In de serie ‘de mooiste netwerkwandelingen’ van Uitgeverij Elmar verscheen een deeltje over ‘Sallandse Heuvelrug & IJsselvallei’. Tijd om de IJssel over te steken. Hieronder een verslag van Wandeling 4 uit deze wandelgids.

Via een omtrekkende beweging kom ik vanaf de dijk tussen Deventer en Olst terecht op een parkeerplaats in de buurt van Huis De Haere. Die omtrekkende beweging, als militaire uitdrukking, is hier wel gepast. Hier ben ik op een restant van de Koude Oorlog. In het landschap zijn de sporen goed te vinden. Om de Russen buiten de deur te houden werd in het diepste geheim een verdedigingslinie aan de oostzijde van de IJssel gebouwd. Toen West-Duitsland lid van de NAVO werd raakte de IJssellinie in onbruik en kwam de verdedingslinie ver naar het oosten in West-Duitsland te liggen. Wanneer ik naar de start van mijn wandeling loop zie ik op de brug mensen op hun trouwbest. Dan kies je een datum in de tweede helft van mei en vervolgens heb je dit prachtige wisselvallige weer. Wanneer het helemaal misgaat kunnen de feestgangers hun toevlucht zoeken in de hospitaalbunker op het terrein. Deze bunker is prachtig intact gebleven. Onderweg zal ik meer ‘koude oorlog herinneringen’ tegenkomen, een nissenhut langs de kant van de weg, een ingebetonde Shermantank, een vierlingmitrailleur (Browning.50). Met mijn scherpe blik zal ik ongetwijfeld nog veel hebben gemist.

Mijn route gaat eerst in noordelijke richting om dan via de Kletterstraat (het spoor tussen Deventer en Zwolle over) uit te komen bij een imposante havezate. Het is Groot Hoenlo. Het grootste gedeelte van dit optrekje stamt uit de 15e eeuw maar de voorgevel is piepjong (van 1897). De havezate is nu een appartementengebouw en de Vereniging van Eigenaren draagt zorg voor Groot Hoenlo en wat er aan tuin bij hoort. Verder dan de houten brug over de gracht kan een wandelaar dan ook niet komen. De beroemdste bewoner van Groot Hoenlo was Harry Mulisch. Hij had een bijbaantje als curator van een dependance van het Letterkundig Museum. In zijn vrije tijd schreef hij op Groot Hoenlo ‘De ontdekking van de hemel’. Ten zuiden van Boskamp loop ik langs boerderijen met namen als ”t Hakkenaar’ en ‘De Pessink’. ’t Nijendal is een ander groot landgoed in deze omgeving. Hier is nog veel van oude structuren van het landschap overeind gebleven. De nieuwe eigenaar Stichting IJssellandschap probeert door een hogere waterstand ook de rabatten weer te herstellen. Bij Hengforden is al jarenlang een project gaande om een open landschap te herstellen en te behouden. Koeien grazen loom in al deze openheid. Af en toen komt een voorzichtigte regenbui te voorschijn, maar de rode koeien zijn er niet van onder de indruk. Ik kom één van de oudste bermmonumenten van Nederland tegen. Op 5 mei 1875 viel van zijn paard jonkheer Eduard Jan Teding van Berkhout, de verwondingen die hij daarbij opliep hebben tot zijn overlijden geleid.

Na de tweede oversteek van de spoorlijn kom ik terug op het landgoed De Haere, waar enkele bijzondere elementen zijn. Er is een kunstige zonnewijzer in een grasveld geplaatst. En er is de beroemde folly, een nep-ruïne, een soort ‘fake news’, want het bouwwerk is een keurig nagebouwde ruïne. Het lijkt echt, alsof er een oud kasteel heeft gestaan, maar schijn bedriegt. Tuinontwerpers in de Engelse landschapsstijl hielden wel van een gebbetje.
De wandeling brengt mij vlak langs de brug naar het landhuis. Op weg naar de parkeerplaats tref ik enkele feestgangers, al dan niet voorzien van een corsage. Een vrouw stapt in de auto naast mij, terwijl zij haar keurige schoenen met hoge hakken in haar hand houdt. Wat zij aan haar voeten heeft kan ik niet zien. In haar andere hand houdt zij een kleine corsage, die zij voorzichtig op de passagierstoel legt. Het feest zit er op. Het leven kan verder.
Landgoederen en rust en ruimte en restanten van een koude oorlog kwamen voorbij tijdens een mooie wandeling.
Olst – Olster landgoederen en de IJssellinie -10 kilometer