Romeinse Limespad (II), Zoeterwoude-Dorp naar Bodegraven

Vanmorgen kan ik met Wandellief mee rijden naar Amsterdam. Zij zet mij uit de auto bij station Amsterdam Zuid en voordat de klok van zeven uur slaat ben ik al onderweg naar Leiden. De bus naar Zoeterwoude staat klaar en nadat ik ben ingestapt vertrekt de bus. 

Nadat ik bij de halte Zoeterwoude-Dorp ben ik uitgestapt loop ik naar de route. Omdat ik nog verkeer in het broedseizoen kan ik de hoofdroute niet nemen. Daarom ga ik over de Nieuweweg. Gelukkig is er langs deze niet meer zo heel nieuwe weg een fietspad waar ik als wandelaar ook welkom ben.

Tot aan wandelknooppunt (73) loop ik over een stille asfaltweg. Het is rustig, weinig geluiden. Een zwarte vogel met een klein vogeltje in zijn bek wordt achtervolgd door drie vogels van het zelfde sooprt. Ik vermoed dat er een brute roof heeft plaats gevonden en dat de kleine vogels in de bek van de zwarte vogel het niet gaat overleven. De drie vogels voeren duikaanvallen uit, maar hebben geen kans. Het kleintje is verloren. Zo wreed kan een vroege vrijdagmorgen zijn.

In het routeboekje staat dat de hoofdroute in het broedseizoen niet gevolgd kan worden in het broedseizoen, maar op alle borden die hier staan en hangen en vastgespijkerd zijn wordt niets vermeld over een broedseizoen. Ik besluit om het hek over te stappen en het natuurpad te volgen. De sporen in het hoge gras wijzen er op dat ik niet de eerste ben die hier loopt.  

In de buurt van De Rode Wip, een mooie molen , steek ik de Via Minor 209 over. Bij Boer de Jeu is er weer een omleiding vanwege het broedseizoen. Ik loop tussen de schuren op en word dan door iemand (is het Jeu zelf ?) geïnformeerd dat het broedseizoen is. Ik ga bterug en verbaas me over het pasgemaaide gras in het broedgebied. Dat lijkt niet helemaal bij elkaar te passen: broedgebied en maaien. Ik volg de omleiding die ook op de markering van het pad is aangegeven. Er is een flink aantal fietsers met volle bepakking onderweg, deze dagen bieden een mooie gelegenheid om vast te oefenen voor een lange fietsvakantie in de zomer. 

Bij molen De Blauwe Wip neem ik mijn eerste pauze. Het is een rustige plek met de molen aan de overzijde van het water, naast een vervallen schuur. Hier gaan alleen fietsers voorbij, veelal van een gevorderde leeftijd, zelfs zij die zich voortbewegen op een racefiets. 

Nu ga ik het gebied tussen Hazerwoude-Dorp en Albaniana vol kassen en open kwekerijen in. Boom na Boom. Plant na Plant. Dit gebied heet Rietveld en heeft een bijpassende molen. Verder is het hier ook een beetje Klein Giethoorn, met alle waterwegen. Op de doorgaande weg is te zien dat er ook op de vrijdag na Hemelvaartsdag nog volop wordt gewerkt. Planten, struiken, bomen, zij wachten niet tot na het weekend. Tot vlak voor Alphen wordt er wat af gekweekt ! 

 

 

Aan de zuidkant van Albaniana kom ik de stad binnen. Wanneer ik links van de route af ga zou ik in het museumpark Archeon terechtkomen. Ik ga echter rechts van de route af, op weg naar het huis van amicus Hermanus en amica Afina. Met behulp van melk en abrikozen praten we bij. Albaniana was een castellum dat was gebouwd door de Romeinen. Het castellum had een oppervlakte van circa 80 meter bij 120 meter. Toen de Bataven in opstand kwamen slaagden zij er in om het fort te verwoesten. De Romeinen hebben het castellum echter weer opgebouwd. Het castellum werd bevolkt door cohors VI, waarvan de soldaten uit de buurt van het huidige Kroatië. Hoeveel jonge vrouwen uit die tijd zullen de invloed van deze Romeinse soldaten hebben ondergegaan, met alle gevolgen vandien?  (Zouden Albaniana en Albanië dan dezelfde wortels hebben?) 

Van Albaniana gaat de Via langs de Oude Rijn naar het castellum Nigrum Pullum. Aangezien in Nigrum Pullum zes Romeinse schepen zijn gevonden (drie kano’s en drie platbodems, waaronder één van dertig meter lang) zie ik voor mij Romeinse soldaten die hier op de Oude Rijn een middagje op het water doorbrengen. 

Voor de moderne marcheerder staat op weg naar Nigrum Pullum een oude mijlpaal, alweer een mijl verder op weg. Bij de oude begraafplaats aan de zuidkant van Nigrum Pullum neem ik een pauze, op een bankje, in de zon.  

Op weg naar Bodegraven kom ik weer bij een omleiding vanwege het broedseizoen. Het is helder aangegeven. Een lang fietspad brengt mij bij de Warmoeskade. Dit pad liep ik ook toen ik het Pelgrimspad van Amsterdam naar Maastricht liep. Aan het einde van het fietspad gaat de pelgrim rechtsaf en de Romein gaan linksaf. Na de Via Minor N11 en de Via Ferrata kom ik bij een bijzonder buurtje: Vlietkade, of zoals het op het bordje staat Vlietboulevard. Even denk ik dat er staat ‘Wietboulevard’. 

Op de Oud Bodegraafseweg kom ik een grote afbeelding van een bijzonder munt tegen (zie foto boven dit artikel). Ik vermoed dat het een replica is van een denarius van M. Brutus die een herinnering is aan de moord op Julius Caesar (15.03.44 na Christus).

Op de Oud Bodegraafseweg sla ik rechtsaf, Willemstraat (dank u). Hier en op het aangrenzende Forum is in 1995 een houten poortgebouw gevonden, dat gedateerd is als afkomstig uit 61 na Christus. Op het Forum is een replica van een bronzen ruiterhelm. Deze helm werd langs de Oude Rijn gevonden en wordt gedateerd als afkomstig uit 175-225 na Christus.

Het is een mooie afsluiting van deze mars en ga naar het station van Bodegraven.

Romeinse Limespad II – Zoeterwoude-Dorp naar Bodegraven – 38 kilometer