Dat is niks voor jou, zei zij toen wij afscheid namen bij de open koeienstal van de biologische veehouderij Ark in de Arkemheenpolder. Daar waren we voor een vogelexcursie.
Nou, zegt Wandellief, hij wil morgen meedoen.
Ik erken het ruiterlijk. Morgen wil ik de 30 kilometer lopen. Zij loopt de 10 kilometer met de jongste van hun stel. Gebruikelijk is dat ik alleen wandel of met Wandellief. Dat is wel zo rustig. De laatste keer dat ik een georganiseerde wandeltocht liep was in mijn tienerjaren. Ik reken de avonden van een vierdaagse niet mee, daar liep ik in mijn ouderlijke rol, in een poging om onze en andere kinderen op het juiste pad te bewaren.
Vanmorgen wandel ik naar Manege Luxool waar de start van alle afstanden van de Veluwe Wandeltocht is. Het hek van de digitale aanmelding was al gesloten, maar nu kan ik in de enorme binnenbak een klein kaartje invullen met mijn gegevens en aangetekend wordt dat ik een medaille wil ontvangen aan de eindstreep. Ik betaal contant en dan loop ik naar buiten. Van een dame van de organisatie krijg ik een routebeschrijving en van haar mag ik al voor negen uur (de officiële vertrektijd voor de 30 kilometer) op pad gaan. Her en der dwarrelt over straat een wandelaar. Het lijkt erop dat 30 kilometer niet de meest gekozen afstand is. Al snel buiten het manegeterrein slaat de verwarring bij mij toe. Ik zie wandelaars naar rechts gaan, terwijl de beschrijving dat niet aangeeft. Een vrijwilliger wijst mij er op dat ik toch echt naar rechts moet gaan. Het zij zo.
Mijn weg gaat door het centrum, langs Doornsteeg, de wijk in opbouw, dan de A28 over. Hier zijn de 30 km lopers en de 40 km lopers allang gescheiden van route en kaart. De Palestinaweg is lang en omzoomd met bomen, hardlopers, fietsers en agrarisch verkeer delen met mij het asfalt. Aan het einde van deze weg spreekt een man in een bestelautootje mij aan en wenst mij een goede wandeling. De weg komt uit bij de Laak, ik ben inmiddels al in de gemeente Amersfoort aangekomen. Aan de overzijde van de Laak ligt de vinexlocatie Vathorst. Ook daar is het bouwen niet tot stilstand gekomen. Hier komen de 40-kilometer-wandelaars aanschuiven en zij hebben de pas er stevig in. Wanneer ik over de Domstraat de snelweg A28 door de tunnel onderdoor ga ben ik al weer terug in de gemeente Nijkerk. Aan het begin van de Weldammerlaan (inmiddels zijn we in Hoevelaken) is er een rustpunt met toilet, een tijdelijke vestiging van het Rode Kruis, een uitgestrekte tafel met drinken en baksels van allerlei soort en vrijwilligers van Inner Wheel en niet te vergeten: er is een bunker. Er zijn tafeltjes en stoeltjes om te rusten na de eerste 11 kilometer. Ik neem een korte pauze met brood en koel water. Tot in het Hoevelakense Bos loop ik op met een andere wandelaar. Korte berichten gaan over en weer. In het Bos verlies ik hem uit het oog. Dan komt er een fietser op een sjieke fiets naast mij rijden. Hij heeft een shirt van de organisatie van de wandeltocht aan. Hij blijkt bestuurslid te zijn en hij is bezig om de stemming in het peloton te peilen. Hij heeft vaak meegelopen, is nu met pensioen en is in het bestuur gaan zitten. Voordat we het bos uit zijn is hij in een hogere versnelling al vooruit gesneld. In de routebeschijving wordt gewezen op de mogelijkheid om even stil te staan bij een oorlogsmonument, een paar meter van de route. Het monument is ter nagedachtenis aan de Canadese soldaat Walter Strang die op 19 april 1945 omkwam in Hoevelaken. Aan de Kantenmarsweg staat een Klimaatkamer, niet oude kameraad Henk staat paraat voor de geinteresseerde Hoevelaker, maar een dame die zich energiek afvraagt wat al die wandelaars langs haar Klimaatkamer doen. Na enige uitleg vraagt zij zich hardop af, wat zij zou kunnen doen voor de wandelaars. Met die gedachte laat ik haar alleen. De lange Veenwal brengt mij ver van de bebouwde kom van Hoevelaken. Dan nog een eind over de Wolfsesteeg (de bevolking hier was al lang geleden voorbereid op de komst van de wolf). Inmiddels zijn de 20-kilometer-lopers er bij gekomen en dat maakt het meteen een stuk drukker op het asfalt.

Bij de 30 km wandelaars en de 40 km wandelaars zie ik veel solo-wandelaars of duo’s. Nu, met de 20-kilometer-lopers, zie ik meer groepjes. Ik kom achter een groepje van 20 kilometer te lopen. Jong en oud. Wanneer we op de zandpaden van landgoed Slichtenhorst roemt een man zijn hoge wandelschoenen die al vele jaren meegaan. Een jongeman in het groepje begint last van zijn voeten te krijgen. Hij draagt kunststofklompen en zijn hakken kiezen bij elke stap de vrijheid om dan terug te gaan in de klomp. Hij loopt voor het eerst 20 kilometer. Een man met een shirt van Villa Joep om zijn schouders aast op elk klein gaatje tussen wandelaars om een paar meter te winnen om zo verder te komen. Sneller, almaar sneller.
