Het treinstation van Ermelo nadert snel. We pakken onze spullen, stappen uit, stellen onze apparaten in om later te weten waar en hoe we hebben gewandeld. Eerst terug naar de weg waarover we de vorige keer naar het station zijn gewandeld. De Arendlaan klapwiekt aan ons voorbij en we gaan een onverharde weg in. De tijden van de volkstuinen zijn wel voorbij zien we aan onze rechterhand. Het is wachten op betere tijden in het voorjaar.
We steken de Telgterweg over en gaan de velden in en slaan de weg naar het noorden in. Een smal paadje tussen bomen wacht op ons. Ik herinner het van een klompenpad. Even verderop steken we de Korpersteeg over en gaan de Looweg in. De meeste plek in het bos wordt ingenomen door stacaravans en kleine chalets. Het is van oudere datum, maar er loopt volk, één pand is te koop, één Poolse auto komt ons tegemoet.
Wanneer we zonder kleerscheuren de Horsterweg zijn overgestoken zien we het huis van de jager aan onze rechterhand. Verderop staat een bord dat aankondigt dat Groot Emaus hier aanwezig is. De naam verbind ik in gedachten met mijn familie die hier sporen heeft nagelaten. De afstand tussen Harderwijk en Ermelo is niet groot.
Via de kerk (in het midden) gaat het spoor verder langs oude en nieuwe gebouwen, langs een supermarkt, een medische post, een oud schoolgebouw, een kunstplek, een sjoppie en zo meer. Allemaal voor onze medemens, die wel een handje geholpen kan worden. Plots ligt de Horsterweg weer onder onze voeten en vervolgens gaan we over op het Hoge Geestpad, onder de Groen Zoomweg door, door een muzikale wijk en dan de A28 over met een schipachtige constructie. Aan de overzijde nemen we plaats op een bankje, waar fietsers en voetgangers de pont naar het nieuwe land kunnen nemen. Wij nemen een boterham en een slokje thee. Er lopen twee paden naar het noorden en langs de kust. Het pad dat het meest dichtbij de kust gaat is het fietspad, het wandelpad loopt meestal dicht langs de bebouwing. Dat geeft de gelegenheid om de enorme verscheidenheid aan voortuintjes te bewonderen. Vlakbij de ijsbaan is het even zoeken naar de juiste voortzetting. Het zoeken is snel vergeten wanneer we aankomen bij het Blokhuis. Daar woonde in vroeger tijden de Graaf van Gelre. De muur aan de rechterkant van de foto hoorde bij de oude stadsmuur.
Dit is nog maar het begin want in Harderwijk maakt de wandelaar een reis door de geschiedenis. Veel is overgebleven van oude tijden. Zoals het gebouw van het Burger Weeshuis. Tijdens onze tocht over het Westerborkpad kwamen we ook door Harderwijk, maar nu zien we andere plekken, die deze stad zo mooi maken. Toen was er meer aandacht voor de joodse geschiedenis van de stad. Een beroemde inwoner was de Zweed Carl Linnaeus (1707 – 1778), die een begin maakte met de botanische nomenclatuur. In deze toren aan de Academiestraat is een buste van hem te vinden. Het staat op een mooie plek, aan de Academiestraat (er was vroeger een universiteit in Harderwijk !) en aan de botanische tuin, de zogenaamde Hortus. We lopen over het terrein van de Hortus. Daar zien we dat er een restauratie aan de gang is van de Snijkamer. Hier zal een museum komen waarin het werk van de schilder Marius van Dokkum komen. We verlaten het mooie terrein van de Hortus via een smalle poort en komen aan de oostzijde van de Markt. Even hiervoor hadden we aan de westzijde bij de Baron een heerlijke kom erwtensoep gegeten. Vanaf het verwarmde terras hadden we uitzicht op de schaatsende medeburgers.
Onze tocht gaat verder en we komen uit op de Vischmarkt, het is stil en verstild, oude panden hebben zich rond de oude steentjes van de markt geschaard, een enkele vlag wappert, in een hoek zijn twee horecagelegenheden, verder een lingeriezaak, die niet veel om het lijf heeft. De tijd heeft hier een achterstand opgelopen.
Via de Vischpoort komen we op de Strandboulevard Oost, die gewikkeld is in een strijd om verbetering. Er wordt gewerkt aan betere tijden. Via de Havendam gaat het verder, langs molen De Hoop en langs de huizen van oudere wijken van Harderwijk, totdat we de N302 (De Knardijk) onderdoorgaan en in Frankrijk terecht komen, de temperatuur is er niet naar en het regent ook. Net voorbij Frankrijk (bij een verlaten (?) snackbar) gaan we de velden in, geen lavendelvelden, geen zonnebloemen. Grasvlakten met een enkel paard, in een jasje gestoken. Het regent, niet hard, maar wel de hele tijd door. Via het Kerkpad en de Molenweg komen we op de Zuiderzeestraatweg. We kijken rond om een bushalte vinden, vinden deze en dan zien we uit de richting Zwolle een bus aankomen. We zijn tegelijk bij de halte en wij stappen in.