
Breukelen is in het gelukkige bezit van een doorgang onder het spoor voor wandelaars en fietsers en kinderen op de step. Maar voordat ik het spoor onderdoor ga kan ik een blik werpen op een molen. Dat is altijd een mooi moment op een wandeling. Ik kan dan even denken aan mijn voorvaderen (waaronder een Willem) die zich bezig hielden met het maken van molens. Deze Kortrijkse molen dateert uit de periode rond 1675 en staat dus al een tijdje op deze plek. Deze molen zorgde voor een prettige waterstand in de polders Kortijk en Gieltjesdorp. Deze polders werden ontgonnen tijdens de Middeleeuwen (ja, die mensen in de Middeleeuwen konden wel wat) en de naam ‘Kortrijk’ komt inderdaad van de Vlaamse stad Kortrijk. Hoe dat gekomen is weet ik niet. Waren er flexwerkers uit Kortrijk betrokken bij de ontginning? Momenteel is de molen in eigendom van de Stichting De Utrechtse Molens.

De weg voert langs de toegangsweg naar Breukelen en over het kanaal tussen Amsterdam en de Rijn waar altijd wel een vrachtschip is te zien. Langs een ander water, de Kerkvaart, kom ik in het centrum van het dorp. De markt op de Kerkbrink is in volle gang. Rustige rijtjes mensen wachten voor kramen. Voor eetgelegenheden zitten oude mannen en laten de wereld aan zich voorbijgaan. Ik ga ook voorbij en sla de Brugstraat in, die wonderwel bij de brug uitkomt. Een bel rinkelt en de brug gaat langzaam omhoog. Een man staat bij het toetsenbord om de brug te bedienen. De Vecht stroomt onder de brug door, een boot passeert. Verkeer hoopt zich op aan de overzijde, achter stellen fietsers zich op. Aan de overzijde van het water staat Gunterstein, dat ik alleen ken van een ‘beraad’ dat hier ooit heeft plaats gevonden. In dit beraad troffen allerlei Nederlandse zendingsorganisaties (kerkelijk en niet-kerkelijk) elkaar om zo elkaar beter te leren kennen en mogelijkheden van samenwerking te onderzoeken. Gunsterstein is niet alleen de ridderhofstad, maar ook een uitgebreid landgoed met prachtige zichtlijnen. Wandelend door het groen kom ik uit bij een water waar ik de naam niet van ken. Ik loop eerste over de Scheendijk, dan over een dijk parallel aan de Scheendijk. Zou het water de ‘Scheen’ heten of schop ik dan ergens tegenaan? Aan de overzijde van het water is een watersportgebied met haventjes, aanlegsteigers, huisjes en zelfs costa-achtige hoogbouw, dat hier geheel misstaat.

Langs de Proosdijweg ontwaar ik een begraafplaats met daarachter een gebouw dat het nog het meest lijkt op een oud model LEGO kasteel. Aan het einde van de we kom ik op het Zandpad dat helaas is geasfalteerd. Zo loop ik samen op met de Vecht. Soms met een oude boerderij, soms met een statig landhuis aan deze of gene zijde. Een enkel theehuis in oude staat (authentiek en puur) houdt zich op langs het water en wacht op theetijd met geparasolde dames die uit porceleinen kopjes van hun chinese thee drinken. en praten over hun personeel en liefdadigheid. Er verrijst aan mijn zijde van de Vecht een imposant blandhuis op een imposant perceel, een vierkant hoog theehuis, koetshuis en woon’huisjes’. Nu is het allemaal geen gezicht, maar misschien over honderd of tweehonderd jaar is het aanvaardbaar voor de ogen van passanten.

Aan de andere kant van de smalle weg zie ik een voetganger naderen. Hij heeft een rugzak om en een pet met oorkleppen op. Uit zijn opgestikte broekzak op zijn rechterdij steekt een wandelgids van een LAW.
“Op zoek naar een huis?” roep ik hem toe over het asfalt. Hij kijkt mij aan met een bedenkelijk gezicht. “Het is het allemaal net niet!”, hoor ik terug en zijn handen maken een bijpassend gebaar. ‘Valt tegen, he”, vul ik aan. Hij is bezig met het nieuwe Waterliniepad dat gaat van Volendam naar Dordrecht, van de vis van Volendam naar de Synode van Dordrecht en er gaat veel water onder de brug. We wisselen onze wandelingen uit, steken elk een hand op, hij gaat verder naar het zuiden, ik ga verder naar het noorden.

In het noorden ligt Nieuwersluis. Ik passeer de ingang van de Pupillenschool die dateert van 1877, met de koning als beschermheer. Dan hebben we het hier over koning Willem III. Er achter ligt een gevangenis. Juist als ik de ingang passeer zie ik een man zitten op een bankje aan de overzijde van de weg, even later komt een andere man uit de poort en samen lopen zij naar het zuiden. Ik kan in alle vrijheid verder lopen en steek de Nieuwersluisbrug over Vecht over. Een paar meter verderop is de Nieuwe Weteringbrug omhoog gehaald. Even wachten en ik zie dat ik voor een verlaten bondshotel sta. De Nieuwe Wetering tref ik even later weer, wanneer ik om Fort Nieuwersluis ben gelopen. Een bordje van Natuurmonumenten waarschuwt mij middels een noodoproep over duizenden bezoekers, maar die zijn hier even niet. Ik kom helemaal niemand tegen, behalve een gehoornde geit, in het gras tegenover woonboten. Aan het einde van de wetering ligt nog steeds het kanaal tussen de Rijn en Amsterdam.Het fietspad langs de oever is omzoomd door hoge bomen en trekt een rechte streep door het landschap. Dan is er een zwenking en loopt de route door landgoed Sterreschans, dit landgoed wordt doorsneden door de weg van Nieuwersluis naar Breukelen. Ik loop nu als het ware in de achtertuin (of de overtuin). Op de grens van dit landgoed en landgoed Over-Holland neem ik op een omgezaagde boomstam een pauze. Een enkele fietser komt voorbij op dit pad, zelfs een wandelende fietser, van deze jongen met zijn fiets aan de hand hoor ik dat zijn zadel is gestolen. Wandelend maakt hij van de nood een deugd. Via een verlaten ijsbaan, een park en straten met huizen en de doorgaande weg kom ik terug bij de Pieterskerk aan de Kerkbrink. Vandaar wandel ik de heenweg alsof het de terugweg is.
Breukelen – Groene Wissel 3 – 15 kilometer
Ha Willem,
dat witte huis dat je gefotografeerd hebt, ligt naast de mijndensesluis. In dat huis woont Ron Brandsteder. Die Mijndensesluis is de verbinding tussen de vecht en de loosdrechtse plassen. En dat water bij de Scheendijk, als je rechtdoor gaat heet het de Meent, en als je linksaf slaat, waardoor je op een gegeven moment op de Proostdijweg komt, heet eerst de Kalverstraat en als je langs de Proostdijweg loopt heet het de Weersloot.
De andere kant op vanaf de brugstraat in Breukelen, dus richting maarssen en na 5 kilometer naar links, richting Tienhoeven.Westbroek/Breukeleveen is ook mooi. Op een gegeven moment kun je weer naar rechts, richting molenpolder en Maarssendorp.
Groet, Ron
LikeLike
Ik moet er nog eens lopen met dit in mijn achterhoofd. Het is jouw achtertuin geweest.
LikeLike
Ik ben een keer door de Westbroekse Zodden gekomen , prachtig gebied. Er loopt daar ook nog een klompenpad dat op mijn lijstje staat.
LikeLike