Wij naderen de tweede rustlocatie (met Rode Kruis, toilet en nog veel meer). Na 20 kilometer ben ik bij Wijngaard De Breede Beek. Hier groet ik buurvrouw Monique van ons pleintje. Ik ga onder een boom zitten, met mijn rug tegen diezelfde boom. Heerlijk in de schaduw. Ik eet twee boterhammen, drink thee en koel helder water. Wanneer ik mijn tocht voorzet eet ik mijn appel op. In Driedorp steek ik de drukke weg tussen Nijkerk en Het Ei over en sla de richting Voorthuizen in. Al snel gaat de route over een smal bruggetje en dan door een bosgebied van landgoed Oldenaller. Voor mij wandelen twee dames die op elkaar zijn aangewezen. De rechter dame loopt met een rood-witte stok, de linker dame vertelt aan haar wandelgenoot wat er staat te gebeuren, omhoog, naar beneden, wortels van bomen en zo gaan zij verder. Zij gaan even langs de kant van het pad staan om ons voorbij te laten gaan. In dat voorbijgaan vragen zij naar de volgende rustlocatie. Die hebben we net gehad bij de Wijngaard, maar dat is hen niet opgevallen. De Deuverdenseweg met vele wandelaars en ook nog wat verkeer, dan de onverharde Tweede Kruishaarseweg en dan de Eerste en zo gaan we verder met een groeiende groep wandelaars. Over het Nieuwe Beekpad hebben we geen last van gemotoriseerd verkeer. In de verte zie ik meerdere paardentrailers en paardenvrachtwagens rijden. Er is van alles te doen in de paardenwereld. Hier vlakbij is een grote manege. Maar de tweevoeters van de wandeling gaan dapper door. Vlakbij kampeerboerderij De Spochthoorn raak ik aan de praat met een dame die ook de 30 kilometer wandelt. Haar kwam ik eerder tegen. Zij kiest er voor om een ijsje te nemen bij de camping en dan verder te gaan. Ik wandel door.

Wanneer ik op de Wallerstraat het spoor oversteek zitten de eerste mensen al langs de kant van de weg. Veel van de generatie opa en oma. Langs Het Hazeveld is iemand zo vriendelijk geweest om een grote geluidsbox op een paal naast de route te zetten. Uit de box klinkt onbestemde apres-ski-muziek. Gelukkig hoef ik hier niet langs de kant van de weg te zitten. Ik mag doorlopen. De Vetkamp over en dan loop ik bijna verkeerd, ik vergeet even af te slaan. Twee jongens met grote camera’s zijn bezig met een schoolopdracht en nemen foto’s van wandelaars. Ik sta even stil en help hen zo met hun schoolcarriere. Dan de straat genoemd naar burgemeester Bruins Slot. Hier hebben de bewoners flink uitgepakt. De Nederlandse driekleur wappert aan vele stokken. Oranjevaantjes gaan van boom naar huis en verder. Partytenten staan in het middengedeelte. Elke meter stoep is voorzien van een stoel, een tafeltje en mensen in volle afwachting. Bij één partytent staat een bordje ‘gratis‘. Koude ranja is hier beschikbaar voor de wandelaars. Ik schenk een glas in en laat de koude drank naar binnen rollen. Zo worden de wandelaars aangemoedigd met woorden en daden. Verder langs het Stadhuis en op naar Plein. Onderweg is elk terras tot de laatste stoel uitverkocht. Op het Plein zingt een troubadour met zijn gezicht naar de terrassen en zijn rug naar de wandelaars. Over de drukke Singel, later de Klettersteeg en door over de Spoorstraat, waar verkeer tegen gehouden wordt. Op de Oude Barneveldseweg is het druk met kijkers. Ik moedig enkele groepjes kijkers aan om nog even vol te houden. Op tafeltjes staan koude drankjes, wijnen, bier, nootjes, maar geen bordje met Gratis Ranja.
Wanneer ik de finishboog onderdoor ga groeten het bestuurslid op de fiets en ik elkaar. Het is grote drukte bij de manege. De 5 kilometer lopers staan klaar om te beginnen. Eerst komt een groep trommelaars uit de binnenbak, dan komen de ouderen in een rolstoel, kleintjes van een Kindcentrum, basisscholen, brandweer in volle uitrusting, oud en jong. Alles waar beweging in te krijgen is komt in beweging. Wanneer de meeste wandelaars zijn vertrokken kan ik naar binnen en mijn medaille ophalen. Vlakbij de uitgang waar de trommelaars uit zij gekomen staat burgemeester Renkema. Moeders brengen hun kinderen naar hem en zij geven elkaar een high five. Ik houd het bij een groet.
Tegen de stroom in loop ik terug naar het Plein. Onderweg kom ik bekende wandelaars tegen. Emma met haar moeder. Michaël en Elias met hun vader. Even blijf ik op het Plein en dan wandel ik door de stille straten van Nijkerk naar huis. Achter mij gaat het volksfeest verder, geholpen door de zon, muziek en enthousiaste toeschouwers.
En volgend jaar?
Dat is nog ver weg.
Nijkerk – 62e Veluwe Wandeltocht – 30 kilometer
