We hebben deze dag uitgekozen om een KeuzeVrijeDag van de Nederlandse Spoorwegen op te nemen. Dit keer wordt het geen ‘doelloos’ slenteren door een bekend stadje, maar een heuse wandeling door de stad Gouda. We hebben op een website een serie wandelingen gevonden en we nemen de langste. Deze is 7, 1 km, maar met onze extra omzwervingen komen we uit op 10 km.
Gouda is de stad van kaas, kaarsen, siroopwafels, pijpen, maar ook de stad van kerken. We komen hier langs de achterzijde van de Agnietenkapel. Het ooit hier bijbehorende klooster werd rond 1450 gebouwd, kort daarna kwam er ook een kapel. We hebben nog even gezocht naar de buste van Erasmus die aan een gevel bevestigd zou zijn, volgens een infobord. De humanist (niet te verwarren met de huidige term ‘humanist’!) Erasmus werd geboren in Gouda en groeide hier ook op. Wellicht deed hij in Gouda al gedachten omtrent zotheid op.
Na een korte start in het oudste gedeelte van Gouda, steken we de Blekerssingel over en lopen langs de Karnemelksloot. Zou hier een melkfabriek hebben gestaan die loosde op de sloot? Ik weet het niet. Wel zien we een grote verscheidenheid aan bouw langs het water, aan beide zijden van de sloot. Een voorbeeld hiervan is ‘Insulinde’, misschien wel gebouwd met geld dat verdiend was in Nederlands-Indië. De zon is vandaag meegenomen uit de gordel van smaragd.
De gordel van smaragd doet mij denken aan één van de bekendste oud-inwoners van Gouda: de wetenschapper en dichter Leo Vroman. De route gaat net niet langs het huis waarin hij opgroeide, maar we hebben toch even voor deze poëtische woning aan de Krugerlaan gestaan. In de eerste dagen van de tweede wereldoorlog ontvluchtte Vroman Nederland en ging via Zuid-Afrika naar Indië, daar werd hij gevangen genomen door de Japanners en naar Japan overgebracht alwaar hij werd bevrijd door de Geallieerden.
Dat Gouda ook bekend was met molens was mij niet bekend, maar enig nadenken had mij natuurlijk al wel de gedachte hebben kunnen opleveren, want wat moet een stad nu zonder molens? Langs de Hollandsche IJssel en bij het Houtmanplantsoen treffen wij molen ’t Slot aan. De molen staat in de zon, maar maakt geen draaiende beweging. Een wandelaar kan niet alles hebben. Opvallend is de hoogte van de molen, met bebouwing vlak voor de voeten is dat ook wel nodig. Hoe zat het ook al weer met die siroopwafels? Het zijn geen stroopwafels, maar siroopwafels. Hier treffen wij een bakkerij die is gespecialiseerd in deze typisch Goudse wafels, die in vele landen bekend zijn. Deze bakkerij begon in 1937. De wafels zijn van jongere datum (mag ik hopen).
Vlak bij de molen is een fraaie haven (een binnenhaven) met een grote voorraad aan oude schepen die in goede staat zijn gebracht. Het is een soort openluchtmuseum. Het voordeel hier is dat het gratis is. Het nadeel is dat je niet naar binnen kunt in de schepen.
Het is een mooie verrassing om te merken dat molen ’t Slot niet de enige molen op onze wandeling is. We hebben ook een ontmoeting met De Rode Leeuw. Op deze plek stond vroeger een wipmolen, gebouwd in 1619. Deze werd later vervangen door een stellingmolen (1727-1728), er was nog een keer een verbouwing, een flinke brand en een wederopbouw. Nu staat de molen te pronken, met ernaast een bijbehorende winkel.
In het nieuws zijn vaak berichten over voedselbanken. Nu zijn die banken niet iets nieuws. Er is een oude voorloper: de gaarkeuken. Hier het pand van de oude Volksgaarkeuken. Ene Henriëtte Hofman (1825-1886) besloot dat een dergelijke gaarkeuken zou moeten komen in één van haar panden aan de Oosthaven. De erfgenamen waren daar niet zo enthousiast over. Ik vermoed dat zij dat pand aan de Oosthaven al onderling verdeeld hadden en in gedachten hadden ingericht. Daardoor werd een er nieuw pand aan de Keizerstraat betrokken. Deze keuken heeft het lang volgehouden. Rond 1960 kwamen er jaarlijks ongeveer 20.000 mensen om voor een gering bedrag een maaltijd te nuttigen. In 1987 sloten de deuren wegens gebrek aan belangstelling. Ik vraag mij af of 30 jaar later er niet weer belangstelling zou zijn, met de toename aan daklozen, verwarden en eenzamen.
Door de informatie op een bordje beseffen we dat we de plek van de voormalige Remonstrantse kerk passeren. Gouda was in oude tijden een bolwerk van Remonstranten, maar door ingrijpen van de overheid werden de Remonstranten in de schuilkerk gedrongen. Op naar de volgende kerk. Dit jaar herdenken we 500 jaar Reformatie en de al dan niet vastgespijkerde 95 stellingen van Martin Luther. In het jaar 1680 verkocht de stad Gouda dit kerkgebouw aan de Luthersen. Bij deze nog steeds ingebruik zijnde oude Evangelisch Lutherse Kerk zijn de beginletters van elk van de 95 stellingen in de straat terecht gekomen. Zo hebben we vaste grond onder de voeten. Er komt geen einde aan de kerkgebouwen. Er zou zo maar een aparte route, een soort kerkepad, gemaakt kunnen worden door het VVV. Maar misschien is die route er al. Aan de Hoge Gouwe, zien we als een soort Gouwe Ouwe, het gebouw van de Christelijke Gereformeerde Kerk. Deze kerk heeft een samenwerking met de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt ter plaatse. We komen nog even in de hal van de St. Jan waar we een paar kaarsen kopen. Vanaf 1 januari 2018 is hier ook de Museumjaarkaart geldig, niet op zondag, want dan zijn er twee reguliere kerkdiensten. Daar kun je zonder Museumjaarkaart bij zijn.
Even verderop nemen we plaats op een verwarmd terras van Belvedere. Volgens de website is de tent vandaag gesloten, maar daar is nu niets van te merken. We nemen een kaassoep (!) en hebben uitzicht op het oude stadhuis. Na de soep gaan we verder en schaffen bij een warme bakker een voorraad siroopwafelen aan. Terug naar het plein in het centrum waar we binnen stappen bij het Gouds kaashuis, waar vele bakjes met kleine stukjes kaas staan, waar we van proeven en uiteindelijk kopen we een stuk opgelegde kaas. Door een winkelstraat gaan we naar het station en keren huiswaarts.