Ik ben aangekomen op het station van Steenwijk na een NS wandeling in de prachtige natuur ten noorden van de stad, de bossen en de weilanden en het landgoed De Eese. Op de weg naar het station heb ik mij voorgenomen ook nog even Steenwijk in te gaan. Een toren steekt hoog boven alles uit en dat wekt ook mijn belangstelling. Wanneer ik voor het station sta, aan de stadszijde, zie ik een informatiebord, waar informatie op staat over de vesting Steenwijk. Er blijkt zelfs een route te zijn. Ik besluit de route te gaan volgen. Zo hoop ik meer van de stad te leren kennen, bijzondere plaatsen te zien en de omgang van de vesting te kunnen maken. Voordat ik bij de vesting ben zie ik al iets bijzonder. Liever gezegd, ik zie het in drievoud. Een huis met de naam ‘Villa Botha’, daarnaast ‘Stein’ en daar weer naast ‘De Wet.’ Nog voordat ik in de geschiedenis van Steenwijk duikt, ben ik terecht gekomen in Zuid Afrika. Drie fraaie huizen met elk een naam van een Boerenleider. Zijn deze huizen gebouwd in de tijd van de Boerenoorlog, waarin de Boeren vochten tegen de Britse wereldmacht? Heeft Paul Kruger ook een huis gehad? Alle drie huizen zijn ontworpen door B. Rouwkema, met Jugendstil-elementen.
Even verderop kom ik aan op de vesting. De vesting brengt mij tot grote hoogte, met uitzichten en dieptewerking. Langs de randen van de vesting en de bijbehorende gracht staan nog af en toe fraaie huizen die wijzen op tijden van welvaart. Het valt mij op dat de route over de vesting goed is aangegeven. Op veel plaatsen staan heldere infoborden die mij helpen om iets van de geschiedenis te vatten. Een geschiedenis waarin ook een tijd zat waarin de vesting niet meer de zin van het verdedigen met zich droeg en daardoor werd bedreigd door langzame afbraak. Ik kom zelfs op het hoogste punt van de vesting. De grashelling hier wordt onderhouden door een groepje schapen, dat zich al heeft overgegeven aan vaste paadjes op de hellingen.
Ik maak een klein, heel klein, uitstapje naar de beroemde Villa Rams Woerthe, met daarbij het park in Engelse landschapsstijl. Ik laat het park voor wat het is en ga verder met mijn route.
Een volgend markant punt doet mij denken aan het Westerborkpad. Het een een herdenkingsplaat aan de muur waar ooit de synagoge van Steenwijk stond. Het pand is er niet meer. Hoe zouden we dit anno 2017 doen? Ook het pand laten afbreken? Een poging doen om het gebouw te bewaren en te herstellen en een herbestemming te geven? Een herdenkingsplaats? Een ontmoetingsplaats? Gelukkig is er zorgvuldig omgegaan met de Joodse begraafplaats die er nog steeds is.
Het lijkt er op dat elke zichzelf respecterende stad tegenwoordig een hospice heeft. Een goede zaak om zorgzaam om te gaan met de mens die het einde van zijn of haar leven ziet naderen. Een plek om voor mensen te zorgen. Een plek om waardig naar het einde van het leven toe te leven. Hier in Steenwijk is Hospice Het Riemkehuis.
Van verre had ik al tijdens mijn NS wandeling de kerk in het midden gezien. Het is de Grote of Sint-Clemenskerk. Deze kerk heeft oude papieren. Rond het jaar 900 stond op deze plek al een houten kerk. Voor een blik in de kerk kun je hier kijken voor fraaie foto’s. Inmiddels heb ik de vestingroute er op zitten. Leuk om dit nog te hebben gewandeld. Ik zwerf nog wat door de oude kern en ga dan op weg naar het station. Daar is wat bijzonders gaande, in ieder geval voor mij. De ene Chinese na de andere Chinese treinreiziger komt aanzetten. In de gemeente Steenwijkerland ligt het beroemde Giethoorn en dit Giethoorn is uitermate populair bij Chinese toeristen. Steenwijk is het station dat het dichtst bij Giethoorn ligt en is een mooie invalshoek voor die verre toerist. Het overgrote deel van de reizigers dat de trein instapt is Chinees (ik zeg dit zonder paspoorten te hebben gecontroleerd). Zal Steenwijk binnenkort een buitenwijk van Giethoorn zijn?