Wanneer we voor onze derde tocht op het station van Weesp uit de trein stappen en het plein voor het station oplopen worden we tweemaal aangeklampd door mensen die geen Nederlands praten, maar wel een papiertje bij zich hebben waarop staat dat zij werk, geld, voedsel nodig hebben, al dan niet voor een klein kind. Wanneer we daar niet op in gaan, raken de beide mannen lichtelijk ontstemd.
We lopen verder, de stad in, we kunnen doorlopen omdat we bij aan het einde van de vorige wandeling al tijd aan Weesp hebben besteed. Spoedig lopen we langs de Vecht, dat weten we van de kaart, de rivier zien we zelden, omdat er veel woonboten, in allerhande soorten en maten en welstandklasses aan de oever liggen. We lopen in Indische sferen langs Groot Batavia en langs Klein Batavia.
Omdat we in noordelijke richting lopen kruisen we weer een snelweg, de A1. Wegwerkers zijn met een indrukwekkend project bezig. Er wordt een nieuw stuk snelweg aangelegd. Binnenkort zullen hier auto’s over snellen (al dan niet met 130 km per uur) en het oude stuk snelweg zal dan weggehaald worden.
In Muiden gaan we op bezoek bij Ome Ko. Meer familieleden hebben diezelfde gedachte gehad en uitgevoerd. Het is druk buiten want ome Ko heeft tafeltjes en stoeltjes buiten neergezet. Een pauze tijdens een wandeling doet goed. We zitten bij het water en we zien het schutten in de sluis.
Nadat we afscheid hebben genomen van Ome Ko gaan we dieper het centrum in dat we echter al weer spoedig achter ons hebben. We gaan de dijk op, langs de vestinggracht die aan de andere kant weer grenst aan een vesting. Zo helder is het in Muiden.
Die vesting aan gene zijde is het Muiderslot. Waren we bij Ome Ko de andere kant uitgelopen hadden we kans gemaakt om bij het slot uit te komen. Nu moeten we het doen met onze herinneringen aan de middelbare school waar we leerden over het Muiderslot, de Muiderkring, de Rederijkers en P.C. Hooft.
We wandelen verder over de dijk, we zijn niet de enigen enkele koeien hebben zich toegang verschaft tot dit waterbouwkundige werk. Op de achtergrond zien we Hollandse luchten, daaronder ligt het IJmeer. Wanneer we in de buurt van de koeien lopen zien we de hoogbouw van Almere.
Vanaf de dijk lopen we Muiderberg binnen. We gaan naar de joodse (of Israëlitische ) begraafplaats toe. Deze is de oudste Joodse begraafplaats van Nederland. Het is tevens de op één na oudste van Nederland. Er wordt hier begraven sinds 1642. We hebben ons huiswerk niet goed gedaan, daarom komen we er te plekke achter dat de hekken dicht zitten: Het is sjabbat en op de sjabbat en andere Joodse feestdagen is de begraafplaats gesloten.
Deze begraafplaats is een Hoogduitse begraafplaats (met een heel vroeg samengaan met een belendende begraafplaats van Poolse joden), die nog intensief wordt gebruikt. Op het uitgebreide terrein staat een aula, boven de ingang van deze aula staat een tekst in het Hebreeuws: “Wij weten, Eeuwige, dat uw recht rechtvaardig is”. Het zijn woorden uit de begrafenis liturgie.
We gaan weer naar het zuiden en over de A1 (in ontwikkeling) en dan slaan we af naar het oosten en komen op het gebied van het Naardermeer. Dit is het eerste terrein van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten. Ruim honderd jaar geleden werd deze vereniging opgericht om te voorkomen dat het Naardermeer daar de stad Amsterdam gebruikt zou worden om het stedelijk afval te storten. Het Naardermeer was op dat moment privé bezit. Twee mensen besloten de vereniging op te richten: het waren Jac. P. Thijsse (van de plaatjes) en E. Heimans (bij de start van de Vereniging werd Thijsse verkozen in het bestuur en Heimans niet, hij weet dat aan zijn joodse afkomst). De Vereniging slaagde er in om geld bij elkaar te krijgen om het gebied te kopen.
En zo komen we wandelend aan bij het station Naarden / Bussum waar we net een trein naar het oosten zien vertrekken. Er is een bankje beschikbaar op om te wachten en de tocht te overdenken.
Onderweg, op een verscholen locatie, troffen we langs de weg een bordje aan met de mededeling dat hier koffie, thee, chocola, een een koekje verkrijgbaar waren. Een bui begint zich net te ontladen en we gaan op zoek naar iets warms en drinkbaars, we kunnen plaatsnemen in een garage. We nemen thee. Een dame doet dit er bij, wanneer ze er zin in heeft. Wanneer het genoeg is, haalt ze het bord weg en zet het in de schuur. Wanneer ze weer wat aanspraak wil zet ze het bord buiten. Bij de thee krijgen we nog wat informatie over de omgeving en haar eigen verbondenheid met deze omgeving. Vandaag is haar zus op bezoek die haar wat helpt. De vrouw des garages is 91 jaar en haar zusje is in de tachtig. Een mooi stel.