
Boem. Daar lig ik languit. Mijn onderlichaam op het asfalt. Mijn bovenlichaam in de zanderige berm. Mijn linkerarm probeert de klap te verzachten. Mijn kin vangt de klap in het zand op. Kort daarop gevolgd door mijn neus. Mijn rugzak drukt mij vaster op de grond. Ik voel aan mijn bril en zie dat deze nog intact is, weliswaar zanderig, maar toch. Mijn gebit is ook intact. Ik zie dat mijn linkerhand bij de pink een flinke oplawaaier heeft gehad. Na enig liggen en nadenken krabbel ik overeind. Wat is er gebeurd? Ik kijk achterom. Daar hangt de kabelbaan over het kanaal. Ik kwam van de overkant, stapte van het platform in de gondel, draaide en draaide aan het wiel dat de gondel in beweging zette en mij naar de overkant bracht. Daar stapte ik uit de gondel en op het platform. Daar keek ik in het routeboekje en op mijn topogps. Ga ik naar links? Ga ik naar rechts? Het is rechts en dan linksaf een bruggetje over. Ik stap vooruit en stap met mijn linkerbeen van de rand van het platform in een gat. Mijn rechterbeen probeert de onverwachte snelheid bij te houden, en dan mijn linkerbeen en mijn rechterbeen en mijn linkerbeen. Zo steek ik de verlaten asfaltweg over in ongekende stijl, die ik niet lang volhoud. Daar ga ik. Languit.
Ik vervolg mijn wandeling. Nog maar even en dan ben ik ben ik bij mijn overnachtingsadres. Bij een ecologische nederzetting in aanbouw merk ik dat ik verkeerd ben gelopen. Dan herinner ik mij plots dat ik schoonmaakdoekjes in mijn rugzak heb. Eerst mijn linkerhand schoonmaken, zand weghalen, bloed wegvegen. Nog enkele andere plekken bijwerken. Dan terug om de route op te pakken. Het loopt inmiddels tegen zevenen.
De dag was zo mooi begonnen in Bourtange. Eerst een stukje buitengebied en dan door de oude vesting, waar de horeca nog in sluimertoestand is. Door open land ga ik naar Jipsinghuizen. Even ten zuiden daarvan is een natuurgebied met een meertje en een man in de cabine van een grasmaaier, die stamt uit de tijd dat veel lawaai maken leuk was. Ik pauzeer op een bankje bij het meertje. Wanneer ik op wil stappen komen er twee paarden met twee begeleiders langs. Mijn tocht gaat verder langs Rijsdam en het water van de Aa, die onder meerdere namen, maar telkens met Aa, door dit landschap stroomt. Het is een mooi en afwisselend gebied.

Ter Borg is ook zo’n mooi natuurgebied. Inclusief meertjes, misschien wel zeven stuks. Ik zie er in ieder geval meerdere. Schapen lopen hier. Schotse hooglanders rusten uit en kijken mij vriendelijk aan. Mensen zijn er niet, ja, behalve ik. Ik loop nog rechtop. Even voorbij Laude (zijn de Romeinen hier geweest?) en een plek genaamd Cum Laude neem ik een pauze bij een sluisje in de Ruiten-Aa. Ik heb er dan al meer dan 20 kilometer opzitten. Het weer is goed. Het is rustig onderweg. Ik loop ontspannen. Na mijn pauze loop ik door Ter Wisch, Laudermee en bij Ter Haar ga ik de bossen bij Ter Apel in. Wederom is het hier rustig. Ik kom uit bij een voormalig klooster, maar wat nog belangrijker is is dat er hier hotel restaurant Boschhuis is. Hier neem ik in een prettige ambiance een vega maaltijd. Wanneer ik klaar ben met eten en drinken begeleidt mijn gastvrouw mij naar de deur van de eetzaal. Ik attendeer haar erop dat ik nog niet heb afgerekend. Tegen afrekenen heeft zij geen bezwaar. Buiten wijst iemand mij de weg naar de kabelbaan. Dat moet goedkomen.
Bij mijn overnachtingsadres (Carol en Joni, Oosterstraat 52, van Vrienden op de Fiets) word ik hartelijk ontvangen. Zorgzaam en attent wanneer zij zien dat ik een gevallen man ben. Meerdere keren vraagt Carol die mij naar het leuke tuinhuisje brengt hoe het gaat met mij. Later krijg ik nog enkele adviezen en een bult meeleven van het thuisfront. Mijn dag kan niet meer stuk.

Noaberpad 3
Bourtange naar Ter Apel
34.5 kilometer
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Gelukkig enkel blikschade maar toch… Alweer een stevige afstand!
LikeLike
Helaas ben ik nog aangewezen op pleisters. Voorraad heb ik onderweg aangevuld.
LikeLike