De pelgrim heeft tijd om na te denken. Dat gebeurt mij ook. Veel nadenken. Veel associëren. Veel gedachten die door mijn hoofd schieten. Veel ballen die als in een flipperkast heen en weer gaan en lampjes doen oplichten. Soms bedenk ik al teksten voor mijn blog tijdens het wandelen. Soms denk ik terug aan ontmoetingen op mijn bedevaart. Mijn hoofd leeglopen lukt mij niet. Gelukkig maar, anders kwam ik als ‘leeghoofd’ bekend te staan.
Eén van de onderwerpen waar een pelgrim de tijd voor heeft is het nadenken over zijn eigen vergankelijkheid. Mijlpalen langs de weg helpen om die vergankelijkheid te beseffen. Het zijn niet alleen de wegkruisen met een cucifix, de kapellen, maar ook de begraafplaatsen en kerkhoven. Kort na mijn start passeer ik dit kerkhof in Gulpen. Vergankelijkheid alom, maar ook de verkondiging van de opstanding in het kerkgebouw. Net voor ik bij het kerkhof aankom is er een klein oploopje omdat een oude man niet verder kan lopen. Hij zit op de grond. Zijn beide benen steken recht voor hem uit op de stoep. Een paar mensen staan om hem heen. Hij drinkt iets uit een beker die hem is aangereikt. Er is voldoende hulp aanwezig en ik loop verder.
Bij Wijlre heb ik een hernieuwde kennismaking met de Geul. Een watermolen maakt gebruik van het stromende water en de brouwerij van BRAND ligt ook aan het water. Een hoog hek beschermt de vaten bier voor enthousiaste drinkende wandelaars. Verderop langs de Geul spelen een paar kinderen van een naastgelegen camping in het water en de modder. Een man probeert zijn hond die in het water speelt onder controle te krijgen. Tot voorbij Schin op Geul en Kasteel Schaloen ben ik in de buurt van de Geul. Ik verlaat even de Geul om naar de Schaelsberg te gaan, alwaar een kluis is.
De witgepleisterde kluis heeft oude papieren. In 1688 werd de kluis gebouwd in opdracht van de heer van kasteel Schaloen. Deze man droeg de naam Graaf Gerard Ernest Hoen van Cartiels. Vanaf het begin tot aan 1930 is de kluis bewoond geweest. De eerste bewoner was Laurens Plum. De laatste was Lutgerus, deze man had het niet gemakkelijk om in eenzaamheid te leven, want een bezoekje aan de kluis begon een toeristisch uitje te worden, een soort reli-toerisme. Zo was er weinig eenzaamheid voor de beste man. Nu zit er ook een man in de kluis, die meteen enthousiast begint te praten en een rondleiding aanbiedt. Ik geef de voorkeur om even stil rond te lopen in de kapel en het museale gedeelte. Laat een kluis maar een kluis zijn. Naast de kluis staan veertien kruiswegstaties. In het midden van deze staties staat een knielbank, waar ik plaats neem. De kluis op het Pelgrimspad is zeer juist, want deze kluis is een bedevaartskluis ter ere van de heilige Leonardus van Noblat (afkomstig uit Aquatanië, Frankrijk).
De geschiedenis van de kluis is verbonden aan de geschiedenis van kasteel Schaloen. Op het terras van het kasteel zijn veel meer mensen dan bij de kruiswegstaties op de Schaelsberg. Blijkbaar zijn pelgrimages naar een terras iets populairder dan naar een kluis. Dit kasteel is één van de vele kastelen in het zuiden van Limburg, vlakbij staat kasteel Genhoes. Kasteel Wijlre ben ik al eerder op de dag gepasseerd.
Mijn tocht gaat verder door het Gerendal en ik kom uit bij Scheulder. Hier neem ik plaats op een wandelbankje in de schaduw van de monumentale kerk gewijd aan de heilige Barbara. Gevorderde fietsers gaan van links naar rechts en anderen van rechts naar links. Er gebeurt altijd wat in Scheulder. De zelfgemaakte (niet: huisgemaakte!) lunch bevalt goed. Mijn vochtgehalte breng ik op peil.
Vanaf Scheulder gaat de weg langs velden op de hoogvlakte van Margraten. In de buurt
van Cadier en Keer kom ik langs oude mergelgroeven. Zo zie ik een hoge mergelmuur van de Julianagroeve. Ik doorkruis zowel Cadier als Keer en zie aan de einder het einde van de wandeling liggen: Maastricht. Deze zuidelijke stad is een bedevaartstad, ter ere van de heilige Servaas. Wanneer ik de A28 oversteek bij station Randwijck zie ik de monding van de tunnels die zijn aangelegd om de A2 ondergronds te laten gaan. Een grote hindernisbaan op de A2 is hiermee naar het verleden verbannen. Langs universiteitsgebouwen en een conferentiecentrum kom ik uit bij de Maas. Hier volg ik de rechteroever waar veel fietsers en wandelaars zijn. De grote oversteek waag ik via de Sint Servaasbrug, die een fiets- en wandelbrug is geworden. Dan het drukke oude centrum in en uiteindelijk kom ik uit op het Vrijthof. Op de stoepen van de kerk neem ik een pauze. Deze pelgrimstocht zit er op. Daar drink ik op, een slok water. De tocht is meer dan de moeite waard geweest. In 20 etappes van Amsterdam naar Maastricht. Twintig etappes pelgrimage, maar mijn pelgrimage is nog niet voorbij. Mijn leven zal verder pelgrimeren.
Pelgrimspad – Gulpen naar Maastricht – 34 kilometer
Dag Willem, via Onderweg online kwamen we op je wandelblog terecht. Leuk om te lezen, en zoveel herkenbaars! Wij hebben een jaar geleden het Pelgrimspad afgerond. Maar ook veel klompenpaden hebben we gedaan en doen we nog regelmatig. Je schrijft leuk, af en toe met een vleugje “tale Kanaäns”. Hartelijk groet uit Leusden, Rien en Martine Pol.
LikeGeliked door 1 persoon
Onderweg opent deuren die voor anderen gesloten blijven. 👌
LikeLike