De ochtend is fris.
Nevels hangen over de velden als een laken dat teruggeslagen is na het opstaan.
Waar zijn mijn handschoenen? Niet meegenomen. Vorige week liep ik na de zomer voor de eerste keer met mijn warme winterpet op. Het is nu een geschikt moment om mijn handschoenen aan te hebben.

Ik loop door de tunnel onder de snelweg A50. Boven suist het, beneden is het stil. Ik sla de weg naar het noorden in. De vorige keer dat ik in het Deelerwoud liep begon ik mijn tocht aan de westelijke zijde, nu is de oostelijke zijde aan de beurt. Op de lange onverharde weg kom ik een man/vrouw-paar wandelaars tegen, keurig gekleed in het groen en met de onvermijdelijke verrrekijker en het fototoestel met telelens. We groeten elkaar vriendelijk en zachtjes, want we willen natuurlijk geen dieren verschrikken. Stel je voor …
De eerste dieren kom ik tegen wanneer ik in de richting van Lebret’s Hoeve loop. Op de rand van bos en heide staan een paar gebouwen en bordjes ‘Privé’ Aan mijn linkerhand zie ik een tweetal herten staan, stil en bedachtzaam. Ze staan achter een hek, we zijn veilig voor elkaar. Ik zie hen. Zij zien mij. Ik ben meer onder de indruk van de ander dan zij. Langzaam lopen zij dieper het bos in. Even verderop zie ik een moederzwijn met een paar kleintjes. Zij steken de weg over, van links naar rechts. Wanneer ik bij de oversteekplaats ben zie ik de dieren niet meer in het bos, verdwenen in het decor. Bij Levbret’s Hoeve is het stil en ik loop verder. Na ruim 4 kilometer kom ik over een klein heideveld, althans zo ziet het eruit op de kaart. Via een klein bosje zal ik verder naar het zuiden gaan. Echter, een bord wijst mij er op dat ik mij bevind in de bronsttijd. Verder krijg ik te lezen dat ik tot 10.00 uur niet welkom ben om verder te wandelen. Oh. Het is nu half negen. Anderhalf uur wachten trekt mij niet aan. Rechts is het pad ook afgesloten. Alleen links blijft over. Een dame geheel in het groen komt mij tegemoet van het linkerpad. Zij wijst mij op de mogelijkheid om dit pad af te lopen en dan rechtsaf te slaan. Zij komt hier vaker, al dan niet met haar drijfhonden (aangelijnd en wel). We praten over de reeën die ik heb gezien en de zwijnen en de mogelijkheden om nog meer te zien. Zij vertelt over mensen die buiten de gebaande paden gaan. Ik neem mij in stilte voor om voor het resterende deel van mijn wandeling mij netjes te gedragen. In de eerste plaats kom ik hier om te wandelen, alles wat ik zie is meegenomen (of ik laat het lopen). Na deze korte ontmoeting in het groen ga ik verder en zij gaat verder.

Ik kom uit op de Krakeweg, en daar ga ik rechtsaf. De nevels trekken op, maar geheel in eigen langzame tempo. Bomen steken als laatste tekenen van leven de lucht in. Bij de Walweg staat het mij al bekende paar wandelaars. Ook hier een bord tot 10.00 uur. Nu besluit ik om de wandeling om te gooien. Ik ga door tot de Brinkhorsterweg en ga vervolgens tegen de draad van de route in. Ik loop over het hoogste punt van het Deelerwoud (ongeveer 84 meter boven NAP) heen, maak een klein uitstapje buiten de doorgaande weg om vervolgens de Kleine Heide en de Grote Heide achter mij te laten en het bosgebied aan de zijde van Deelen in te gaan. Dit bosgebied komt mij bekend voor van mijn eerdere wandeling. Het zicht wordt steeds beter.

Sommige delen van het bos worden onderbroken door kleine heidevelden, die zich steeds meer aan de nevels kunnen ontrukken. Nieuwe vergezichten worden zichtbaar. Omgevallen bomen hebben niet meer de kracht om op te staan en worden langzaam maar zeker deel van de aarde. Een enkele tak steeks zijn hand in een hulpgebaar naar de hemel. Het is tevergeefs.

Ik kruis de Hoog Deelenseweg en ga over de Deelenseweg. Hier leiden alle wegen naar Deelen. Aan deze kant van het Deeleerwoud is het rustiger dan aan de randen van de heide. Wandelaars blijven liever aan de randen van het heidebestaan. De herfst laat zich steeds meer van zijn mooiste kant zien. Zwammen en schimmels en paddestoelen flirten met voorbijgangers en laten hun mooiste kant zien.
Over de Walweg en de Krakeweg kom ik weer uit bij de Brinkhorsterweg. Deze volg ik naar het oosten. Een enkele fietser komt mij tegemoet. Het bos blijft stil, alleen het gezoem van de snelweg rukt op. Dan ga ik de tunnel in.
Deze Trage Tocht is een pracht wandeling, waarin je vele hoeken van het Deelerwoud te zien krijgt. Een wandeling voor alle seizoenen.
Trage Tocht Deelerwoud – 16 kilometer
Deze tocht is te vinden in: Rob Wolfs – Wandelen over de onbekende Veluwe (klik op de titel voor verdere info en bestelling) – Uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig – 2017 (derde herziene druk)