
Met de trein heb ik gereisd van Almere en Lelystad.
Ook de omgekeerde richting heb ik bereisd over datzelfde spoor.
Een voet heb ik nog nooit gezet in deze plassen
In onze ontdekkingtstocht door Flevoland gaan Wandellief en ik naar de Oostvaarderplassen. We gaan naar het Informatiecentrum van Staatsbosheer aan de Knardijk. Onze route start hier vlakbij. Het is geen route van Staatsbosheer, maar komt wel door hetzelfde gebied waar dit Beheer ook routes heeft uitgezet. In de oksel van de Knardijk en de spoorlijn gaan we op pad. Eerst over een verzameling houtsnippers, maar na korte tijd zijn wij niet langer versnipperd. Afgezien van een enkele trein die ons passeert (op veilige afstand) is het rustig, afgezien van de vele vogels die luid en duidelijk hun aanwezigheid kenbaar maken. Na ongeveer twee kilometer wandelen met de geur van meidoorn in onze neusgaten komen we aan bij observatiehut De Roelruiter, net nadat we zijn ingehaald door een hardloper (een geelgroene hardloper, die vrij zeldzaam is in dit gebied). We konden nog net zien dat het een mannetje is. De vrouwtjes zijn wat minder kleurrijk uitgedost.
In de observatiehut staan drie mannen met verrekijker en camera die door de kijkgaten kijken naar het water en het riet en de vogels. Twee zwaluwen zitten op een plankje en observeren de mannetjes. Andere zwaluwen vliegen in en uit. Het is hier niet alleen een ‘to go’ maar ook een ‘to come’. We werpen een deskundige blik door de houten vensters en vermoeden van alles te zien. De drie mannetjes wisselen vogelnamen uit alsof het een kwartetspel is. Wanneer twee mannetjes zijn uitgevlogen blijft de derde achter, met zijn telelens uit het venster gestoken. Hij vraagt of wij de karekiet hebben gezien in het riet. Wij kijken deskundig naar buiten. Op het scherm van zijn camera laat hij een prachtige foto zien van een buizerd met gespreide vleugels. En dan …. roffelt met grote kracht een heftige regenbui op het water en het dak van de hut. Plots is de observatiehut een schuilhut geworden. Het is een goed moment om binnen te zitten.

Wij besluiten om het laatste mannetje alleen te laten met de zwaluwen en de vergezichten. Buiten schijnt de zon en rijdt de trein. Even verderop komt door het hoge gras de geelgroene hardloper (mannetje) voorbij gevlogen. Voordat wij onze camera hebben ingesteld is hij alweer voorbij en uit zicht. We zwerven door het Praambos en zien af en toe een konikpaard in de graashouding, zelfs een veulen ontgaat niet aan onze spiedende blikken. We naderen de volgende observatiehut, deze heet De Krakeend. Hier binnen is het rustig. Er zijn geen mannetjes, wel een paar zwaluwen en nestjes waarop een enkele zwaluw heeft plaatsgenomen. De wind waait guur van buiten naar binnen, recht op ons af. We sluiten een paar vensters. Zo kunnen we een beetje uit de wind een appeltje (Pink Lady, een vrouwtje) eten. We lopen terug naar de hoofdroute en ook hier is het rustig. Geuren van bloesem en geluiden van vogels, dat is het in deze ruimte. Via de Knardijk lopen we naar de parkeerplaats, maar niet nadat we een rondje door het Informatiecentrum hebben gelopen. Er zijn zelfs boeken over wandelen te koop.
Oostvaarderplassen – Krakeendroute – 6.5 kilometer