Het is weer tijd voor een klompenpad. Ik heb gekozen voor het Huinerpad, vlak voor de school en langs de weg parkeer ik mijn voertuig. Het is nevelig en er zit water in de lucht. Het kan de kinderen van de basisschool met de Bijbel niet deren. Zij zitten binnen en luisteren naar de juf en steken een hand op.
Ik vervolg mijn weg over een weggetje en langs een erf van een boerderij en dan de grazige weiden in.
Op één plaats word ik langs de randen van een weiland gevoerd. Een draad poogt de schapen binnen de lijntjes te houden. Eén schaap heeft de moed opgegeven en ligt dood, bij de draad. Ik aarzel even en loop door, want ik ga er van uit dat de boer regelmatig naar zijn schapen kijkt en dit ene verloren schaap ook zal zien. En welke boer zou ik moeten bereiken?
Huinen is niet alleen een basisschool met de Bijbel rijk, maar ook een kerk met de Bijbel. Op het kaartje van de route staat een grote P hier, en dat is wel juist. Hier kunnen niet alleen kerkgangers parkeren, maar ook vele wandelaars. Wie hier ook kunnen parkeren zijn deelnemers aan de Alpha-cursus die hier wordt gehouden. Dit jaar is het gezicht van de wereldwijde cursus Bear Grylls. Deze bekende avonturier en liefhebber van survival vertelt tijdens deze cursus over zijn grootste avontuur.
Er valt veel te genieten tijdens een klompenpad, zo ook in Huinen en omgeving. Kijk eens naar deze rustieke en authentieke, zo niet pure en transparante schuur, met een origineel rieten dak. Kijk hoe de vroeg 19e eeuwse houten ladder haast achteloos is geplaatst in het midden, als een wegwijzer. Scheef, gebukt onder het gewicht van de jaren. Een bats staat geleund tegen de houten wand, die lichte kenmerken vertoont van een potdekselwand.
Er zijn wandelroutemakers die spreken van ‘zandpadgarantie’, vaak is dat mooi, een nobel streven. Maar in regenachtige perioden kan de zandpadgarantie zich ook keren tegen de wandelaar. Gelukkig ligt er aan de linkerzijde van de zandpadgarantie een fietspad met asfaltgarantie.
De streek van Huinen is een aantrekkelijke streek voor wandelaars en routemakers. Zo loop ik ook over het Westerborkpad (zie elders op mijn weblog), en ik zie aan de overzijde van een weg het Oldenallerpad de Heihoef in gaan.
Regelmatig stuit ik bij een klompenpad op een inkorting van de route. Hier is een verlenging van de route. Op de app van de Klompenpaden lees ik dat ik hier een omweg cq verlenging kan volgen door een paardenwei. Rustig blijven lopen, niet door de kudde, blijf van de beesten af. Het lijkt wel alsof ik een kudde wilde Schotse Hooglanders nader. De werkelijkheid blijkt minder, veel minder woest te zijn dat mij is voorgespiegeld. Er is een keurige afrastering tussen mij en de paarden. Het zijn goede paarden, hier op zorgboerderij Goedland. Ik kom weer terug op de Hellerweg.
Op het fraaie hek staat in niet minder fraaie letters ‘Busterense Broek” . Ik heb niets kunnen vinden over Busteren, zou Busteren hier in de laag gelegen drassige grond zijn gezakt?
Voor de wandelaar die moeilijkheden heeft met zijn voeten is goed gezorgd, want ik passeer aan deze weg twee praktijken van pedicures. Wanneer ik mijn weg vervolg merk ik dat niet alleen de voeten zorgen kunnen geven, maar ook het onroerend goed.
Ik loop over de Terpweg (hier is inderdaad ooit een terp geweest, waar de mannen kwamen om recht te spreken) en zie dat er drie bedrijven te koop staan. Het is moeilijk om de boerenbedrijven draaiend te houden, er is veel geld voor investeringen nodig, er zijn zorgen over bedrijfsopvolging, de wetgeving wordt steeds strenger.
Ik kom via binnenwegen terecht op het Huinerkerkpad. Over dit kerkpad liepen mensen naar de Oude Kerk in Putten. Ik weet niet of veel mensen nog over dit kerkpad naar de kerk gaan. Wel herinnere ik mij dat ik hier eerder gelopen heb. Wanneer ik op de Koekamperweg kom herken ik dit gedeelte van mijn ‘rondje Veluwe’ (oftwel de langste boswandeling van Nederland, zie ook elders op deze website).
Boeren hebben het in deze omgeving wellicht moeilijk, maar kunstenaars hebben de kans gegrepen om zich te manifesteren. Op dit electriciteitskastje heeft een kunstenaars zich uitgeleefd. Hij of zij bevond zich toen in de blauwe periode. Een Swiebertje-figuur is op weg naar de ondergaande zon.
Wanneer ik vlak bij de finish ben loop ik zonder voorafgaande waarschuwing op de Klunenweg. Ik waan mij kortstondig in Friesland, het land van mijn voormoederen en -vaderen. Mijn gedachten dwalen af naar de laatste Friese burgeroorlog. Mensen vluchtten en zochten een veilig heenkomen,. Zij gingen te voet of met paard en wagen, anderen gingen op de schaats tijdens die koude winter. Zij kwamen in de buurt van Huinen, ver van het geweld. Op de smalle sloten kon niet worden geschaatst, dus moesten zij het laatste stuk klunen. Wanneer ik om mij heen kijk zie ik geen Friese slag, de vreemdelingen en vluchtelingen hebben zich volledig geïntegreerd.
Een laatste blik op een pad, tussen houwal en weiland. Zo kom ik weer bij de school terecht, waar de kinderen net van de lunch thuis weer op school komen.
Het was weer een prachtige afwisselende tocht. Mooi dat er nog zo veel aan bosjes en houtwallen is gespaard gebleven.