Utrechtpad (4) Leersum naar Veenendaal West

Daar zal Jan niet bij hebben stil gestaan. Zijn graftombe is een dankbaar onderwerp en routepunt voor wandelroutemakers. Jan van Nellesteyn liet deze graftombe in 1818 bouwen. Het ontwerp was van de beroemde Jan David Zocher, weliswaar de junior, maar toch. In een paar maanden tijds kom ik voor de derde keer bij de graftombe. Tot eer van de naam van de routemakers vermeld ik hier dat het elke keer via een andere route vanaf de Rijksstraatweg geschiedde. Zal er nog een vierde route zijn, die door mij nog moet worden ontdekt?
Het is een natte dag vandaag. Maar dat kan ons niet ontmoedigen. We lopen door het Breedeveen, nadat we de Utrechtse Baan zijn overgestoken. Het is de eerste keer, maar er volgt nog een tweede oversteek van deze Baan. Een deel van het Breedeveen is heidegebied, hoewel het nu nat is is het droge heide. Hoe dat gaat uitpakken laat ik graag aan anderen over. Via een bezoekersschuur van Staatsbosbeheer komen we bij het Leersumse Veld. In winterse dagen is dit veld al snel dicht gevroren en kan er worden geschaatst. Nu is het weer er niet geschikt voor. Wel is de tijd geschikt voor rust, we komen weinig mensen tegen en iets meer grazers van vrouwelijke kunne. Aan de lange zijde van het Leersumse Veld treffen we een vogelkijkhut aan. We kijken, maar zien weinig vogels. We zien wel veel water, zowel op het veld als in de lucht. Beiden komen mooi samen op het wateroppervlak.  

We nemen afscheid van het Leersumse Veld en via de Heulweg zakken we af naar het zuiden. Buitenmensen zijn bezig om een fietspad van gravel aan te leggen of te verbeteren. De gravelisten zetten het wagentje net op het pad waar wij op willen. Het regent en het is nat, maar onder de oppervlakte is het nog steeds droog. Eén veeg met mijn geschoeide voet laat het droge zand tevoorschijn komen. Er zal nog heel wat meer regen dienen te vallen om de grond te verzadigen.

Vlak voordat wij de grote oversteek over de Ginkelduinse heide wagen treffen we dit aardige paadje aan, ingeklemd tussen prikkeldraad en bomen en bosschages. Hier zien we in de verte meerdere heilopers zich voortbewegen. Vlak voordat we voor de tweede maal de Utrechtse Baan oversteken treffen we een nuttige voorziening aan. Tijdens wandelingen kan het een prangende vraag worden waar we ‘het’ kunnen doen. Soms is een boom beschikbaar, soms dicht struikgewas. We danken de eigenaar van het bos voor de mogelijkheid om aangenaam te verpozen, maar we lopen toch snel voorbij aan deze portocabins (plasplaatsen).  

Er zijn niet alleen wandelaars, we zien een man op een fiets. Een fiets met bagage, veel bagage. Hij lijkt op iemand die een lange route met de fiets rijdt. Op één of andere onverklaarbare manier is hij in dit bos gefietst geraakt. Hij staat stil en controleert allerlei apparaten. Hij rijdt verder. Hij staat weer stil en controleert wederom. Uiteindelijk verdwijnt hij in de verte op het Let de StigterpadIn een bos staan bomen. Soms in het wilde weg, maar meestal netjes geordend. Soms langs een laan. Soms met een doorkijkje. Soms klaar om gefotografeerd te worden. 

Als éénmaal Daniël gaan wij de Leeuwenkuil in. Evenals deze oude profeet komen wij er ongeschonden uit. We zitten in het Zuilensteinse bos en deze plek (precies ten noorden van Amerongen) is in gebruik geweest als zandafgraving. Verwacht echter geen diepe diepten en hoge hoogten. Het is allemaal overzichtelijk en er komen geen duizenden toeristen op af. 

De hoge hoogte passeren we pas bij het hoogste punt van de Amerongse Berg. Wij zijn op de hoogte en wel op 68,9 meter boven NAP. De regen neemt toe en toe. We vinden even verderop een schuilplaats in ’t Berghuis, waar we de zitplaatsen delen met twee zeer grote honden, de een zelfs deels verborgen onder een kleed. Buiten regent het door en door. Het lijkt niet de moeite waard om te wachten op een oase in de regen. We wandelen verder door een erosiedal (hoe kan het anders?). We passeren het wagenwiel van De Manege met een zichtlijn naar kasteel Amerongen. De zichtlijn is niet meer te zien, het is nu een onzichtlijn. Hier ben ik trouwens eerder geweest. Een route met dit wagenwiel was eerder uitgevonden. We komen over de Elsterberg en gaan langzamerhand naar Veenendaal. De route is flink veranderd toen een landeigenaar bezwaar maakte tegen de route die over zijn land liep. In de bebouwde kom van Veenendaal gaan we van de route af en lopen met onze laatste krachten naar het station van West waarin de buurt onze auto staat geparkeerd.     

Een mooie gevarieerde route met bossen en heide en waterpartijen. 

Advertentie