In de vroege morgen laat ik Hond uit. Nevel hangt over de weilanden. Wanneer ik in Heusden de bus uitstap schijnt de zon. We zitten nog steeds in een mooie nazomer (of een vroege herfst). Voordat ik afscheid neem van vesting Heusden kijk ik achterom en zie de oude huizen en de geschiedenis. De vesting is een plaats om naar terug te komen om met meer tijd rond te wandelen en te genieten.
Ik wandel de vesting uit en laat het oude Heusden achter mij. Ik loop door de fraaie uitlopers van water- en grondwerken van de vesting. En dan tref ik tot mijn verrassing aan: Oudheusden. Er is blijkbaar een verschil tussen het oude Heusden en Oudheusden. Wanneer ik rondkijk meen ik te mogen opmerken dat Oudheusden beduidend jonger is dan Heusden.
Via enkele drukke wegen kom ik op een laan die ver weg is van alle drukte, meer dan twee kilometer lang loopt dit geasfalteerde fietspad rechtdoor. Ik loop deze mooie weg door schaduw en licht.
Eén van de hoogtepunten van deze Kooilaan is de eendenkooi. Het is de eendenkooi Ter Kwak. Ik zal hier geen flauwe grappen gaan maken over de nabijgelegen eendenkooien Ter Kwik en Ter Kwek.
De eendenkooi ligt op het gebied van Natuurmonumenten. Er komen in dit gebied veel smienten en wintertalingen voor. Het is maar dat u het weet.
Aan het einde van de Kooilaan neem ik mijn eerste lunchpauze. Het is op de grens met de Zeedijk. Bij mijn eerste etappe liep ik ook al over een Zeedijk. We hebben veel dijk en veel zee. De Zeedijk, weer een geasfalteerd fietspad, is een mooie dijk, beschaduwd door grote bomen en mooie uitzichten, bijvoorbeeld over enkele wielen.
Ter hoogte van Elshout besluit ik om niet van de route af te gaan, op zoek naar een Maria Kapel hier in de buurt. Ik besluit de route te vervolgen, maar niet nadat ik gekeken heb naar een kunstwerk, dat de naam “Schaal tafel” draagt. Het is een symbool voor de vruchtbare opbrengst van de land- en tuinbouw in Elshout, zoals het bordje aan de voet van de tafel mij duidelijk maakt. Deze tafel is één in een serie van drie. Dit kunstwerk is in 1997 geplaatst en is van de hand van Tine van de Weijer.
Het is duidelijk dat ik het Groene Hart al enige tijd achter mij heb, want ik nog maar zelden een molen. Gelukkig staat aan het einde van de Zeedijk, bij de ingang van Drunen een heuse molen. Het is een korenmolen, maar ik betwijfel of deze molen nog maalt. Het is een party-restaurant. De eerste molen op deze plaats dateert van 1383. Nu wordt er gefeest en gevierd. Even verderop loop ik langs café Westhoek (in de routebeschrijving worden zelfs de openingstijden vermeld !), dat een verlaten indruk maakt.
Ik vervolg mijn weg langs de westkant van de bebouwde kom van Drunen. Het pad wordt gelukkig omzoomd door een groenstrook. Na ruim een kilometer op deze Heistraat daal ik af naar rechts en ga uiteindelijk de Baardwijksche Overlaat in, een mooi natuurgebied. Ik raak aan de praat met een man die hier al dertig jaar wandelt. Hij haalt herinneringen op aan de tijden dat hij hier zwom, dat er nog niet overal hekken stonden. het was een open gebied. Hij kwam hier voor zijn rust en is er nooit meer weg gegaan. Ik kan me er veel bij voorstellen.
In dit gebied van Natuurmonumenten zijn veel wandelbankjes. Ik maak er geen gebruik van, want ik heb net voordat ik het gebied inging mijn tweede lunchpauze gehad. De rust van de Lange Wiel geeft een mooi spiegelbeeld. Een beeld van rust, moge het bewaard blijven.
Ik kom uit bij een kanaal. Een afwateringskanaal. Vooraf had ik verwacht dat er wel een verkeersweg zou gaan langs dit kanaal, maar wat ik tref is prachtig. Een onverhard pad onder bomen, met rechts het kanaal en links bospartijen en weilanden, en af en toe een fietser met een hond. Het is een mooie afsluiting van dit traject. Bij de brug die mij naar het zuiden en de Drunense Heide zal brengen sla ik af naar het noorden en loop naar de bebouwde kom van Drunen. Daar wacht ik op de bus die mij naar het bos van de hertog zal brengen. In deze stad zwerf ik nog even rond en pelgrimeer naar de Sint Jan, waar ik een tijd in stilte zit.