We komen elkaar tegen op een dijk tussen Medemblik en Enkhuizen. We groeten en staan stil en praten. Zij (een man en een vrouw) zijn onderweg van Enkhuizen naar Medemblik. Wij (een vrouw en een man) zijn onderweg van Medemblik naar Enkhuizen. Iemand die van afstand toe zou kijken zou ook twee wandelgidsen van het Zuiderzeepad zien. Zij zijn begonnen aan hun resterende deel van hun tocht rond het gouden hart en wij zijn inmiddels over de helft. Zij lopen nog van Enkhuizen naar De Lemmer en wij hebben nog de tochten tussen Medemblik en Spakenburg voor de boeg.
We zijn vanmorgen begonnen bij het busstation van Medemblik waar wij de vorige keer onze tocht hebben afgesloten. De dijk lonkt en het weidse zicht op het IJsselmeer zal ons de gehele dag vergezellen. Twee onbeweeglijke mannen staren uit over de oude zee en hebben hun commentaar ingeslikt, want ook zij weten dat de beste stuurlui aan wal staan.
Vandaag wandelen we van haven naar haven en van aanlegsteiger naar aanlegsteiger. De oude tijden van de glorieuze scheepvaart op de Zuiderzee zijn niet meer, maar de nieuwe tijden van de pleziervaart zijn volop aanwezig, tegen de achtergrond van eeuwenoude steden.
Niet alleen de pleziervaart is aanwezig in een van de havens die wij passeren in Medemblik. In een hoekje van de haven maken militairen hun snelle rubberboten klaar. Niet alleen deze boten liggen klaar, ook andere vaartuigen, groter dan deze, liggen aan de wal, gereed voor de tijden dat het water zal roepen en de reis zal worden gemaakt.
Bij de Afsluitdijk hebben we gezien wat de inspanningen mensen hebben tot stand gebracht. Hier bij Andijk zien we er ook iets van. Tijdens de grote watervloed van 1916 heeft deze omgeving te lijden gehad van het water. Tot aan Spakenburg en Nijkerk waren de gevolgen te merken. Op de dijk is informatie aangebracht om te laten zien hoe de dijk versterkt werd na de ramp. Huizen werden verplaatst. Boerderijen weken. Een boerderij verloor een deel van de voorzijde om plaats te maken van de uitbreiding van de dijk en de weg beneden aan de dijk. Dit kunstwerk brengt in beeld en geeft een doorkijkje naar de tijd van toen, meer dan 100 jaar geleden.
En dan is daar de vuurtoren. Het is vuurtoren de Ven, die gebouwd is van 1699-1700. Daarmee is het één van de oudste vuurtoren van Nederland. Gelukkig staan er op de dijk geen schreeuwende borden om dat kenbaar te maken aan de voorbijgangers. Wanneer we de bocht bij de vuurtoren hebben genomen ligt er een rechte lijn tussen ons en Enkhuizen. (In de avond verneem ik dat iedere woensdagmorgen en dus ook deze woensdagmorgen Wandelvrouw uit Enkhuizen van de stad naar de vuurtoren en terug wandelt. We hebben haar op een haar na gemist.)
De rechte lijn geeft ons ook hier een prachtig zicht op het IJsselmeer, waar meer zeilboten zijn dan bij vorige wandelingen langs het meer. Het is vakantietijd en het is mooi weer. Het ruime sop kan worden gekozen. Aan onze rechterhand is veelal landbouwgebied. Dichterbij Enkhuizen komen we langs het uitgestrekte complex van Enza Zaden, een firma met wereldwijde gevolgen.
Enkhuizen heeft wel wat meer te bieden dan het Zuiderzeemuseum. Op onze weg zien we een Sprookjeswonderland (alhoewel onze wandeling over het Zuiderzeepad ook al een sprookjeswonderland is), we komen langs een modern zwembad, een camping en dan ligt het daar achter een muur en prikkeldraad, zo graag willen mensen het Zuiderzeemuseum naar binnen dat er officiële ingangen zijn gemaakt. We halen herinneringen op aan die keer, lang geleden, dat we via ingang en boot naar het dorp (of het stadje) gingen. Nu gaan we de stad in en genieten van de verstilde mooie oude panden. Omdat we na deze tocht een kleine traktatie Dubbel en Dwars hebben verdiend, zoeken we een terrasje op en genieten van drinken en soep op het zonnige terras.