Fiets en trein brengen ons naar het station van Naarden / Bussum. Vrij snel na de start van onze loopdag komen we langs de plaatselijke (dat is Bussumse) synagoge. Pas aan het begin van de vorige eeuw werden synagogale bijeenkomsten gehouden in Bussum. Momenteel worden de diensten gehouden in dit gebouw, dat een verandering heeft ondergaan want het was eerst het gebouw van de Hersteld Apostolische Gemeente.
Bij nader onderzoek van de ingang van de synagoge valt op dat er een mezoeza is geplaatst aan de rechterzijde van de deur. Het valt nauwelijks op, want het lijkt alsof de mezoeza een lik van een witkwast heeft gekregen. Het woord ‘mezoeza’ betekent ‘deurpost’ en wordt ook gebruikt voor een kokertje dat geplaatst wordt aan de rechterdeurpost. In het kokertje wordt een strook perkament geplaatst waarop met onuitwisbare inkt teksten uit de Tora staan geschreven, waaronder het Sjema : “Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één! Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn, en gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw poorten.”
We lopen langs een weg met grote woonhuizen, die veelal omgevormd zijn tot kantoorpanden. We passeren de joodse begraafplaats, maar alles zit op slot.
Langzamerhand begint het vochtgehalte in de buitenlucht toe te nemen. Aan de Laarderweg begint het vochtgehalte dusdanige vormen aan te nemen dat we niet alleen nat worden maar ook koud. Er klinkt het diepe verlangen naar iets warms en droogs. We stappen binnen bij een Turkse bakker die allerhande broodjes heeft, maar helaas geen warme broodjes. Wel nodigt de eigenaar van ‘Bosporus’ ons uit om lekkere hapjes op een schoteltje te leggen. Hij gaat aan de slag om om thee voor ons klaar te maken. Hij komt langs met een volgende schaal lekkernijen, geeft ons er wat van en zegt dat vandaag zijn feest is. Zijn feest is niet zijn verjaardag, maar het Suikerfeest, het einde van de vastenperiode. De lekkernijen doen de gelegenheid van het Suikerfeest eer aan, ze zijn zoet tot zeer zoet. Wanneer ik wil afrekenen kan het niet. ‘Het is feest’, zegt de man van Bosporus nog eens.
Wanneer we de lange weg vervolgen komen we op de hei van Bussum uit, we lopen over de Lange Heul en komen in de nabijheid van de Aardjesberg. Het fraaie paaltje laat zien welke kant onze voetstappen uit moeten wijzen. Via een klein bosgebied komen we in de bebouwing van Hilversum, eerst langs het station van het Mediapark en dan verder naar het Centraal Station.
In het centrum van dit dorp is Dudok, de architect, aanwezig. Hier zien we een voormalige politiepost. Op meer plaatsen in Hilversum zien we de hand van de meester.
Eén van de bekende joodse families in Hilversum was de familie Philips. Vader, moeder, vier kinderen. Pa had in een klein straatje bij het spoor een Winkel van Sinkel (een winkel met van alles en nog wat). In 1942 werd de winkel in beslag genomen. Daarna werd het gezin gedwongen om in Amsterdam te gaan wonen. In april 1943 werd het gezin gevangen en op transport gesteld naar Westerbork. Later zijn alle leden van het gezin omgekomen. In de Professor Dondersstraat zijn struikelstenen gelegd.
Wanneer de regenval in volle hevigheid losbarst zoeken we de droogte bij café Dudok (daar heb je hem weer). Wanneer de bui helemaal los en leeg is gaan we verder, onder het spoor door en het centrum van Hilversum in. Op een verlaten begraafplaats (‘Gedenk te Sterven’) treffen we het Mauthausenmonument aan. De steen die voor dit monument is gebruikt is afkomstig uit één van de steengroeven van het concentratiekamp Mauthausen. Bill Minco heeft deze steen mee genomen uit de steengroeven waar hij heeft gewerkt. Hij was één van de weinige overlevenden.
De joodse begraafplaats van Hilversum ziet er goed beveiligd uit. Je kunt een 06 nummer bellen om op de begraafplaats te komen. Al in 1751 was er een joodse begraafplaats in Hilversum. Kort voor 1860 werd deze begraafplaats aan de Vreelandseweg in gebruik genomen. Wij lopen verder.
We lopen nogmaals verder en komen bij de rotonde die het oude Loosdrecht en het nieuwe Loosdrecht van elkaar scheidt of juist bij elkaar brengt. Vele malen ben ik hier langs gereden op weg naar een kerkje in het oude Loosdrecht. Ik zag uit mijn ooghoeken een monument, maar wat ik toen niet zag zie ik nu. Een monument waarop kinderen worden herdacht die zich voorbereiden op een vertrek naar Palestina om daar een nieuw leven op te bouwen. Voor de namen die hier in steen staan is die Alijah niet gelukt. Dankzij onderduik hebben velen de oorlog overleefd. De namen op het monument niet.
Na de vele gebouwen en een enkel park zijn we nu toe aan een wat meer natuurlijke omgeving. We lopen het Loosdrechtsebos binnen en lopen over de Hoorneboegseheide. We zien twee reeën, die ons helaas ook in de gaten hebben en zij verdwijnen over het pad in het tegenovergestelde bosperceel. Op de foto zijn beiden te zien, maar je dient wel goed te kijken. Het is duidelijk dat dit gebied dicht bij de bebouwde kom ligt, hardlopers, fietsers, hondenuitlaters, paarden, van alles komt er voorbij wanneer wij op bankje pauzeren.
Via de afdeling ‘grote en sjieke huizen’ komen we uiteindelijk terecht op het Station Hilversum Sportpark. We hebben vandaag geen sportpark nodig gehad om sportief te zijn.