In de serie ‘de mooiste netwerkwandelingen’ van Uitgeverij Elmar verscheen in 2021 een deeltje over ‘Sallandse Heuvelrug & IJsselvallei’. Tijd om de IJssel over te steken. Hieronder een verslag van Wandeling 7 uit deze wandelgids.
Is er een mooiere plek denkbaar om een wandelroute te beginnen?
Een plek met zicht op het mooiste stadsgezicht van Nederland?
De klokken in de hoge toren van de Lebuïnuskerk klinken bij mijn aankomst.
Het geluid draagt over het stromende water van de IJssel.
Het gaat verder, ongehoord, over de IJsselvallei en door naar de Veluwe.
Ik sta op de aanlegsteiger van het electrische pontje over de IJssel, met het zicht op Deventer. De oude huizen aan de kade, daar hoog bovenuit torent de toren van de Lebuïnuskerk, wanneer ik naar rechts kijk zie ik twee ongelijke torens van de Bergkerk.

De wandeling blijft aan de westelijke zijde van de rivier. Hier ligt nog een stukje Deventer. In vroeger tijden was de rivier de grens, maar de rivier heeft zich niet gehouden aan de grens en zocht telkens andere wegen om het water naar de zee te dragen. Zo is De Worp aan de andere kant van de rivier terecht gekomen. Mijn tocht gaat eerst door het Worpplantsoen, dat de laatste jaren een flinke opknapbeurt heeft gekregen dankzij een legaat. Dan ga ik onder de oude spoorlijn door. Tijdens de tweede wereldoorlog werd een voorganger de lucht ingeblazen. De tijdelijke brug die toen werd aangelegd door de geallieerden blijft lang in leven. Restanten van deze oude brug zijn aan beide zijden van de rivier geplaatst als een herinnering.
Na de spoorlijn kom ik in Ossewaard terecht. Dit gebied is ontstaan toen er een verbreding van de rivier (met name voor het water van de rivier) werd gezocht. Bij binnenkomst treft ik een paar koeien die grazen. Ik baan mij een pad door het struikgewas en na een tijdje stuit ik op een onbegaanbare pad. Het water is gestegen. Er zijn takken en boomstammetjes in het water gelegd maar die bieden mij geen houvast. Ik keer om en probeer mijn pad te hervinden. Ik vind een strook groen waar ik kan lopen. Even verderop probeer ik weer op de route te komen. In de verte zie ik de lange houten brug al liggen, maar wanneer ik dichterbij kom zie ik dat ook de brug mij niet welgezind is. Eerst door het water. Dan balancerend over één van de brugleuningen. Links lopen, veilig lopen. Het gaat niet op en ik keer terug naar de strook groen die nog droog is.

Ik ga terug via het Stadsland, een oud agrarisch gebied voor de bewoners van Deventer. De velden zijn nu kaal. Een wandelaar komt mij tegemoet en groet mij. Ik maak geen gebruik van de mogelijkheid om als extraatje naar de Hof van Twello te lopen. Daar is een blotevoetenpad. Mijn schoenen zitten goed en dat blijft nog wel even zo. Bij de spoorlijn ga ik over een dijk naar de Hoven, de woonwijk achter De Worp, de wijk waar voetballer en coach Bert van Marwijk opgroeide. De weg tussen de Wilhelminabrug (de brug uit de film ‘A bridge too far’) en Twello heeft een onderdoorgang die ik kan benutten, dan weer over een dijk. Wanneer ik in oostelijke richting kijk, zie ik zeer donkere wolken over Deventer trekken, eerst over de stad en langzaam naar het zuiden. Hier schijnt de zon in overvloed. Brengt de rivier scheiding aan tussen licht en donker? Mijn pad ligt bijna op de grens van Overijssel en Gelderland en de tocht heeft een provinciesprong gemaakt, zelfs een gemeentesprong. In De Steenenkamer word ik begroet door een kleine hond die enthousiast op mij af komt, zijn oude baasje vertelt dat zijn hondje met iedereen is bevriend. Het is een hondenleven met zoveel vrienden.

De Wilpsedijk steek ik over, een dijk die zich door het landschap en langs uiterwaarden en rivier slingert. Aan de overzijde van de dijk ligt Landgoed ’t Schol, een bijzonder landgoed. Middenin de gemeente Voorst is dit terrein van het landgoed deel van de gemeente Deventer. Maar er is nog meer. Er staat een prachtig landhuis met een mooie tuin met een berceau in aanleg. Het huis wordt particulier bewoond na een intensieve restauratie. Die restauratie was nodig nadat het pand tijden in deels afgebrande toestand de tijd uitstond. Totdat op een dag een uitgebreide en internationale filmploeg opdook om opnames te maken voor de fim ‘A bridge too far’. Het oude landhuis kreeg een hoofdrol als Hotel Hartenstein (dat in Renkum staat) waar het hoofdkwartier van de Britse 1st Airborne Division was gevestigd.
Over de Johannahoeve ga ik Overijssel weer binnen, een pad linksaf en dan de Stadweiden in. Dat is mijn bedoeling. De Stadsweiden, met die stad wordt uiteraard Deventer bedoeld. Eeuwenlang hadden de Grootburgers van de stad Deventer het recht om hier hun vee te laten weiden. Nog steeds zijn er in de koekstad Grootburgers. Wanneer ik linksaf wil slaan om een pad door de Stadsweiden te volgen wordt mijn aandacht getrokken door een bord met tekst. Tekst heeft altijd mijn aandacht. Helaas is het gebied momenteel gesloten wegens het broedseizoen. Na 16 juni mag een wandelaar hier weer in. Of die beperking ook geldt voor Grootburgers van de stad weet ik niet. Ik keer op mijn schreden terug en ga over de dijk die ik eerder volgde naar Steenenkamer en verder. Daar zoek ik de route op en loop langs de IJssel en kom terug bij de mooie start.
Ik ga op een bankje zitten, pak mijn zakmes en mijn laatste appel van de dag.
Mensen verzamelen zich op de steiger en nemen foto’s.
Langzaam verdwijnt de zon uit zicht.
Zicht op Deventer.
Deventer – De overkant van Deventer – 11 kilometer
Deventer toch even opgezocht. Is het enkel als kader genomen voor de film of heeft de slag daar ook werkelijk plaatsgevonden? Ik dacht dat dat in Arnhem/Nijmegen was…
LikeLike
De gevechten zijn inderdaad bij Arnhem en Nijmegen geweest en op de Veluwezoom. Maar de opnames zijn deels bij de Wilhelminabrug geweest en op landgoed ‘Slot. Ik zag onlangs nog een deel van de film en herkende onmiddellijk beelden van Deventer.
LikeLike