Vandaag ga ik niet verder met het Utrechtpad, maar met een pad in Utrecht. Zo kan het ook. Ik rijd naar het lieflijke dorp Woudenberg waar inderdaad woud is, maar weinig tot geen bergen. Het dorp ligt op de Utrechtse Heuvelrug of ligt het er net naast, want dit pad in Utrecht is behoorlijk vlak. De route begint in het bruisende centrum van Woudenberg. Ik begin bij het fraaie gemeentehuis van Woudenberg. Pas later zie ik dat achter het gemeentehuis een park is. Het park is genoemd naar J.B. de Beaufort, die van 1872 – 1905 burgervader isgeweest van dit dorp. Voor het stadhuis staat een standbeeld, waarin de man is te herkennen. De naam De Beaufort is geen onbekende naam op de Heuvelrug, in de buurgemeente Leusden zijn ook De Beauforts burgervader geweest. Deze familie heeft een flink stempel op deze streek gedrukt. Dit is niet alleen te zien in het aantal burgervaders, maar ook in het aantal straten, wegen, weggetjes, lanen en stegen die de naam “De Beaufort” dragen. Langs het gemeentehuis kom ik uiteindelijk terecht bij het officiële startpunt van het pad in Utrecht. Ik loop over de Stationsweg West (inderdaad, Woudenberg heeft een treinstation gehad !) naar het oosten, ik ga de Rumelaarseweg in en ben in het buitengebied. Hier heb ik nog geen zandpad, laat staan zandpadgarantie. Wat mij opvalt is dat bij meerdere boerderijen (of voormalige boerderijen ?) er nevenactiviteiten zijn. Hier een voorbeeld van een Laarzenbrigade, waar kinderen een gastouder kunnen treffen. Eerder op deze weg kwam ik een groepsaccomodatie tegen. Het aantal boeren in Nederland neemt dagelijks af, maar allerhande andere activiteiten vinden ruimte op het platteland.
Even verderop kom ik op een bijna twee kilometer lange dijk die in vroeger tijden werd aangelegd door monniken van de abdij Leusden. Met recht een monnikenwerk en daarom heeft het dijkje ook de naam Monnickendijck gekregen. De aanleg vond plaats in 1130 en nog steeds hebben wij profijt van dit monnikenwerk. Dit werk was onderdeel van een project om een groter gebied bewoonbaar te maken. Ik steek de drukke weg tussen Woudenberg en Maarsbergen over en kom op de Ringelpoel. Bij de Woudenbergse Grift wordt mij door de routemakers geadviseerd om te gaan “over een smal, soms flink begroeid graspaadje langs een brede sloot (Grift) aan je linkerhand.” Ik doe een paar gedurfde stappen op dit smalle paadje en dan houdt het paadje op. Niets is er flink begroeid door gras, maar de boer heeft zijn land geploegd en mais geplant. Ik loop verder en zet voorzichtig mijn voeten neer om de jonge aanwas niet in de kiem te smoren. Zo mis ik één en ander van de omgeving, maar voor de landbouwer is er geen reden tot klagen (hoop ik).
Na 250 meter ga ik het maisveld uit via een duiker / brug en kom ik op de Meensteeg, die uitloopt op een onverhard pad. Twee hoeken verderop bij een Dwarsweg neem ik een lunchpauze (bijna elke pauze tijdens de wandeling is voor mij een lunchpauze). Vanaf mijn rustpunt en lunchtafel zie ik een bordje “Eben Haëzer” (betekenis: tot hiertoe heeft de HEER ons geholpen). Het is een verwijzing naar een geschiedenis uit het Oude Testament van de bijbel (1 Samuël 7). Ik ga er van uit dat de HEER mij verder dan dit punt zal helpen. Via de Dwarsberg kom ik wel in de creatieve hoek van Woudenberg (of is dit Maarn)? Een camping, een grote manege en dan Eben Haëzer zelf (dat een recreatiecentrum blijkt te zijn met huisje en een edelhert bij de ingang), bungalowparken en het Henschotermeer.
Wanneer ik de drukke (maar nu even niet) weg tussen Woudenberg en Quatre Bras overgestoken ben wordt ik met groot enthousiasme verwelkomd door de zandpadgarantie. Ik kom op de Oude Utrechtseweg, geen plek nu voor auto’s, maar voor wandelaars en fietsers en paardruiters (inclusief paard). In dit deel van het landgoed Den Treek Henschoten heb ik heel wat uurtjes gewandeld (en gefietst en gezeten). Maar geen tijd voor terugblikken, want ik loop verder in het koele en rustige bos. Ik kom bijna niemand tegen. Gelukkig kom ik ook over paadjes waar ik niet eerder ben geweest. De Veenplas passeer ik aan de zuidelijke kant. Er zijn gedeelten van het landgoed (eigendom van de familie De Beuafort) waar de argeloze wandelaar niet mag komen, het is bijvoorbeeld niet mogelijk om bij de Veenplas te komen. Hier sta ik voor een hek en aan het einde van het zandpad zie ik een gebouw dat lijkt op een schaapskooi, maar misschien is het een buitenverblijf.
Via de boerderijen Groot Loeveseyn en Wellom kom ik bij de Grift (alweer), een tijdje loop ik langs de Grift, wanneer ik niet afgeslagen was naar Landgoed Geerestein, was ik uitgekomen bij theeschenkerij Eldorado, langs de Grift, waar het heerlijk toeven is in de tuin met een hapje en een drankje. Maar ik ga ik bruggetje over en kom in de buurt van een bijzondere woning met het zicht op de Grift. De woning draagt de naam Griftzicht. Het landgoed is in handen van de adellijke familie Hooft, verre familie van P.C. Hooft, bekend van de Rederijkers. Aan de achterzijde van het landhuis is een specialiteit. Haaks op de achtergevel is een Grand Canal aangelegd, één lange lijn naar de Grift. Dit Grand Canal is één van de langste in Nederland. De route gaat een stukje langs dit kanaal, daarna buigt het af en komt langs meerdere rododendrons in verschillende kleuren. Via een oud hek steek ik de weg tussen Woudenberg en Leusden over en loop langs de noordkant van de bebouwing, maar wel in het groen. Via een buitenwijk kom ik weer terecht in het nog steeds bruisende centrum van Woudenberg, alwaar mijn auto nog steeds staat. Het is zeer warm binnen.
Het is weer een mooie route geworden rondom Woudenberg, langs boerderijen en bossen, langs cultuur en natuur.
Deze wandeling staat in :
Rob Wolfs en Ad Snelderwaard – Wandelen over de Utrechtse Heuvelrug – uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig 2016 (wandeling nummer 7: 16 kilometer)
Voor meer informatie over deze gids en bestelmogelijkheid, klik hiernaast op Gegarandeerd Onregelmatig.
Heel leuk!!!
LikeLike