HAD JE NOG WILLEN WANDELEN?

Eerder deze maand werd wederom de ‘wandel naar je werk dag’ gehouden. Nu met een iets andere naam ‘wandel tijdens je werk dag’. Naar jouw werk wandelen, in plaats van met de bus, metro of fiets of auto. Gewoon te voet. iets eerder opstaan en de pas er flink in.

Zou Maarten Koning meegedaan hebben aan een dergelijke dag? Het lijkt mij niet. Toch liep hij jarenlang iedere werkdag naar zijn werk op het Instituut. In de ochtend van huis, buiten even omdraaien en zwaaien naar zijn vrouw Nicolien en dan verder. Aan het einde van de werkdag via een andere route weer terug.

Maarten Koning is het boek alter ego van Han Voskuil (1926 – 2008), die 30 jaar werkte op het Meertens Instituut in Amsterdam. Hij woonde in Amsterdam en werkte in Amsterdam, iedere dag te voet heen en weer. Hij noteerde minutieus zijn wandelingen, de mensen die hij zag, de eenden die zwommen in de gracht, de keren dat hij met zijn onderarmen leunde op een brugreling en uitkeek over een gracht. Waarnemen in optima forma. Waarnemingen op Het Bureau en buiten Het Bureau. En de waarneming dat het pensioen voor hem een bevrijding is.

In de boeken die Voskuil schreef zijn de wegen en paden bezaaid met voetstappen van hem en zijn vrouw. In zijn voor-huwelijkse jaren zijn er ook de voetstappen van zijn vrienden met wie hij in in Frankrijk wandelen en in de Amsterdamse omgeving. Hij en zijn vrienden gebruikten vaak het woord ‘mieters’ om aan te duiden dat iets ‘vet gaaf’ was. Koning noch Voskuil bezat ooit een auto. Daarom wordt er gewandeld in Amsterdam, in de duinen, in Den Haag waar zowel Maarten en zijn vrouw Nicolien vandaan komen, tijdens werkbezoeken in binnen- en buitenland. Nicolien is aanwezig, maar toch op de achtergrond.

De Wageningse wandelaar en schrijver Wim Huijser heeft een selectie gemaakt van de wandelpassages van Maarten Koning. Hij gebruikte hiervoor de boeken ‘Bij nader inzien’ en de serie ‘Het Bureau’. Voskuil heeft meer over wandelen geschreven dan alleen in deze boeken. Van zijn huwelijkse wandelvakanties in met name de Auvergne (Frankrijk) hield hij een daggboek bij. Drie bundels zijn over deze wandelingen verschenen.

Huijser houdt een chronologische volgorde aan bij de selectie en publicatie van de passages. De eerste passage komt uit 1946 en de laatste uit 1989. Uit sommige jaren is geen enkele citaat opgenomen, uit andere jaren vele citaten, soms slechts een enkel citaat. Mij viel op in de passages van de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog dat het veranderde centrum door de grootschalige afwezigheid van joden niet aan de orde komt, ondanks zijn scherpe waarnemingen. Was Amsterdam al over gegaan tot de orde van de dag? Het Waterlooplein wordt regelmatig bewandeld, maar deze buurt had een veelbewogen recente geschiedenis.

De nauwkeurige beschrijvingen van Voskuil gaan gepaard met een grote soberte. Wanneer hij het af kan met zes woorden in een zin, zal hij geen zeven woorden gebruiken. Hierdoor krijgen de veelal korte zinnen een mate van soberheid, zonder tot somberheid over te gaan. Om voor het lezen van deze gekozen passages de metafoor ‘het leest als een trein’ te gebruiken is wellicht ongepast, want een trein hindert in hoge mate een nauwkeurige waarnemening. Wandelen is de menselijke maat, ook qua waarneming.

Af en toe komt zijn religieuze omgeving terecht op papier: een ontmoeting met mensen en muziek van het Leger des Heils, hij hoort de gemeente in de Noorderkerk te Amsterdam een lied in zetten (maar Voskuil vergeet juist de eerste regel van het couplet te citeren) (1975), hij hoort traag gezang in Den Haag uit de christelijk-gereformeerde kerk komen (1980) (bedoeld zal zijn de ‘Christelijke Gereformeerde Kerk).

Ik kan de verleding om een paar citaten te geven niet weerstaan:
“Het enige wat mieters is, is wandelen, jezelf moe maken.” (1948)
“Het enige wat zin heeft is wandelen en een borrel drinken.” (1948)
“Dat is toch eigenlijk het mooiste: de mensen kennen maar toch een vreemde blijven.” (1961)
“Het echte geluksgevoel kwam altijd pas nadat hij was opgestapt.” (1980)
“Als dit nu eens de zin van het bestaan was: Het waarnemen van kleine variaties in steeds hetzelfde stukje van de wereld waar je toevallig woonde.”
(1987)

Een mooi boek voor wandelaars en liefhebbers van literatuur. Voor liefhebbers van beiden is het dubbel smullen. Dank aan Voskuil en Huijser.

Had je nog willen wandelen? · Uitgeverij Van Oorschot

J.J. Voskuil
Had je nog willen wandelen? Mieterse wandelingen met Maarten Koning (samengewsteld door Wim Huijser)
Uitgeverij Van Oorschot 2021

Dit boek heb ik van Uitgeverij Van Ooorschot ontvangen voor een recensie op mijn wandelweblog.

Een gedachte over “HAD JE NOG WILLEN WANDELEN?

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.