Al sinds mijn jongste jaren staan deze twee woningen als poortwachters bij de ingang van Kroondomein Het Loo, wanneer je vanaf de Wieselsweg de bossen ingaat. Het erf rond de huizen is niet meer wat het geweest is, maar de herinnering blijft.
Ik laat mijn auto achter op de parkeerplaats (er staat nog één auto) en ga de bossen in. Mijn verrekijker houd ik bij de hand, want ik wil op tijd de extra bril voor mijn ogen kunnen zetten wanneer ik iets meen te bespeuren in het struikgewas. Achteraf blijkt dat ik wat te enthousiast ben, want verder dan sporen in het zand kom ik niet in mijn hoop op het zien van in het wild levende dieren. Waarschijnlijk ben ik om half acht al te laat aan mijn wandeling begonnen.
Wat er wel te zien is zijn bomen, veel bomen, de zon door het frisgroene bladerdek. Wat mij ook opvalt is de ochtendkou die nog niet verdreven is door de ochtendzon. Waarom heb ik mijn handschoenen niet meegenomen?
De route gaat eerst in westelijke richting door het Wieselsche Bosch, vervolgens in een bijna rechte lijn naar het noorden, eerst door een strook met heide, daarna weer in het bos. Zo kom ik bij de Valkenberg. Ik beken hier dat het me niet was opgevallen dat ik bij een berg was, zeker niet de Valkenberg. Even verderop na een oostwaartse beweging weer naar het noorden.
Dan ineens gebeurt het. Ik hoor een geluid. Voor mij beweegt het met gepaste snelheid van west naar oost. Nog net kan ik het zien. Een auto met een man met pet achter het stuur. Over de Elspeterweg. Na zes kilometer wandelen het eerste teken van menselijk leven.
Even ten zuiden van Niersen kom ik op de geasfalteerde Elburgerweg, maar dan ben ik in de bossen nog een teken van menselijke aanwezigheid tegengekomen. Een knalpot met een stuk uitlaat ligt langs een boomstam. In de aangevreten knalpot leeft en groeit mos. Nog even en ook deze knalpot gaat de weg van alle knalpotten.
Waar de Elburgerweg de Elspeterweg kruist ga ik de bospaden weer op, om uit te komen bij de ‘bebouwing’ van Wiesel (zie foto bovenaan). Hier is een open landschap met huizen en huisjes, met boerderijen en maneges en houtbewerkers. Op een kruising met Windhoek staat een zeer aantrekkelijk wandelbankje waar ik plaats neem. Ik heb er nu bijna 10 kilometer opzitten. Op één van de bankjes liggen twee bananen. Ik laat dit uitbundige aanbod aan mij voorbijgaan.
Op Windhoek sla ik rechtsaf en kom zo op een bijzonder element in het landschap van Wiesel. Ooit (nog voor de Tweede Wereldoorlog) kwam een plan op de tekentafel om een rijksweg 50 aan te legen van Apeldoorn naar Zwolle. In het buurtschap Wiesel werd rond 1930 reeds een brede strook ontdaan van belemmeringen, daar zou de weg komen te liggen. Na de oorlog bleef het plan in een la liggen totdat vele jaren later een andere rijksweg kwam, namelijk de A50 van Apeldoorn naar Zwolle. Het verhaal gaat dat koningin Wilhelmina het project een halt heeft toegeroepen omdat een deel van het terrein van Paleis Het Loo te maken zou krijgen met de nieuwe rijksweg. Of zij er inderdaad een stokje voor heeft gestoken weet ik niet.
Er is nog meer te zien in het landschap. De route gaat over twee wandelbrugjes, waaronder water stroomt. Langs de Wenumsebeek (Wenum ligt aan de oostzijde van de oude weg naar Zwolle) stonden in de zeventiende eeuw vijf watermolens. Waar ik het water oversteek is de wijerd (een voorraad water) dat hoorde bij de Rotterdamse Kopermolen. Deze molen was er ook al in de zeventiende euw, maar maakte zijn start als papiermolen. In de volgende eeuw werd het een kopermolen. Koperen platen waren nodig in de scheepvaart en in de koperen suikerketels die gebruikt werden op plantages in West-Indië. Nog weer een eeuw later was er weer een overstap, nu werd ‘het terrein van de molen geschikt gemaakt voor houtbewerking (en van de restjes hout werden lucifers gemaakt).
De Rotterdamse familie van de molen was niet de enige allochtoon in deze omgeving. Ook anderen zagen er brood in om zich in de nabijheid van Het Loo te vestigen. Eén van die plekken is Landgoed De Ploeg, waar nu een fokkerij in biologisch vleesvee is. En natuurlijk wordt er van alles gedaan rond paarden en pony’s. Een plaquette bij de hoofdingang van het huis herinnert aan de moord op Louis Dobbelman door Duitsgezinden tijdens de Tweede Wereldoorlog (16 oktober 1943). Dobbelman werd geboren in Rijswijk en was een zoon van de directeur van de gelijknamige Tabaks- en Sigarenfabriek te Rotterdam, die tevens boer in Wiesel was. Tijdens de oorlog vinden veel onderduikers onderdak op het landgoed. Op de stoep van zijn landhuis wordt Louis doodgeschoten door Adolf de Man, die een jaar later op Dolle Dinsdag naar Duitsland vluchtte en bij verstek tot levenslang werd veroordeeld.
Via de Zandhegge kom ik terug bij de parkeerplaats, waar inmiddels meerdere autos een heenkomen hebben gezocht. ‘Het is een mooie wandeling door het Kroondomein, en het fraaie open beschermde landschap van Wiesel.
Trage Tocht Epe – 15 kilometer
Deze tocht is te vinden in: Rob Wolfs – Wandelen over de onbekende Veluwe (klik op de titel voor verdere info en bestelling) – Uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig – 2017 (derde herziene druk)
Die uitgeverij is al wel vaker opgedoken in mijn lectuur; misschien moet ik er toch maar eens gaan snuisteren. Je verhaal over Louis Dobbelman past perfect in de sfeer rond Bevrijdingsdag.
LikeLike
Wanneer je de link op mijn website gebruikt voor bezoek aan de website van de uitgever zou dat mooi zijn. Zie de pagina Bestellen op mijn website. 😊
LikeLike