Utrechtpad 10 Hollandsche Rading naar Maarssen

Vanaf het perron van het station van Hollandsche Rading ga in een bijna rechte lijn naar Perron Peet, een klein etablissement in een voormalig spoorgebouw. We hopen hier de eerste golf aan regenbuien voorbij te zien trekken voordat we met onze wandeling beginnen. Rond-witte linten beschermen de open deur, dit blijkt niet om bezoekers op afstand te houden, maar om aan te geven dat schilders bezig zijn met hun ambacht. Binnen kunnen we koffie en thee bestellen en een bijpassend stuk cake in soorten. Buiten staat een groep wandelaars te dralen, naar binnen of niet naar binnen. Het blijkt dat de toiletfaciliteiten bestemd zijn voor cliënten van koffie en thee en dergelijke. Derhalve gaat de groep op weg naar het westen met lege handen en een volle blaas. De dagelijkse leiding van het Perron is een handen van een voormalig docente Frans, die een carrièrezwaai maakte naar café au lait etcetera.

De zon schijnt en wij verdwijnen door de ont-linte uitgang, steken de Vuurdreef over en gaan het bos in. We lopen evenwijdig aan het spoor en komen uit bij de wandelbrug over de A278. De brug is nu hermetisch afgesloten, vorige week konden we nog deze brug over. Wij gaan hier in noordwestelijke richting over een laan met oude bomen. We zijn hier in het Lapeersbos, we steken de weg tussen Hollandsche Rading en Hilversum over en komen bij een ander bos, dat ons brengt naar de Hoorneboegse Heide. We worden gewaarschuwd voor grazers. Op veel wandelingen worden we gewaarschuwd, maar tot nu toe zien we niet grazers en als we ze zien dan is dat op grote afstand. De grazers nemen zelf al voldoende afstand. Bij de heide is het vochtig en de markering van de route is niet helemaal zichtbaar voor ons. Soms helpt het om achterom te kijken om iets te ontwaren. De luchten veranderen doorlopend, soms is het droog, soms driezelt het, soms regent het.

We komen langs het conferentiecentrum Hoorneboeg. Het terrein met gebouwen is eigendom van de Remonstrantse broederschap en wordt geëxploiteerd door de YMCA. We zien hier met het Westerborkpad ook langs gekomen, verder dan het hek kwamen we toen en nu ook niet. We steken weer een weg over die naar Hilversum leidt, daarmee komen we vlak achter de Korporaal van Oudheusdenkazerne langs. Het is de kazerne waar de slachtoffers van de ramp met de MH17 naar toe werden gebracht. De beelden van de stoet van het zuiden naar de kazerne zie ik nog voor mij. Over de Huidecopersweg (of pad of bospad of graspad) komen we aan bij de weg die is genoemd naar Graaf Floris V die de eer heeft om een eigen pad te hebben. Hier hebben we te maken met zijn weg. Verder hebben we ook te maken met steeds donker wordende luchten. Bij het rondkijken zien we ook grote stukken blauwe lucht. Wel blijkt dat het beeld snel kan veranderen door de wind. We zijn hier bij de Egelshoek en gaan nu de Kanaaldijk op. Bij de ingang van erf komen we een mooi welkom tegen. ‘you are now entering … … a stress free zone’. Het ziet er rusting uit, maar blijkbaar is er toch wel enige stress, want het huis en het erf staan te koop.

Aan de zuidkant zien we Westbroekse Zodden, een uitgestrekt veengebied waar nu gewerkt wordt aan natuurontwikkeling, een soort ontwikkelingshulp. We passeren een eendenkooi en lopen langs het Tienhovens kanaal. Af en toe komt een bemodderde fietser ons tegemoet en groet. Aan onze rechterhand zien we de Breukelerveensche- of Stille Plas. Het zicht is niet optimaal, want er is aardig wat begroeiing tussen pad en water. Aan de linkerkant is de Tienhovense Plas, waar de trekakkers nog zijn te zien. In de Stille Plas zijn deze verdwenen. We zijn omringd door water en toch slagen we er in om Tienhoven te bereiken. Vlakbij de kerk nemen we onze toevlucht in Het Olde Regthuys. Niet alleen de buitenzijde heeft een oude (sinds 1657) en authentieke uitstraling, ook de binnenkant is die uitstraling er. Er staat een biljart in het midden van de kroeg. Perzische kleedjes liggen op de tafeltjes. Een foto met kaartende mannen staat strategisch opgesteld. Ook is er een levend tableau van zittende en pratende en drinkende mannen, die later wellicht nog chili con carne zullen nemen. We nemen capuchino en een warme chocolademelk en zien de wereld aan ons voorbijtrekken en het verlden ons inhalen. Het betalen voor de consumptie is een kleine hordenloop want het is niet mogelijk om hier met de pin te betalen. Uiteindelijk lukt het ons om zonder schulden het pand te verlaten.

We verlaten Tienhoven via de Middenweg, die een breed graspad blijkt te zijn. Hier weer een grote afwisseling van luchten, voor ons veel blauw en achter ons (boven Tienhoven) veel donker grijs. Voordat we het in de gaten hebben is de situatie heel snel veranderd en barst precies boven ons een hevige bui los. Het zal wel goed zijn voor het kanaal, de sloten en de plassen hier in de omgeving. (Pas later kom ik er achter dat er in Tienhoven een joodse begraafplaats is, het zogenaamde jodenbosje, met ongeveer 800 grafstenen).

We passeren een voormalig stoomgemaal aan de Machinekade, een paar woningen zijn in de buurt gebleven. Over de Middenweg komen we aan de rand van Maarssen en langs de over van de Vecht. Zo komen we in een heel andere wereld terecht. Langs de Vecht staan vele imposante landhuizen, soms gebouwd door de stedelijke elite uit Amsterdam. Deze elite zocht met name in de zomerperiode een plek met rust en frisse lucht. Vaak hoorden bij de landgoederen een theehuis, waar op gepaste tijden de familie en gasten een kopje thee (of iets anders ) konden nuttigen.  Hier is het theehuis van landgoed Vechtoever, dat theehuis staat trouwens te koop (met het landgoed en het landhuis er bij, het is maar dat u het weet !).

Een van de grote huizen is Goudestein, met op het erf de VVV van de streek en het Vechtmuseum. Wij wandelen verder en komen over het wandelpad langs de Vecht langzamerhand in de bebouwde kom van Maarssen terecht. Het is een verrassing om zo Maarssen binnen te komen. Veel oude huizen, geschiedenis loert om elke hoek. We passeren Huis Raadhoven, waar in vroeger tijden een huissynagoge was. Dit is niet vreemd want in oude tijden hadden veel joden zich in Maarssen gevestigd, soms met een tweede huis, naast hun eerste huis in Amsterdam. Anderen kwamen om een zijdeindustrie op te zetten, maar dat werd tegengewerkt door de bestuurders van de stad Utrecht.

In deze bocht van de Vecht is een brasserie gevestigd, op het terras langs het water heeft de consument een mooi uitzicht naar links en rechts. Bij de brug op de achtergrond gaan we van de route af en gaan nog even door het stadje lopen, weer even begeleid door een enorme hoosbui. Daarna steken we het Amsterdam Rijnkanaal over en wandelen langs de oever naar het station en nemen de stoptrein naar Utrecht en gaan verder. 

Advertentie