De weg tussen Uddel en Elspeet steek ik over.
Aan de overkant volg ik het fietspad in noordelijke richting.
Plots zie ik een hoeveelheid auto’s geparkeerd staan.
De start van een massawandeling?
Buitengewone belangstelling voor het Elspeterveld.
Wanneer ik het smalle pad vanaf de parkeerplaats insla zie ik mannen door het struikgewas lopen.
Daar één met een boomtak.
Daar iemand met een groot uitgevallen heggeschaar.
Eén van de mannen komt naar het paadje lopen en wij groeten elkaar en verheugen ons over hetb weer.
De strakblauwe lucht.
De zon.
De mannen die hier bezig zijn zijn leden van Veluwse Model Vlieg Club Aerodynamic. Zij maken gebruik van het Elspeterveld. Als dank voor het aangenaam verpozen gaan de mannen (op leeftijd) één maal per jaar aan de slag op het veld, om de verbossing van het heidegebied tegen te gaan. Dit uiteraard in goed overleg met de gemeente Nunspeet en de boswachter. De mannen zijn zo een dagje van de straat en er wacht op hen erwtensoep om de vaart er in te houden. Mooi werk.

Mijn wandeling begon een kleine vier kilometer eerder, in het centrum van het dorp, in de contreiën van bakker Schreuder. Schuin aan de overzijde begint de Zandsteeg, waar aan de westkant een kerkgebouw en een reformatische scholengemeenschap staan. De steeg brengt mij naar de velden van S.V. Prins Bernhard. De Koninklijke Familie wordt in Uddel in ere gehouden. Of de schelmenstreken van deze prins ook geëerd worden waag ik te betwijfelen. De velden van de sportvereniging zijn leeg en groen. Ik ga van start met een wijdlopig rondje om het dorp. De Aardhuisweg over en dan dieper de bossen in. Ik zie bordjes dat het betreden van de Kroondomeinen momenteel niet mogelijk is. Dan passeer ik een klein beetje Duitsland in het Veluwse bos. De Heegde ziet er uit alsof het zo is opgenomen uit een Duits dorp en hier is achter gelaten. Het zal de erfenis van Prins Hendrik zijn, die probeerde de jacht en alles wat daar bij hoorde op Duitse leest geschoeid hier in de velden en bossen van de Veluwe ingang te doen vinden. Mijn opa heeft in Uddel kort gewerkt als jachtopziener, in die tijd werd mijn moeder er geboren. Daarna zocht hij met zijn vrouw en kind andere jachtvelden. Over de stille Molenboomsweg ga ik naar het noorden. Ik kom bij een hek van het Kroondomein. Hier staat geen bordje dat ik er nu niet in mag. Mijn weg gaat echter langs het hek en op weg naar de weg tussen Uddel en Elspeet.

Na het Elspeterveld kom ik bij paarden uit die grazen in het zonnetje. Een enkele bosfietser komt mij tegemoet met gebogen lichaam over het stuur. Ik loop over van het veld naar landgoed Staverden (van GLK). Inmiddels ben ik ook langs een perceel waar gewerkt wordt aan mestverwerking. De mest wordt duur betaald. En het wordt stil wanneer de dominee voorbij komt. Ik passeer een grenspaal, waar het wapen van Apeldoorn gekleurd op staat. Ik dwaal van gemeente naar gemeente. Ook ben ik de Hierdensebeek (of is het de Staverdense Beek, zoals het plaatselijke bordje op de brug aangeeft?) overgestoken. Ik ben toe aan mij volgende veld, nadat ik een kleine cluster van overnachtingsmogelijkheden ben gepasseerd. Het Speulderveld en daaraan vast het Houtdorperveld. De zon schiujnt uitbundig en de wind doet het rustig aan. Twee wandelaars komen mij tegemoet en zijn in staat een groet uit te bengen. Het kost enige moeite, maar dan kunnen beide heren gezamenlijk verder, niet gestoord door een groetende solitaire wandelaar. Op de Koningsweg sla ik over een zeer smal pad af naar het zuiden. Even op het Speulderveld (zonder weg!), waar een groep oudere wielrenners aankomt, in verschillende stadia van vermoeidheid. Ik sla weer af en dan buigt mijn weg af en ik kruis de Paleisweg (een verwijzing naar Paleis Het Loo, het enige paleis dat telt voor een Veluwenaar).

Ik kom uit bij de weg tussen Garderen en Uddel, vlakbij een rotonde. Een keurige picknickbank nodigt mij uit tot een pauze. De schroefkom van mijn thermosfles is zo goed geïsoleerd dat mijn handen er niet warmer van worden, terwijl ik op moet letten om mijn mond niet te verbranden. Een peer laat ter plekke het leven. Verkeer raast voorbij.
Aan het begin van de Turfweg staat een Suzuki, met een verscheurde rechterachterband. De Solsebergweg verwijst naar ’t Solletje (neem ik aan), waar mijn koude kant nog sporen heeft liggen. Op het punt waar Sol en Turf kruisen staat een hoog hek met waarschuwingsborden. Ik mag alleen fotograferen met toestemming, dus jullie moeten de prachtige beelden missen. De Nederlandse krijgsmacht houdt zich op achter het hek. Op de Solsebergweg tref ik een man aan die vanaf het midden van de weg foto’s maakt van gekleurde bladerdekken. Hij houdt van de stilte, vertrouwt hij mij toe, nadat hij heeft uitgelegd dat aan de rand van het bosgebied een motorcrossbaan is. Toen hij onlangs in het restaurant bij het Uddelermeer zat, kon hij het lawaai horen. We nemen stilletjes afscheid van elkaar. Aan de overzijde van de Meervelderweg zie ik drie grote gebouwen, opgetrokken in oud-Veluwse stijl. Het Schoolpad brengt mij langs Kroonheim, een zorgcentrum onder de paraplu van Adullam (veilig in de kloof in de rots) Een autoloospad (Het Hof) brengt mij terug bij Prins Bernard, waar het nog steeds stil en groen is.
Bakker Schreuder is geopend. Ik treed binnen.
Bij de toonbank bestel ik vier Uddelermeertjes.
In Uddel zijn en wegggaan zonder Uddelermeertjes is niet koninklijk.
Uddel (gemeente Apeldoorn) – Trage Tocht Uddel – 16.5 kilometer
