Op zoek naar wat niet meer is. Daar gaat het over in de wandelgids Op zoek naar verdwenen dorpen (2021) van AnodaPublishing. In 18 wandelingen brengt deze gids je naar dorpen die niet meer bestaan. Deze dorpen zijn afgebroken, ondergestoven door zand, verwoest door het water. Door het hele land van Delfzijl naar Zeeland zijn deze dorpen te traceren. Pieter en Coby Metz zijn op zoek gegaan en hebben het ons gemakkelijk gemaakt met het uitzetten van deze 18 wandelingen. Vandaag wandel ik in de omgeving van Delfzijl.
Daar staat hij op de dijk bij Delfzijl.
Als in een sliert van een geschilde appel gaat hij hoger en hoger.
De tekst stijgt tot grote hoogte.
De schrijver van deze tekst is niet meer onder ons, maar zijn stem en zijn teksten en zijn muziek klinken nog steeds, tot hier op de dijk.
Ede Staal is niet verdwenen in het landschap. Teken van zijn aanwezigheid is aanraakbaar. Zijn tuintje strekt zich uit naar de hemel en is nog steeds in volle bloei, voor wie wil kijken en luisteren.

Volgens drs. P. was Omsk nog ver weg, maar wanneer je uit het centrum van het land komt is Delfzijl ook ver weg. Overstappen in Zwolle en in Groningen en dan uitstappen op een klein station. Even wandelen en ik sta op de dijk, vlak achter het Muzeeaquarium en bij het Eemshotel. De zon begint de flarden van nevels te doorbreken, licht weerkaatst op het water. Een enkeling loopt met een hond. Ik loop de dijk over, langs het Staalmonument, over een veerooster, langs een kudde makke schapen. In de Bocht van Watum ga ik de dijk af en kom terecht in een parkachtig gebied. Hier is mijn eerste ontmoeting met een verborgen verleden. Er is een klein monument ter herdenking dat hier ooit het gehucht Ladysmith stond, een zevental huisjes. Het monument is een persiflage op een ruïne en is zelf al bijna een echte ruïne geworden, verborgen tussen opschietend en doorschietend groen. Ladysmith is geen typisch Groninger naam, want het verwijst naar het Zuidafrikaanse Ladysmith dat kort voordat Janske Bruggeman in 1901 zijn huisje bouwde belegerd was door de Boeren. In Nederland werd toen sterk meegeleefd met de stamverwante Boeren. Vandaar dat Janske koos voor de naam Ladysmith. De Engelsen in deze verre stad hielden stand onder leiding van Baden Powell, die later de Scouts in het leven riep. In vele boeken is het beleg uit de doeken gedaan, bijvoorbeeld door Sol T. Plaatje die tijdens het beleg in Ladysmith werkte, onder anderen als vertaler. Toen bij Delfzijl de Hogelandsterweg werd aangelegd betekende dat het einde van Ladysmith, een roemloos einde.
Van dit roemloze einde ga ik door naar Uitwierde. Wees gerust: Uitwierde bestaat nog. Een toren en een kerkgebouw temidden van een kleine bebouwing. De torendeur staat open en een bord Welkom nodigt mij uit om naar binnen te gaan en de trap naar boven op te gaan. Het is een spannende tocht naar boven, trede na trede, soms even over een dwarsbalk heenstappen, de grote klok passeren (als die maar niet gaat luiden), maar dan ben ik boven. De balkondeur doe ik open, maar ik stap het balkon niet op. Er zijn grenzen nu ik beelden binnenkrijg van een verdwijnend balkon. Naar beneden kom ik weer langs het schellekoord en ik bedwing de neiging om de bel te luiden. Onder in de toren is een stempel voor de deelnemers aan het Pronkjewailpad in het Groningerland. Dit is een mooi punt en zeker een pronkjuweel.
Van Uitwierde gaat mijn wandeling naar Biessum. Ook dit is een bijzondere plek,. Hier is de ossengang rondom de wierde nog bijna geheel intact, uniek in zijn soort. Ik wandel een eindje over de ossengang en dan steek ik dwars over de wierde door. Een prachtig erfgoed.
Tot nu toe kom ik meer tegen dat behouden is dan dat er verdwenen is, zelfs de oude steenfabriek Fivelmonde staat er nog. Tot 20 jaar geleden werd er hier nog gebakken aan stenen, een typisch Groninger baksteentje. Ik heb trouwens de indruk dat de afdeling Groot Onderhoud deze steenfabriek al een tijdje geleden van het werkschema af heeft gehaald.
In de nabijheid van het Damsterdiep neem ik na bijna 10 kilometer een voedzame pauze. Ik zit op een bankje tegenover monsieur Maigret, de creatie van George Simeon. Deze Belgische schrijver strandde op een dag met zijn boot in Delfzijl (het kan de besten overkomen) en begon met het schrijven van zijn Maigret-serie. De serie over deze Franse speurder werd zeer lang. Ik herinner mij de mooie tvserie met Rowan Atkinson als Maigret.
