Onze auto wordt geparkeerd op een parkeerplaats in het liefelijke dorp Heeten. De fietsen verlaten de fietsendragers en gaan naar Haarle, waar ze vastgeketend worden aan een balk bij het infocentrum De Pas in Haarle. Na een korte opfrisser in de horecagelegenheid (het is er nog niet druk, wij zijn de enige gasten) gaan we op weg op een bospad. Bij onze eerste stappen is het nog droog, kort daarna valt de eerste regen. Dat is niet erg want we zien een prachtige dubbele regenboog. Een teken van trouw in onze nabijheid.
Van vroegere tochten over de heuvelrug en met name over de weg van Holten naar Nijverdal herinner ik mij een torentje in de verte, nooit ben ik er dichtbij geweest. Zou de toren die ik nu zie, die onvangbare toren zijn? Wat we nu zien is in ieder geval De Sprengenberg op de heuvel De Sprengenberg op landgoed De Sprengenberg. Het voordeel is dat ik maar één naam hoef te onthouden. De oorsprong van dit huis gaat terug tot 1898 – 1910, toen Van Wulfften Palthe (ja, eerst van textiel en nu van de stomerij) uit Almelo het liet bouwen. Eerst was een plek waar zijn jachtgezelschap kon uitrusten, later werd het een woonhuis. Er zijn meerdere aanpassingen geweest aan het huis. Momenteel hebben nazaten van de stomerij het huis in erfpacht.
Na het zicht op het huis lopen we nog even verder door bos, maar dan komt het open terrein, veel gras en veel sloot. De route gaat langs sloten en langs weilanden, langs akkervelden die leeg liggen onder grijze luchten en de dreigende regen. Op veel plaatsen is ijverig gewerkt aan het schoonmaken van de sloot, de opgeviste overtollige begroeiing in de sloot is netjes gedeponeerd op het pad dat wij volgen. Het idee van zandloper is hier wel verdwenen. Het is goed opletten om niet uit te glijden in de restanten en in de modder.
Even voorbij de Witte Broek houden we onze eerste lunchpauze, op een bankje op een splitsing in de weg, bij het Haarlerveld. We zijn net een huis met een bruiloftgezelschap gepasseerd, maar hier op het bankje is die feestvreugde niet meer te horen en te zien. Met z’n tweeën hebben we zelf voldoende vreugde in huis.
Op de Eekwielensweg treffen we dit bordje aan, met het verzoek om ons uitzicht te delen. Nu zou ik mij kunnen afvragen hoe je een uitzicht deelt? Ja, met mijn wandelgenote! Moet ik nu mensen opzoeken en erbij roepen. Kom hier delen in mijn uitzicht? Dit bordje lijkt mij passen in de categorie ‘overbodige bordjes’. Een categorie waar zoveel bordjes in passen. Het zou goed zijn voor het uitzicht wanneer dit bordje verdwijnt. Nu zou dit bordje een paar meter verderop, bij de ingang van het Boetelerveld, ook aan deze paal geslagen kunnen worden. Dan zet je er een zitbankje voor en dan heeft de passant even de tijd om alle informatie tot zich te nemen. Maar goed, laat dit alles mij niet afleiden van de schoonheid van het Boetelerveld. Dit is het enige natte heidegebied van Salland dat is overgebleven. Dat is te danken aan de Watersnoodramp uit 1953. Net op het moment dat arbeiders klaar stonden om dit gebied te gaan ontginnen kwam de waterramp in het zuidwesten van ons land. De arbeiders werden daar naar toe gestuurd om hulp te bieden. In 1960 kwam er een verbod op het ontginnen van de nog resterende woeste gronden in ons land. Er zijn in dit gebied grote grazers, maar we zien niemand van enige omvang grazen. Wel zien wij de restanten van het gegraas, her en der op het pad en langs het pad liggen. Op het terrein zijn twee vogelkijkhutten, maar daar gaat de route niet langs. Nu dienen we te kijken zonder hut. Aan de andere kant van het Boetelerveld gaan we het terrein uit. We worden nog gewezen op twee routes die hier te weandelen zijn. Achter de borden en onder het dank ontwaren wij meerdere mensen die waarschijnlijk met een lunchpauze bezig zijn. Zijn het wandelaars? Zandlopers? Grasgrazers?
Achter een grote nieuwe schuur op een boerenerf wandelen we verder langs een sloot. Op hier is het weer oppassen. We schakelen over naart de andere kant van de sloot en plots zien nwe een spoor door het gras, een vers spoor. Bij de asfaltweg aangekomen zien we grote pijl die naar rechts wijst, een pijl van de Sallandse Wandelvierdaagse. We zien geen wandelaar.
We gaan het landgoed Schoonheeten in. Weer over bospaden, met mooi licht op de goudgele bladeren, waarvan velen al aan de grond zitten. En dan gebeurt het. Eerst hebben we nog de hoop dat het voor even is, maar nee, het is ons niet gegund. Volgens mij gaan nu veel mensen zeggen: “Jullie lopen de verkeerde kant uit.” Soms wordt mijn voorspellende gave werkelijkheid, zo ook hier. Wij worstelen stroomopwaarts door een enorme massa wandelaars van de Sallandse Vierdaagse. Velen van hen zijn geen lid van de vereniging ‘Links lopen, veilig lopen’. Mobiel bellen tijdens het wandelen levert ook gevaarlijke situaties op. Gelukkig zien we een groepje Sallanders in traditioneel kostuum. Echte Sallandsse zandlopers zijn het. Na deze schier eindeloze tsunami aan wandelaars slaan we ten zuiden van het landgoed rechtsaf op de Haarlesedijk en komen in rustige weiden. Hier houden we pauze onder een boom om even tot rust te komen. Inmiddels betrekt de lucht meer en meer. We maken een omtrekkende beweging rondom Heeten. De Kreilemansweg volgen wij en daar breekt de bui los, we schuilen onder het rieten afdak van wat wellicht ooit een hooiberg is geweest. Na enige schuiltijd gaan we toch verder en komen uit bij het Overijsselskanaal. Hier gaan we naar het zuiden, langs het kanaal. Bij een keurig net ophaalbruggetje (kan die nog worden opgehaald ?) gaan we van de route af en wandelen over de Weseperweg naar onze auto.