Klompenpad Molenbeeksepad

Wolfheze is een stationnetje op het spoor van Utrecht naar Arnhem, een vluchtige halte tussen twee provinciale hoofdsteden.

Wolfheze is een psychiatrische instelling die synoniem is geworden voor Wolfheze. De cirkel is rond op de zuidelijke Veluwe.

Tegenwoordig is Wolfheze ook in het gelukkige bezit van een klompenpad. Dat klompenpad is de reden voor mijn bezoek aan het dorp. Eerst kom ik in de buurt van het stationnetje, vlak daarbij staat het infopaneel van het klompenpad Molenbeeksepad en binnen de kortste keren sta ik in het licht van de vroege morgen tussen de gebouwen van de psychiatrische instelling. Het immense terrein is Wolfheze, ieder die daar buiten valt is een vreemdeling en bijwoner. Veel gebouwen in allerlei soorten en maten op een groot terrein. Boven de gebouwen uit torent de kerk die een centrale plaats inneemt. Er zijn vele woningen, klinkt het vanaf de toren, met de woorden van de dichter van Psalm 84. Dat er een kerk staat op het terrein gaat terug tot het begin van de instelling in 1907. Het initiatief tot deze instelling werd genomen door de “Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen, Idioten en Zenuwlijders.” Eén van de vele intiatieven van christelijke huize in ons land om de medemens te helpen.

De instelling is een plek om te wonen, te leven en te sterven. Het is dan ook passend dat ik via de begraafplaats het terrein verlaat. Op de begraafplaats zijn graven en twee monumenten. De monumenten zijn ter nagedachtenis aan de slachtoffers van een bombardement op de ochtend van zondag 17 september 1944. Het grote monument is voor de 35 personeelsleden en burgers die nabij zijn begraven. Het kleine monument is voor de 51 omgekomen patiënten. Waarom de patiënten het kleine monument hebben gekregen is mij niet duidelijk. Het bombardement luidde de luchtlandingen van Operatie Market Garden in.

De bossen rond Wolfheze brengen mij naar een smal pad over de Doorwerthse Heide, een grote vlakte, met in de verte het geluid van een snelweg. Aan de andere zijde van deze A50 snelweg kom ik via een ecoduct. Dit ecoduct is één van de uitzonderlijke ecoducten waar mensen ook over mogen lopen. Hier weliswaar via een gescheiden pad met een muur tussen mens en dier. Via een kijkgat kan ik kijken naar mijn buren, die er net op dit moment niet zijn. Ik kom langs een grazende schaapskudde, we laten elkaar niet storen in onze bezigheden.

Ik passeer de Wolfhezerbeek. Even verderop stroomt de Heelsumsebeek, die ik niet oversteek. Ik zie wel de plek waar ik een week geleden op een wandeling een pauze nam onder een boom. ‘Who knows where the time goes …”.

Het pad brengt mij verder over de rand van enkele velden, al dan niet met paarden bezaaid, en de achterkant van kapitale villa’s die wachten op verstoring van de rust door een eenzame wandelaar. Bij een papierfabriek ga ik onder de A50 door en kom in Heelsum. Na een korte tocht door de Wilhelminabossen (zal zij hier ooit geweest zijn? Of gaf zij de voorkeur aan de Kroondomeinen bij Paleis Het Loo?) kom ik langs het golfterrein van Heelsum. Een man slaat ballen bij de vleet. Met één oog houd ik de man en zijn ballen in de gaten. Ik wil niet worden getroffen.

Met mijn andere oog houd ik een hondje in de gaten dat achter mij aan loopt. Zijn bazin blijft in de buurt. ‘De hond ziet dat u iets in beide handen heeft. Hij denkt dat het snoepjes zijn.’ zegt de bazin wanneer zij gelijke tred houdt met haar hond. Ik kan mij niet voorstellen dat het hondje gaat kauwen op mijn camera. Maar misschien is het een speciaal daarvoor doorgefokt ras. Bazin en ik raken aan de praat terwijl wij doorlopen en de hond ons beiden in de gaten houdt. Zij vraagt naar mijn wandeling en ik vertel over het klompenpad en de afstand. Zij herkent de markeringen. Op de hoek van Klein Amerikaweg en de Airborneweg staan we stil want onze wegen gaan scheiden. Het gesprek gaat over de Airbornewandeling (heel lang geleden heb ik die eens gelopen) en al de activiteiten om Market Garden in herinnering te houden. Aan een huis aan de Airborneweg wappert een Pegasusvlag ter herinnering aan deze belangrijke militaire gebeurtenis. Het is de bedoeling om die vlag te laten wapperen in de gehele maand september. Bijna elk huis laat een vlag wapperen. De bewoners van dit huis laten in de maand oktober het lichtblauw gekleurde paard nog even doorwapperen. Bazin, hond en ik nemen afscheid van elkaar en even later loop ik over één van de landingsvelden.

Daarachter ligt landgoed Quadenoord, waar ik meerdere keren heb gelopen. Ik steek de Molenbeek (het is niets voor niks het Molenbeeksepad) over en kom gelukkig op paden waar ik niet eerder ben geweest. Onder het toeziend oog van vele paarden neem ik op een bankje tijd voor een lunch. Ik ben er wel aan toe. Wanneer het dichtstbijzijnde paard in de gaten krijgt dat ik erg bezitterig om ga met mijn lunch druipt het af. De route gaat niet direct langs de beeldentuin, maar daar ben ik al eerder geweest. Nu kom ik langs de landgoedcamping. Er staan nog enkele caravans (oude modellen) en een enkel tentje. Verderop langs de route staat een grote loods voor caravans. Gelukkig hoeven die niet het hele jaar door buiten te blijven staan. In de winter kunnen ze even opwarmen in de loods.

Door bos en veld trek ik verder, ik steek het spoor over en ga naar Wolfheze. Door de Reyerskamp loop ik. Het is een terrein dat nu eigendom is van Natuurmonumenten, maar een honderd jaar geleden was het eigendom van Van Houten, die van de cacaofabriek. Hij had hier een modelboerderij laten bouwen en deed ijverig aan ontginning (of zette daar anderen voor aan het werk). Nu zie ik een paar jongeren die bij een paar kleine bouwsels staan met een schuin dak. Wellicht wordt hier wat onderzocht. Wageningen ligt immers om de hoek. Dan kom ik over de Duitsekampweg, met daaraan gelegen het sportpark Duitse Kamp. Dit is geen voetbalveld ter herinning aan de overwinning van Die Mannschaft in 1988, maar een herinnering aan de eerste wereldoorlog, toen hier een interneringskamp was voor Duitse, maar ook Engelse, militairen en burgers, die krijgsgevangen waren gemaakt. Na het einde van de oorlog werd het kamp opgeheven. Dit kamp is één van de vele plaatsen op de Veluwe waar een dergelijk kamp was.

Wanneer ik terug ben bij het stationnetje zie ik meerdere mensen, met rugzak en wandelschoenen, rondkijken en dan naar het infopaneel van het klompenpad lopen. Ik ben aan het einde, zij staan aan het begin van een mooie wandeling met historische bagage.

Klompenpad Molenbeeksepad – 17 kilometer

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.