiten op afstand te houden (als daar maar geen Kamervragen van komen). Ook is het mogelijk om met geiten (welke?) te gaan wandelen onder leiding van de bokkenpiloot.

Dan doemt Fort Honswijk op. Ook deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit Fort is aangelegd in de 19e eeuw, waarschijnlijk ten tijde van Koning Willem II, want ik zie op een muur ‘WII’ staan. Er zijn geen rondleidingen, maar het is wel mogelijk om rond te lopen. Mensen uit de bouwwereld zijn bezig om met elkaar te praten tussen hoog oprijzende dikke muren. Even verderop is nog een onderdeel van de Waterlinie: Lunet aan de Snel. Deze Lunet dienden als ondersteuning van Fort Honswijk. De Snel verwijst naar een oud riviertje dat hier stroomde. Het woord ‘lunet’ is trouwens afgeleid van het Franse woord ‘lunet’. Dit komt door de bouwvorm die met een beetje goede wil lijkt op een halvemaanstand. Ben ik zojuist in een geitenweitje geweest, nu wandel ik op het rechte Bokkenpad. En wat ligt er tussen het Bokkenpad en de Lange Uitweg? Daar ligt het Werk aan de Korte Uitweg. Een verdedigingsstelling. Nu is het vredig aan de overkant van het Inundatiekanaal.

Die naam wijst er op dat men in oude tijden niet te beroerd was om een groot gebied onder water te zetten. Het water was een sterk verdedigingsmiddel, voordat luchtballonnen en vliegtuigjes en parachutisten in aantocht waren. Er is ook nog een inundatiegebied. Via een smal wandelpad en een over te steken weg kom ik daar. Ik kan met droge voeten oversteken, want er is een lang vlonderpad aangelegd, net niet helemaal tot aan de overkant. Vlak voor het einde is een trekpontje aangelegd, dat soepel gehoor geeft aan mijn poging om het pontje naar mijn kant te krijgen. Verderop zijn hekken versierd met een haiku, een typisch Schalkwijkse dichtvorm. Een lang pad tussen de graslanden brengt mij naar de kerk, genoemd naar de aartsengel Michaël. Tegenover de kerk (Kathedraal van het Sticht) staat de basisschool die is genoemd is naar ‘Sint Michiel’. Of ‘Michiel’ een ‘Michaël 2.3’ is of een verwijzing naar de Zeeuwse en protestantse vlootvoogd Michiel weet ik niet. Dwars door Schalkwijk loopt de Schalkwijkse Wetering, wat de vraag oproept: wat was er eerder: de wetering of het dorp? Aan de ene zijde van het water loopt de Jonkheer Ramweg, aan mijn zijde is het de Lagedijk. Op strategische punten zijjn smalle bruggetjes geplaats om van weg naar dijk te gaan en omgekeerd. De Ramweg (na het geitenweitje en het Bokkenpad) brengt mij terug naar het Kookeiland van Schalkwijk, waar de nodige gasten op een terras zitten.

Schalkwijk – Klompenpad Lint- en Liniepad – 10 kilometer

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.