Wat moet je doen wanneer je in 1998 al van Gent (België) naar Santiago de Compostella (Spanje) hebt gewandeld?
Dan wandel je vervolgens in 2000 van Gent naar Rome.
En dan?
Dan wandel je in 2005 van Gent naar Jeruzalem.
Dat heeft de Belg Sebastien de Fooz gedaan.
In dit boek verhaalt hij van zijn wandeling en zijn vele ontmoetingen. In een groot deel van zijn wandeling door Europese landen wordt hij op vele plekken warm ontvangen, met name in kloosters, in pastorieën, op plekken waar de Roomskatholieke Kerk aanwezig is. De Fooz is zelf Rooms Katholiek en hij heeft in Gent de zegen meegekregen tijdens een kerkelijke viering op Paasdag toen hij begon aan zijn tocht. Het is prettig wanneer je zo deel uitmaakt van een multinational, want overal zijn geloofsgenoten te vinden met plek voor onderdak. De Fooz is met een handjevol euro op pad gegaan en hij leeft van wat hij onderweg vindt en ontvangt. Dat is veel. Zo rijgt hij de dagen aaneen met lange dagafstanden, soms wel tot 70 kilometer op een dag.
Tijdens zijn tocht en in zijn boek keert hij telkens terug naar een oud lied. Psalm 91 vergezelt hem, een psalm van vertrouwen op God die hem beschermt. Mede door de route die hij neemt staat de tocht in het teken van de drie monotheïstische godsdiensten jodendom, christendom en islam. Het jodendom komt niet alleen aan bod aan het einde van zijn wandeling, wanneer hij in Jeruzalem bij de Klaagmuur (restant van de oude tempel gebouwd door Herodes) staat, maar ook tijdens een omweg die hij maakt om voormalig concentratiekamp Dachau te bezoeken. Dit bezoek krijgt een eigen hoofdstuk (Het Dodenkamp) in het boek dat verder land voor land volgt in de hoofdstukindeling. In Dachau raapt hij een steentje op, draagt dat met zich mee. Zijn bedoeling is om het steentje achter te laten bij de Klaagmuur. Wat het christendom betreft volgt hij de Roomskatholieke variant en de orthodoxe varianten op de Balkan en de oude armeense christelijke gemeenschappen in het nabije oosten. Steden als Worms (Rijksdag met Maarten Luther ) en Heidelberg (met de beroemde gereformeerde Catechismus) worden aangedaan, maar niet als steden met een sterke protestantse geschiedenis. In Turkije en volgende plaatsen komt de islam sterk naar voren, wanneer er geen pastoors zijn, dan wordt hij wel ontvangen door imams of andere moslims.
Bijna overal waar hij komt met zijn vermoeide lichaam en zijn zware rugzak en zijn bezemsteel als wandelstok wordt hij gastvrij ontvangen. Vaak zijn berichten over zijn pelgrimage al doorgegeven en staan mensen bij de kloosterpoort hem al op te wachten. Een enkele keer blijft hij ergens meerdere dagen om op adem te komen, om aan te sterken of omdat het zo n prettige en bijzondere plek is. Hij leeft telkens intens maar helaas kortstondig mee met de mensen die hij ontmoet. Hij wandelt trajecten met familieleden en vrienden, maar de eenzaamheid van de solowandeling heeft zijn eigen charme. Hij maakt enthousiaste Duitsers mee die een nieuw gekozen paus verwelkomen. Habemus Papam. Het is de Duitser Ratzinger die Benedictus wordt.
Dagen van regen in het zuiden van Duitsland.
Dagen van intense hitte op de Anatolische hoogvlakten.
Dagen van neerslachtigheid op meerdere plaatsen.
Op de Hongaarse poestas ontmoet hij restanten van Duitse gemeenschappen.
In Roemenië ontmoet hij een kleine gemeenschap van Oostenrijke kolonisten die daar neerstreken in de negentiende eeuw. In dat land ontvangt hij gastvrijheid van zigeunergemeenschappen.
In Bulgarije moet hij grote afstanden afleggen om van het ene dorp in het andere te komen. Hij raakt zeer vermoeid en verward.
In Turkije krijgt hij weer diep inzinkingen. Hij komt in Nicea (bekend van de Geloofsbelijdenis van Nicea uit de vroege kerk). Hij loopt door Tarsus, de geboortestad van de apostel Paulus,
Wonder boven wonder kost het hem geen enkele moeite om de grens met Syrië over te steken. Hij meldt niet dat hij op weg is naar Jeruzalem. Hij is in Homs, in Damascus, in het beroemde klooster Mar Musa. De grens tussen Jordanië en Israël is de lastigste grens om te passeren. In Israël ontmoet hij minder gastvrijheid dan op andere plekken. Het is duidelijk dat het land in staat van oorlog is. Dan staat hij bij de Jaffapoort en uiteindelijk bij de Klaagmuur. Hij ervaart een vredige vreugde.
Sebastien de Fooz heeft een mooi boek geschreven, dat blijft boeien van het begin van de reis tot het einde. Hijzelf is geboeid door alle mensen die hij op zijn pelgrimstocht ontmoet en dat is te merken in het boek. Hij luistert naar mensen en hun verhalen. Hij heeft het vertrouwen om zich mee te laten nemen naar huizen van onbekende mensen die hem gastvrijheid bieden. Zelden (op een gestolen maar herkregen zonnebril na) wordt zijn vertrouwen beschaamd op deze fysieke en innerlijke tocht.

Sebastien de Fooz
Te voet naar Jeruzalem
Een solotocht van 184 dagen
Uitgeverij Lannoo nv, Tielt 2006
zesde druk
ISBN 9789020997545