De start van de route van vandaag ligt niet ver van huis, op de fiets naar het station en dan de fiets vastzetten. We kunnen gaan wandelen. Via de zuidkant van het spoor lopen we Nijkerk in en zijn al spoedig bij de sportvelden van Sparta Nijkerk aan de rand van de bebouwing. Daarna komen we op een trajekt van het Westerborkpad, waarschijnlijk zullen we dit pad vaker tegenkomen op onze tocht rond de oude Zuiderzee.
Bij de Meskampersteeg nemen we afscheid van de Westerborkers en gaan wij linksaf. Via een smal fiets- en wandelpad komen we langs het terrein van de Puttense golfclub, geen boerengolf, maar golf voor burgers en buitenlui, die zich kunnen uitleven op landgoed Bokhorst. Bokhorst is een naam die wij in deze wijde omgeving veel tegenkomen.
We stappen over van landgoed Bokhorst naar een ander landgoed, namelijk dat van Oldenaller. Aan het begin van één van de lange lanen passeren wij het Jagershuis. Ik vermoed dat hier vroeger de jager/jachtopziener/boswachter woonde.
Elke wandeling kent zijn markante markering. Hier is op kunstzinnige wijze aangegeven dat we hier niet in moeten willen wij de route volgen. We lopen toch even door om goed zicht op het grote huis (annex kasteel) te hebben, juist aan onze kant is het grotendeels verpakt om schilders een beetje beschutting te geven. Aan de over van een vijver staat een bankje, we nemen even pauze voor een maagversterker en een drankje. De zon breekt langzaam door en we kunnen ons even koesteren in de zon.
We komen bij de ingang van het oude kasteel Oldenaller. De bebouwing hier dateert uit 1655. Het is voor ons niet duidelijk of dit optrekje particulier wordt bewoond. De lange rechte lanen leveren meestal een mooi plaatje, met blad of zonder blad of met vallend blad. In elk jaargetijde blijft een dergelijke boomopstelling boeiend.
Aan het begin (voor ons het einde) van deze laan staat een monument dat ons herinnert aan de aanslag die hier is gepleegd tijdens de tweede wereldoorlog. Een Duitse kolonne werd beschoten. Het vervolg was de razzia in Putten en omgeving waarna veel mannen het leven lieten in Duitse kampen. Deze geschiedenis is nog steeds levende geschiedenis in Putten. Wij lopen aan de overkant van de weg nog even een stukje door het bos, maar daarna komen we in het open veld terecht, dichterbij de oude Zuiderzee.
Bij De Vanenburg gaat we naar binnen, met het Westerborkpad zijn we hierlangs gelopen, nu naar binnen. Er loopt aardig wat volk rond van de gemeente Veenendaal. Deze plek is een geliefd oord voor vergaderingen en congressen. Wij nemen plaats en bestellen drinken en de soep van de dag. De kelner brengt een diep bord met in het midden een fraai kunstwerkje, waarvan ik aanvankelijk denk dat het een onvoorziene amuse is. Op het moment, echter, dat wij elk zo’n bord hebben komt de kelner aan met een grote theepot waar soep in is verborgen. Hij verdeelt de inhoud eerlijk over de twee borden. De soep smaakt heerlijk. Even ten noorden van De Vanenburg passeren we op een haar na een klein museum. Het is een oude boerderij waar twee zussen tot op hoge leeftijd leefden zonder de geneugten van het moderne leven. Er is zelfs een mooi boek verschenen over de dames en hun leven.
We zetten nu koers naar de bebouwde kom van Ermelo. Een dame brengt enige orde in het leven van een hond met sterke bordercollie-wortels en wij raken met haar aan de praat. De hond haalt overal en nergens stokjes en takjes tevoorschijn, legt deze aan onze voeten met de vraag om dit zo ver weg mogelijk weg te gooien.
We gaan van de route af om bij het station van Ermelo te komen. Op het station kunnen we terecht in een gezellige wachtruimte, een mooie tafel, leesvoer en warmte. Zelfs is er een boekenkast waar je een boek in kunt zetten en er een boek uit kunt halen. Er zit geen boek voor mij bij. De trein stopt en vertrekt met ons.