Na een korte regenbui ga ik verder en ik kom in Farmsum. Hier moet ik de route een beetje aanpassen want huizenbouw heeft beslag gelegd op een graspaadje. Een brug verder kom ik langs het kerkje van Farnsum, achter de kerk is een pleintje en daar staat een geselpaal, die gelukkig al enkele jaren buiten gebruik is. Langs water en over bruggen kom ik bij Wiewerd of wat daar van over is. Wiewerd moest van de kaart, zo was besloten in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Plaats maken voor de vooruitgang die bestond uit fabrieken. Weg met de wierde. Maar al snel kwam de klad in de afbraak en de noodzaak verdween, maar de schade was al aangericht. Er wordt nu gewerkt aan herstel, de route (en andere routes) gaat over een hersteld klinkerpaadje en langs meidoornhagen, langs sporen van de oude wierde. Helaas schiet ook hier de afdeling Groot Onderhoud schromelijk tekort. De meidoorn heeft op sommige plaatsen het klinkerpaadje overwoekerd en op andere plaatsen is het klinkerpaadje ondergronds gegaan. De kleine begraafplaats (er is geen kerk meer) wordt wel onderhouden, althans er is recent nog gras gemaaid.
En dan verandert het landschap, geen oude wierden, geen vlak polderlandschap. Hier regeert de industrie, een waterzuiveringsinstallatie, een chemische fabriek, de ene fabriek na de andere, het ene trafostation na het andere. Voor de fijngevoelige natuurliefhebber en onverhardepaadjesenthousiasteling is hier weinig eer te behalen en toch is het goed om hier te lopen. Aan de overzijde van de Oosterhornhaven staat een eenzaam kerkje. Een goederenspoorlijn passeert op enkele meters de voordeur, de buren zijn een zuiveringsinstallatie. Het is het kerkje van Heveskes, alles er om heen wat tot het dorp behoorde is verdwenen. Zelfs het orgel uit de kerk is verdwenen en is nu te beluisteren in de kerk van Uitwierde (ja, die naast de toren). Alleen enkele hoge bomen houden het kerkgebouw gezelschap. Zij mogen de wind opvangen. Ter hoogte van Heveskes passeer ik een los lopende dame die een deel van het Pronkjewailpad loopt. Zij is niet erg enthousiast over dit gedeelte vanuit Delfzijl. Via een brug kom ik aan de andere zijde van de Oosterhornhaven en ga uiteindelijk de Valgenweg op die mij naar de dijk brengt en naar het volgende wat verloren is gegaan.
Oterdum. Wie kent het nog? Eeuwenlang heeft het dorp stand gehouden, tegen het geweld van het water, tegen het geweld van oorlogen. Het was niet bestand tegen de ophoging van de dijk en de industriële vooruitgang. Triest is het om te lezen dat de afbraak van het gehele dorp niet nodig was geweest want het geplande industriegebied is er niet gekomen. De ophoging van dijk tot Deltahoogte kwam er wel. In de dijk is monument geplaatst ter herinnering aan Oterdum, een kunstwerk van een geopende hand met daarin het kerkgebouw herinnert aan wat was evenals de grafstenen die hier in de dijk zijn geplaats. Hier is een stille plek, waar ik even rust. Ik ben niet de enige die deze plek heeft gevonden. Een stille getuige van wat was, een verdwenen gemeenschap.
Rest mij nog verder te lopen naar Termunterzijl, dat niet is verdwenen. Een vakantieparkje, een jachthaven, een sluis, horeca, een museum, kanoverhuur, een gemaal, een machinefabriek. Ook zijn er twee bushaltes, één heeft een abri inclusief bankje, daar ga ik op zitten. Eén keer per uur vertrekt hier een busje naar Delfzijl. Let wel: alleen van maandag tot en met vrijdag. Aan de overzijde van de straat stopt de bus, twee dames met rugzak stappen uit. We raken aan de praat. Zij lopen de komende twee dagen de Tocht om de Noord. De wandelgids met verdwenen dorpen kennen zij niet. Deze kennislacune is nu verdwenen. Nog even wachten tot de bus terugkomt en dan naar het station Delfzijl. Wie weet staat het er nog.
Verdwenen dorpen 12 – Ladysmith, Weiwerd, Heveskes en Oterdum 23 kilometer
Voor meer informatie over deze route klik hier en hier.
Leuk om te lezen! Bij tijd en wijle literatuur. Groet!
LikeLike
Dank. Die dorpen zijn zeker wijlen.
LikeLike
Ook wij hebben zo’n dorp dat moest verdwijnen voor de Antwerpse haven. Slechts weinigen waren gebleven om nu te moeten horen dat het dorp helemaal niet hoefde te verdwijnen. Benieuwd hoe dat afloopt. De oorspronkelijke bewoners zijn grotendeels voor goed vertrokken. Het gaat om het dorpje Doel, ook bekend van de nabije kerncentrale.
LikeLike
Dat komt mij bekend voor. Trieste zaak. Gemeenschap ontwricht.
LikeLike