Nadat we de pont vanaf Genemuiden te voet hebben verlaten buigt de route scherp naar links. En daar is het. Cultureel erfgoed. Waarschijnlijk nog uit de tijd dat de Zuiderzee nog Zuiderzee was. Met stoere mannen in stoere broeken en stoere mutsen op het hoofd. Mannen die in weer en wind de haven uitvoeren en de buit binnen haalden.
Niks geen kleren en mutsen uit een buitensportzaak.
Niks letten op een paar grammetjes meer of minder.
Niks geen kleuren aangepast aan het landschap.
Niks geen modieuze stijlen en tinten en pasvormen.
Eén van deze stoere mannen is vereeuwigd op dit plaatje dat wij aantreffen op de eerste overstap van de dag.
Wij zetten onze wandeling voort en kijken uit voor de ram. De dijk is soppig, maar toch goed begaanbaar. Aan onze linkerhand zien we spullen die uit het Zwarte Water zijn aangespoeld tijdens de dagen van het hoge water. Blikjes, containers, paaltjes, flarden van dit en resten van dat. Na een tijdje komen we een groep schapen tegen. De groep staat bij het hek een beetje uit de wind. Of er een ram bij zit ontgaat mij. Van dreiging en eigen risico is gelukkig op dit moment geen sprake.
Ter hoogte van Barsbeker gaan we langs de doorgaande weg lopen, op deze ventweg lopen we een beetje uit de wind. We gaan van de streek van de tapijten naar de streek van het riet. Een eerste teken zien we op de dijk. Hier staan twee rollen riet gebroederlijk / gezusterlijk naast elkaar en wachten op betere en nuttiger tijden. Bij De Krieger trekken we landinwaarts en laten voor even het water achter ons. In Barsbeek kloppen we op het raam van een oud(e) collega van mij. We worden ontvangen met hartelijkheid, koffie, thee, koekjes en gesprekken over kerk en theologie en zorg en verre landen.
We lopen zonder kleerscheuren door Poepershoek (ongeveer 50 woningen), we passeren de fraaie boerderij Koespot. Zo komen we terecht bij Sint Jansklooster. Het is lang geleden dat we hier eens waren, toen bezochten we de boerderij(winkel) van Evert van Benthem, die inmiddels al jaren in Canada boert.
Het dorp straalt rust uit. We zien uit de verte een restant van een muur van het klooster Sint Janskamp, dat dateert van rond 1400. Het ‘Wapen van Utrecht‘ is een café-restaurant, dat doet vermoeden dat er oude rooms-katholieke banden zijn geweest met de bisschopsstad Utrecht. Het kerkelijk leven is aanwezig in dit voormalige klooster, met zelfs een Christelijk Gereformeerde Kerk. Het dorp kent ook een molen, altijd een mooi gezicht. Dit is de Monnikenmolen (1857).
Vanaf de molen gaan we op weg naar het Kadoelenmeer. Onderweg lopen we op het terrein van het landhuis De Oldenhof. Ook hier straalt alles rust uit. Op de oprijlaan kunnen auto’s geparkeerd worden, maar voor twee eerzame wandelaars zien wij geen bankje.
Bij het Kadoelenmeer gaan we de dijk op en de wind steekt op. Een enkele regendruppel bevindt zich in een vrije val maar richt geen onoverkomenlijke schade aan. Het prachtige kunstwerk ‘Krusende Flerken’ is van die paar druppels ook niet onder de indruk. Ids Willemsma is de maker van dit kunstwerk. Het is de weergave van twee staartvleugels van een eend die het water in duikt. Wij worden niet geïnspireerd om het water in te duiken.
Langs een klift naderen wij de oude stad Vollenhoven. Hier zijn wij onder de indruk van het oude karakter en rijke karakter van de korte kennismaking, voordat we ons laven aan de ambiance van Saantje. Gesterkt door drinken en soep gaan we op pad en nemen ons voor om nog eens terug te keren in deze stad.
Nu komt er een historisch moment. We steken het Vollenhoverkanaal over en bevinden ons op het nieuwe land. We zijn in de Noordoostpolder. Aan de overzijde van het kanaal maken we een lus om onder de brug door te gaan en daar stuiten we op de gevolgen van het hoge water. Het voetpad staat onder water. Langs de verhoogde reling slagen we er in om met droge voeten onder de brug door te gaan. Ja, die droge voeten. We lopen nog maar net over het pad over de dijk of het barst los. Regen en regen en hagel en regen. Geruggesteund door wind komt het met grote hoeveelheden naar beneden. Wij lopen door en zien in de verte een kerktoren van Blokzijl. Halverwege het traject van Vollenhoven naar Blokzijl houdt de regen op. Duidelijk is dat onze regenjassen goed werk hebben gedaan.
Het stadje Blokzijl heeft evenals Vollenhoven een rijke geschiedenis. We lopen langs de havenkom waarlangs vele mooie huizen staan gegroepeerd. De toren van de Grote Kerk is duidelijk aanwezig. De driekleur wappert in de wind. Vandaag viert prinses Beatrix haart 80ste verjaardag.
Ook in Blokzijl willen we nog wel eens terugkomen om meer tijd te hebben om rond te dwalen.
Nu is onze aandacht gericht op het immense busstation aan de rand van de stad. We willen met de bus naar Marknesse en dan overstappen op de bus die ons naar Zwartsluis zal brengen. De bus komt hier eenmaal per uur langs. We zijn mooi op tijd. Nog 9 minuten om te wachten onder een klein afdakje en een beetje uit de wind.