De buurtbus stopt bij de halte Bakkerstraat, een paar meter voorbij de bakkerij met gelegenheid om even uit te rusten met iets te drinken en te eten. Ik stap een uur later uit dan gepland. De treinverbinding tussen Amersfoort en Zwolle heeft problemen en dat levert vertragingen op. Mijn geplande busrit van Putten naar Garderen heb ik vervangen door een treinreis naar Ermelo, een pauze in de gezellige ruimte op het station en daarna de buurtbus, die als eindhalte heeft de Bakkerstraat. Het is druk in het buurtbusje. Twee oudere echtparen stappen uit bij het Boshuis in Drie, na een slokje gaan ze terug wandelen naar Ermelo. De bus gaat verder naar Speuld om in Garderen te keren.
Vanf de bushalte kom ik na een kleine omtrekkende beweging aan in De Duinen. Ik hoor net niet de golven van Zuiderzee. Het is een prachtig gebied met een golvend landschap, dansende bomen en veel gevallen blad. Een enkele wandelaar en hondenbezitter komt ik tegen op mijn pad. Recreatiewoningen zijn hier nooit ver weg en de hondjes die daar bivakkeren dienen ook uitgelaten te worden.
De kou van de afgelopen dagen hangt nog in de lucht en op de grond. Het vriest en bladeren knisperen onder mijn schoenen. Ik ga voorzichtig om met een paar mooie plaatsen met ijshaar (of was het ijsbaard?) Deze plekken lichten op tussen de verbruinde bladeren. Het is een kwetsbaar gezicht en ik blijhf er met mijn vingers van af.
De stormen van de afgelopen periode hebben in deze buurt ook huisgehouden, geblokkeerde paden, geknakte stammen, doorgescheurde takken. Echter, de dansende bomen van de Speulderbossen en de Sprielderbossen dansen vrolijk voort op telkens nieuwe deuntjes. Via de Putterweg kom ik op de Hessenweg, één van de vele Hessenwegen in ons land. Eén van mijn voorvaderen trok vanuit Hessen naar de lage landen, ergens in de tweede helft van de 18e eeuw. Hij kwam terecht in Groningen, ging samenwonen met een plaatselijke meid (getrouwd over de puthaak!), trok verder naar Friesland, en zijn leven werd beëindigd op het schavot bij het Blokhuis in Leeuwarden. Ik vermoed dat hij niet op deze Hessenweg heeft gewandeld.
Van de Hessenweg kom ik in Koudhoorn. Op een kruising staat een gebouwtje met de naam ‘Lichtpunt‘. Het heeft geen uitstraling. Kaal en kil in een lege ruimte. Op het kaartje in mijn routeboekje staat een rood kruis. Dit gebouw is een vereningsgebouw van de Hervormde gemeente Putten. Het zou zo maar een handel in lichtarmaturen kunnen zijn. Het valt niet altijd mee om een zoutend zout en lichtend licht te zijn.
Via landweggetjes met bevroren modder en een staande luchpauze kom ik aan bij landgoed Boeschoten. Met de langste boswandeling van Nederland ben ik ook op dit landgoed geweest, maar nu bij een andere ingang. De ingang vraagt bijzondere attentie.Er is een klein klaphek en daarboven zijn leidingen gespannen om edelherten buiten het landgoed te houden. Wanneer ik door het open land loop breekt in alle stilte de zon door. Een zon die mij de rest van de wandeling verlicht.
Dat er ‘wild’ op de Veluwe huist is mij bekend. Op onze trage tocht Mossel zagen we een groepje zwijnen heen en weer rennen. Maar nu ik heden dichterbij Garderen kom sta ik oog in oog met olifanten. Gelukkig hoef ik geen gepaste afstand te houden, zelfs niet met het kleintje erbij. Het zijn een stel houten klazen. Deze beesten staan op de parkeerplaats van het beelden- en zandsculpturenpark, veel heb ik er over gehoord, maar nog nooit heb ik er mij toegang tot verschaft. Ook vandaag gebeurt het niet, want ik ga op de loop voor de olifanten.
Aan mijn linkerhand is Het Gat van Zus. Nu heb ik drie zussen, maar hier heb ik ze nooit over gehoord. Een besloten familiebijeenkomst is gewenst om dit door te praten en uit te praten. Wanneer ik de Hoge Steeg oversteek kom ik weer langs vakantiehuisjes. Er is geen ontkomen aan in deze omgeving. Via een heideveldje op de Wilde Kamp kom ik bij de volgende verzameling vakantiehuisjes. Om de wandelaars een beetje te ontzien worden boompjes die aan het einde van hun garantieperiode zijn vakkundig omver gehaald.
Langs een doorgaande weg nader ik de kern van Garderen. Familieverhalen van de koude kant borrelen op. Aan de voet van de oude lindeboom staat deze woning die vroeger een restaurant herbergde. Mijn wandellief kwam hier vaak, bij haar moeder achterop de brommer reden zij van het middelpunt van het land naar familie. Mijn wandellief, die toen nog wandelliefje was, kon plaats nemen op het terras en zij kreeg van tante Maas een glas en een flesje chocomel. Wat een tractatie! Dan weer terug, met de voeten in de bromfietstassen.
Vlakbij de oude kerk van Garderen, de kerktoren stamt vermoedelijk uit de 14e eeuw, staat een beeldengroep als herinnering aan de tijd van de Reformatie. In Garderen stond destijds Jan Gerritsz Verstege als kapelaan van 1544 – 1549. Hij stapte over naar de nieuwe leer van de Reformatie. In 1554 publiceerde hij zijn beroemd geworden boek ‘Der Leeken Weghwijser’ onder zijn schuilnaam Anastasius Veluanus . De beeldengroep is van de hand van Gerard Overeem. Momenteel gebruiken zowel de PKN als de Hersteld Hervormde Gemeente dit gebouw. Beide kerkgenootschappen kunnen door één deur naar binnen.
Een bankje bij de bushalte nodigt mij uit om plaats te nemen, een paar boterhammen verwisselen van plaats. Nog een paar minuten en dan zal de bus naar Putten hier stoppen, een paar meisjes zijn uit een andere bus gestapt en wachten hier. Dan komt de eerste militair, met zware bewapening langzaam langs lopen, een andere loopt aan de overzijde, dan komt de volgende, en nog één, en nog één. Het is veilig op straat wanneer ik met de bus vertrek.
De bus passeert Bilderberghotel ’t Speulderbos en mijn gedachten dwalen af naar april 1987.
Rob Wolfs – Wandelen over de onbekende Veluwe – uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig 2017 (wandeling nummer 16 : 14 kilometer)
Voor meer informatie over deze gids en bestelmogelijkheid, klik op Gegarandeerd Onregelmatig.