Het Zuiderzeepad is in Noord Holland ook een Zuiderzeedijkpad. Vele kilometers gaan over de grasdijk die het land van de zee en het meer scheidt. Het is een herinnering aan de eeuwenlange strijd met het water om droge voeten te houden en het hoofd koel. West- Friesland heeft zelfs een eigen dijk die het land omringt: de Omringdijk. Op vele plaatsen wordt de wandelaar herinnerd aan deze dijk: door wandelbankjes, door teksten, door vergezichten, door plaquettes, door monumenten. Hier wordt herdacht dat West-Friesland al drie eeuwen droog staat. Het betreft hier het water als vijand en niet de alcohol. Niet op alle dijken is het pad even gemakkelijk begaanbaar. Soms geeft een eigenaar geen toestemming om uit de hoogte op het land neer te kijken. Op een andere plek zijn de overstapjes aan een opknapbeurt toe. Soms lijkt het alsof in lange tijden geen mens hier gewandeld heeft gezien de overdaad aan hoge grassen en prikkelbare brandnetels. De schapen vormen het minste probleem. Zij kijken, grazen en doen zo nodig een stapje opzij. Wij zijn de gast, maar de schapen doen daar niet moeilijk over.
Op gezette tijden en plaatsen staat een oude paal aan te geven dat we hier op de oude Noorder IJ- en Zeedijk wandelen. Het is historische grond die mensen en hun welzijn en welvaart heeft beschermd. Soms staat de paal keurig rechtop als een trouwe wachter. Een andere keer staat de paal scheef alsof hij na vele jaren dienst het moede hoofd wil laten rusten op de dijk.
In Warder nemen we een pauze in het zwembad dat langs de kust ligt. We kunnen ongestoord naar binnen wandelen. Mannen, vrouwen en kinderen liggen op de zonweide en nemen een kijkje bij het peuterbad. Eén man controleert de boeien die in het water liggen om de veilige zwemmarge in het meer aan te geven. We gaan zitten onder een parasol en nemen drank en voedsel tot ons. Warder is gastvrij. We mogen niet duiken, maar verder wordt ons geen strobreed in de weg gelegd.
We vervolgen onze warme weg langs het water. Iedere volgende week dat we langs het meer lopen zien we het aantal boten en bootjes en zeilschepen op het water stijgen. Het aantal fietsers op de weg neemt ook toe. Wanneer we niet hoorbaar terug worden gegroet gaan we er vanuit dat het Duitsers zijn die nog niet voldoende zijn ingeburgerd.
Op kleine aanlegsteigers verzamelen potentiële zwemmers moed om het water in te gaan, met rugslag en borstslag, weg van de hitte die de steiger omringt als een dijk.
En dan is daar Edam. De oude stad, die uitrust in de schaduw van bomen. Via het Oorgat komen we bij het kloppend hart van de stad. Het Oorgat wordt geflankeerd door oude kleine huizen en grote moderne huizen die daar schril tegen afsteken.
Een monument herinnert ons er aan dat Rachel haar kinderen beweent die tijdens de tweede wereldoorlog zijn omgekomen. Kleine steentjes zijn er bij gelegd als herinnering aan de doden.
De slingerende route brengt ons langs de Voorhaven, langs het oudste huisje van de stad op de hoek van Breestraat en Eilandsgracht, langs de Sint Nicolaaskerk, over de oude kaasmarkt met de kaaswaag (sinds 1778). Er is zo veel oud en mooi, mijn wandellief voelt zich helemaal thuis.
Edam is voor ons een onbekende parel op de route en het is niet de eerste. Veel karakter en rust, maar ook bedrijvigheid van een stad die weet waar die voor staat. We passeren de monumentale Constabelbrug en kiezen er voor om een noodzakelijke pauze te houden op het terras van De Fortuna. In een prachtige tuin kunnen we schaduw vinden om even uit het zicht van de zon te zijn. We zijn niet de enige die een plek hebben gevonden in de lommerrijke tuin. We drinken en eten en drinken en worden rijkelijk voorzien van koud water. Een goede plek om te verwijlen.
Dan volgt het laatste traject van onze voettocht. Eerst langs het water van de Nieuwe Haven, de Kettingbrug over, weer langs de Nieuwe Haven, nu over de Keetzijde, langs de sluis en dan de Zeedijk over. Een verhard pad op de grasdijk wijst ons de weg naar Volendam. Hoewel Edam en Volendam buren zijn en zelfs in één gemeente zitten is het een wereld van verschil die we meemaken wanneer we van de ene plaats naar de andere wandelen. Gelukkig hebben we door de wandeling even de tijd om ons voor te bereiden op een cultuurshock. Langs het water is het druk, eethuisjes, drinkhuisjes, veel toeristen, vishuisjes, ijshuisjes, souvenierhuisjes. We wandelen naar de Marina, op de weg daar naar toe wordt het rustiger.
Zuiderzeepad: Scharwoude naar Volendam – 26 kilometer