We zetten onze fietsen vast aan een ‘nietje’ bij een bushalte in de buurt van het Buiksloterwegveer. De volgende fase is de rit naar de parkeerplaats aan de oostzijde van Durgerdam. Daar gaat de auto een lange pauze houden en wij slingeren de rugzak om en gaan op pad. Het weer is prima. De huizen met IJ-zicht vormen een aanéénschakeling van kleine huisjes, al dan niet goed in de verf. Het verkeer wringt zich over de smalle weg tussen de huizen en het water. Een paar plekken op de dijk worden versierd door een volgehangen waslijn. Het schijnt een oude traditie te zijn. Een markant punt in Durgerdam is de voormalige kapel die in een haakse bocht staat. Het gebouw dateert uit 1687. Het heeft een grote diversiteit aan functies gehad, momenteel is het een woonhuis. Het is niet het eerste en waarschijnlijk ook niet het laatste kerkgebouw die de ombouw naar woonfunctie meemaakt. Kort na dit karakteristieke punt gaan we via een weggetje de binnenlanden van Durgerdam in, passeren een oud kerkje dat in gebruik is. Komende zondag gaat dominee Rahman Yakubu, die in het noorden van Ghana werkzaam is, voor.
Nadat we de A10 onderdoor zijn gegaan komen we uit in Schellingwoude, een dorp in de grote stad. Langs de doorgaande (?) weg staan vele kleine huizen van oudere datum. Het is niet het gebruikelijke beeld van Amsterdam en de metro komt hier niet. In 1921 werd Schellingwoude onderdeel van Amsterdam. Soms zitten mensen voor hun huis in het zonnetje, bij andere huizen staat al een bankje klaar. Af en toe passeert een auto. Fietsers komen langs in grote overvloed, jong en oud, binnenlands en buitenlands.
Na Schellingwoude komen we aan in Nieuwendam, op een bankje voor een voormalig kerkgebouw gaan we zitten en eten een broodje en drinken thee. Fietsers blijven heen en weer gaan.
Een vrouw zit op een bankje voor haar woning. Ze heeft het dikke boek ‘Psychology in Education’ in haar handen. Ze vraagt naar onze wandeling. Wandellief geeft met het dunne routeboekje in de hand uitleg over het Zuiderzeepad. Vervolgens krijgen wij nog enkele culinaire tips: over een prima ijssalon op een rotonde vlakbij het Vliegenbosch; over een prima Italiaanse koffie bij de veerboot.
Wanneer we onze weg vervolgen doet wandellief nog een dappere poging om een pand te bewaren voor omvallen. Dan kruist een dame met hond ons pad. Ook zij vraagt naar onze wandeling, terwijl wij samen oplopen naar het bos, waar de hond vele oude bekenden ontmoet. Bij het zien van deze intieme reünie besluiten wij om door te lopen.
Het grote Vliegenbosch is niet alleen het oudste stadsbos van Amsterdam, maar ook een long in een wereld van bebouwing. Aan de anmdere zijde van het bos lopen we langs een hoog hek om een vestiging van AKZO/ Albemarle. Het is een groot contrast. Het palet aan contrasten wordt uitgebreid wanneer we aankomen bij het Vogeldorp. Al 101 bestaat dit dorp dat een noodvoorziening was. Er was in die tijd grote woningnood. In korte tijd werden veel huizen gebouwd, met de verwachting dat die 15 jaar zouden blijven bestaan. Het zijn allemaal kleine en lichte (qua gewicht) huizen die staan op een betonnen platen die drijven op het veen. Wellicht speelde de tijdelijkheid ook een leidende rol bij de uitdeling van straatnamen: er is zes keer een Vogelstraat, keurig netjes genummerd en in de juiste volgorde.
Ten westen van de Meeuwenlaan komen we door een oude wijk (Vogelbuurt) die onderwerp van herstel is. Het ziet er fraai uit. De werkzaamheden zijn nog niet voorbij. Aardig is om te zien dat de oude verzuiling ook hier haar sporen heeft nagelaten. De woningbouwvereniging dr. Schaepman was hier actief. Dr. Schaepman was een bekend Roomskatholieke leidsman en politicus. Vaak stond hij tegenover die andere zuilman dr. Abrahanm Kuyper.
Aan de Putterstraat zie ik meerdere gedichten van David Ingwersen aan gevels hangen. Zijn broer was de gereformeerde architect Arnold Ingwersen, die vele woningen in deze Vogelwijk ontwierp. De naam Ingwersen kende ik alleen van mejuffrouw G. Ingwersen, schrijfster van een veel gelezen kinderbijbel (1838).
Na wat modernere bouw komen we aan bij de Noordwal waar we op een bankje langs het IJ plaats nemen en de boten en schepen en vaartuigen langs zien varen. Het grote cruiseschip aan de overzijde ligt stil. Via de sluizen van Willem komen we bij het veerbootje over het IJ, dan zijn we bij het Centraal Station. De cirkel is rond.
Via hetzelfde openbaar vervoer gaan we Het IJ weer over. We gaan bij café De Pont op het zonnige terras zitten en vieren onze tocht met drank en gebak. Nog een paar meter naar onze fietsen en de tocht naar Durgerdam
Zuiderzeepad – Durgerdam naar Amsterdam Centraal Station (en een beetje terug) – 13.64 kilometer