Ook op deze ochtend ben ik op tijd wakker, het gaat goed met de nachtrusten. Het gebruikelijke reisritueel gaat van start. Het beddengoed haal ik af, en met de gebruikte handdoeken breng ik het naar beneden. Ik open de deur van mijn appartement en ga buiten in de besloten cour zitten aan de tafel bij mijn voordeur. Om tien over acht brengt mijn gastvrouw mijn ontbijt in een mooie rieten mand. Het ontbijt smaakt mij goed. Nu nog een laatste blik naar binnen en dan doe ik mijn rugzak op, ga door de poort naar buiten, een laatste groet aan de voorbijrijdende gastvrouw en ik ben weer op pad.
Vanuit Gulpen gaat het eerst omhoog naar een hoogvlakte, daar is het leven van de akkerbouw zichtbaar. Graan, biet, uien, maïs. Grote percelen rijgen zich aaneen. Daar tussendoor paadjes en onverharde wegen. Natuurlijk kom ik ook hier op de meest onverwachte plaatsen honden en begeleiders tegen. Ook op deze vrijdag wordt de regionale hobby volop uitgevoerd.
Na de hoogvlakte wordt het tijd voor een dal, dit keer het fraaie Gerendal. Hier ben ik eerder geweest op mijn tocht over het Pelgrimspad. Gelukkig kruisen de wegen elkaar en gaan de beide paden niet gelijk op. Bij het kruispunt staat een schaapskooi met de bijbehorende schapen. Zowel het dal (240 hectare) als de schaapskooi (met mergellandschapen) is eigendom van Staatsbosbeheer. Meer dan 140 verschillende soorten planten groeien op de arme grond in dit dal en op de hellingen. Vanuit het dal gaat de route langzaam omhoog naar de volgende vlakte.
Vanaf de hoogvlakte kom ik in de buurt van oude groeven (niet te verwarren met grotten, die op natuurlijke wijze zijn ontstaan). In de groeven werden bouwstenen gehakt. De afdaling naar het volgende dal gaat door de Biebosch (let op de ontbrekende ‘s’). En dan kom ik bij het Sprookjesbos, het wordt al drukker. Het pad loopt omhoog langs een hek dat op meerdere plaatsen omgevallen is, op een enkele plaats liggen meerdere bomen over het pad. Wanneer ik boven aankom ontmoet ik een hek, dwars over het pad met een verbodsbord. Het zou handig zijn om zoiets ook beneden neer te zetten. Boven mij steekt de Wilhelminatoren de lucht I niemand wordt daarboven in een harnas gestoken om tokkelend naar beneden te gaan. Een paar passen verder zie ik een rodelbaan. Zie ik nou ook nog een kabelbaan? Gelukkig is het ook mogelijk om te voet naar boven en naar beneden te gaan. Dat doe ik dan maar, het laatste. Links van mij zie ik de stadscamping, gelukkig zit je daar in je tentje niet al te ver van het vertier en lawaai af.
Op de begane grond van Valkenburg is nog drukker dan bij de Wilhelminatoren. Op de Via Patatta is het dringen geblazen om tussen de slenterende vakantiegangers door te komen. Links en rechts zijn eethuisjes en ouderwetse souvenierwinkeltjes. Voorbij de Grendelpoort wordt het rustiger. Ik krijg de indruk van het kleine stukje Valkenburg waar ik doorheen kom dat er een bijzondere mix is van oude glorie, vergane glorie, vervallen glorie, dichte panden, nieuwe glorie (Amstel Gold Race Xperience, Shimano Experience Center). Langs dit alles voert de route mij naar de Geul waar een mooi pad is voor wandelaars (met en zonder hond).
Bijna twee kilometer lang volg ik de Geul, in de schaduw van oude bomen. De kabbelende rivier verlaat ik bij Geulhem. Aan de kant van de Geul staat het restant van een oude watermolen, waar nu een herberg in is gevestigd. Tegenover deze herberg staat een groot pand, een vervallen pand, vervallen glorie. Het lijkt er op dat het een voormalig hotel is. Leeg, overgelaten aan de machten van de natuur.
Vanaf Geulhem gaat het weer naar boven en naar beneden en omhoog en omlaag, dwars door de bossen en langs oude open mergelgroeven. Op één plaats is zelfs een ijzeren trap geplaatst om de behoeftige wandelaar de gelegenheid te geven om de steile helling op te klimmen en af te dalen. Vanaf een nabijgelegen vakantiepark komen wandelaars en mountainbikers door het bos. Een oudere man met een racefiets aan de hand is op het militair oefenterrein De Dellen verslagen door de helling en het mulle zand. Wandelen is mooi, zelfs voor een fietser.
En dan, ineens, de open vlakte naar Maastricht, door de velden en over smalle wegen, langs huizen en huisjes, door Amby en door een park, door een miezerregen, die sterker wordt wanneer ik door Wittevrouwenveld wandel en daar schuil. Bovengronds steek ik de A2 over. Het station van de trein komt steeds dichterbij. Een paar minuten na mijn aankomst op het station vertrekt de trein naar het noorden.
Met één overstap kom ik thuis.
Ik maak mijn veters los.
Thuis na vijf wandeldagen op het Krijtlandpad.
Vijf keer een prachtige omgeving.
Vijf keer een prachtige gekozen route.
Vijf dagen met veel afwisseling.
Krijtlandpad – Gulpen naar Maastricht – 25 kilometer