Nijkerk – Putten – Ermelo

Wanneer ik de klok acht uur niet hoor slaan ben ik al onderweg.
Met twee kilometer onder mijn voetzolen ben ik in de schitterende
Arkemheenpolder. De vorige keer dat ik hier vroeg liep was het donker. Toen kwamen lichten van fietsen en auto’s mij voorbij.
Nu kleurt het hemelsblauw de sloten die door de polder lopen, op weg naar wat ooit de Zuiderzee was. Een enkele auto komt voorbij, een scholier is onderweg naar Nijkerk. Een gans vliegt op. Water stroomt traag.
Deze polder is Natura2000gebied, maar ook in 2022 is het hier goed toeven. Het is het speelterrein van grutto’s, kievitten, tureluurs en sinds kort ook van een zeearend. Die laatste zie ik vanmorgen niet.
Ik zie verten.
Ik zie oude patronen in het polderlandschap.
Ik zie de schoorsteen van het stoomgemaal.
Ik zie windmolens in de verte.
Ik zie de zeedijk die achter een
biologische boerderij het water van het randmeer tegenhoudt.

Bij die boerderij ga ik de Zeedijk op, die is genoemd naar Nijkerk. Ik volg de dijk in oostelijke richting, voorbij de sluis waar net een schip uitvaart richting de Havenkom van Nijkerk. Even verder ben ik op de Zeedijk van Putten. Dat is duidelijk te merken, want hier tref ik oude mannen en een enkele oude vrouw. Gewapend met driepoten en camera’s. De lange lenzen die aan de camera’s zijn verbonden zijn gecamoufleerd, toch zie ik wat het is. Zo heeft camouflage ook geen nut. Ter hoogte van het stoomgemaal van Putten staan zij en lopen zij stilzwijgend naar een licht andere positie. Een voorzichtige groet van hun zijde wordt door mij nog voorzichtiger geretourneerd. Ik wil vogel noch vogelaar storen in dit belangwekkende werk. Na een honderd meter komt een man mij tegemoet fietsen. Op zijn bagedrager achterop is een statief bevestigd. De leidsels van de camera hangen om zijn nek. Zo op de fiets is hij een vreemde eend in de polder. Gelukkig mag hij er ook zijn.

Ter hoogte van Strand Nulde ga ik landinwaarts, de snelweg onderdoor en loop door agrarisch gebied. Autorijders worden middels een infobord gewaarschuwd voor een wegblokkade wegens het aanpassen van een kruising. “Doorrijden is zinloos” wordt deze rijders voorgehouden, ik zie geen auto die rechtsomkeert maakt. Op de kruising is een nauwe doorgang voor voetgangers en fietsers. Even voorbij deze kruising staat een bankje langs de Stenenkamerseweg. Na 13 kilomter wandelen in prachtig weer is het tijd voor een boterham en een banaan en een kommetje thee. De zon schijnt in mijn rug. Verkeer op deze fietstraat gaat langzaam voorbij. Even verderop wacht Petersen op zijn klanten die hun auto volladen met wat groeit en straks bloeit. Een karretje achter een terreinauto komt volgeladen voorbij.
Over het spoor stuit ik op Puttense nieuwbouw. Ik loop linksaf langs Henslare, een rondweg, en kom terecht op de weg tussen Putten en het station. Deze weg heet Stationsweg, zo iets kan alleen in Putten. Ik kies verderop voor de Husselsesteeg om enigzins achteraf te wandelen en toch richting het centrum van Putten te gaan. Over de Brinkstraat passeer ik het bruisende centrum van Putten aan de noordzijde. De pastorie van de Heilige Maria Zuivering Kerk wordt verbouwd tot twee woningen. Dit zal wel niet betekenen dat de naastgelegen kerk zoveel misgangers trekt dat er nu twee pastoors nodig zijn. De roomskatholieken van dit protestantse dorp vallen onder de
Lucasparochie waar ook Harderwijk en Leusden en nog enkele plaatsen onder vallen. De Brinkstraat gaat over in de Lariksstraat en dan komt de Driewegenweg. Deze brengt mij in de bossen van Putten, het zogenaamde Putterbos. Het lijkt alsof een bladblazer (voorzien van een bladblazerbedienaar) hier het lange pad heeft schoongeblazen. Van het Putterbos kan ik via de Arnhemse Karweg terecht in de bossen van Speuld en Sprield. Ik passeer enkele huizen langs de Laak. Rechtsaf de Grietenweg op, net nu ik wandel zonder Wandellief, mijn eigen grietje. Ik koers naar de heide van Ermelo. Tevens maak ik berekeningen. Om twee uur heb ik een afspraak bij vrienden in Ermelo. Het gaat mij niet lukken om nog over de heide te dwalen als een herder zonder kudde. Ik laat de schaapskooi rechts liggen en kies het pad bij de Kriemelberg (wie kent het niet?!) Hier wordt het wat drukker, want vlakbij is een vakantiepark. Mensen lopen hier in het spoor van de Romeinen (stelletje gelukszoekers!) die hier een kamp hebben gehad, ver ten noorden van de Limes. Bij Legerplaats Ermelo zie ik dat het inderdaad leger is. Ik zie geen mens. Ik ga ten zuiden van de kampement naar Ermelo. Helemaal ongevaarlijk is het hier niet. Door bordjes word ik gewaarschuwd voor schietgevaar. Als de rode vlag wappert dan is het opletten geblazen. Het gaat weliswaar om een kleiduivenschietvereniging, maar toch, het gevaar loert overal. Ik steek de Leuvenumseweg over en volg het Haspelpad (n.b. zonder snoer!) om uiteindelijk aan de rand van het centrum in de buurt van de Oude Kerk bij Casa da Esperanca uit te komen. Na doordringend aanbellen, luidruchtig kloppen op het raam en een telefoontje wordt de deur kort na twee uur voor mij opengedaan. Hoop wordt vervuld.

Nijkerk – Putten – Ermelo – 18.03.2022

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.