
De wind jaagt schraal door de Betuwe wanneer wij aankomen in het centrum van Lienden. Bij de parkeerplaats staat een bord voor vertrek en aankomst van dit Klompenpad. Twee jaar geleden woonden er nog geen 6.000 mensen in dit fruitdorp, enkelen van die 6.000 wagen zich naar buiten. We beginnen onze wandeling in stilte, want zij die zich buiten wagen houden hun mond. Het Wapen van Lienden kijkt ons aan met gesloten luiken. Op het trottoir van de Dorpsstraat ontwaren wij vier struikelstenen. Eén van deze stenen is ter nagedachtenis aan Ellie Frank, tijdens de tweede wereldoorlog het enige joodse meisje in het dorp. Haar ouders waren ondergedoken in augustus 1942 bij een boer in Kesteren. Ellie werd ondergebracht bij het dienstmeisje van het gezin, Judith van de Berg. De burgemeester haalde Ellie uit dit huis en de plaatselijke agent bracht Ellie naar Den Haag. Op 17 september 1942 werd Ellie omgebracht in Auschwitz. Wanneer wij het hoge hervormde kerkgebouw zijn gepasseerd komen wij langs het rustige schoolplein van de Sterappel. Op het schoolplein staat een tweedelige sokkel, met daarop een bronzen beeldje van een meisje dat Ellie Frank voorstelt. Wij vervolgen de Papestraat en wanneer wij aankomen bij de Rijndijk, ligt de Rijndijk naar rechts in de zon en de Rijndijk naar links in de schaduw. Wij gaan naar links, vergezeld door een gure wind. We draaien met de weg mee langs de Nieuwe Waaij. Of de Nieuwe Waaij bovenop de Oude Waaij ligt is mij niet bekend. We dalen af naar lagere sferen op de Beemdsestraat, passeren, met enig oponthoud, een minibieb, om daarna de beemden in te gaan. Het grasland wordt bevolkt door schapen die hun ontlasting her en der hebben geplaatst tussen de grassprieten. Even opletten. We steken een sloot over en vervolgens een wetering. Verschil dient er te zijn. Dan ligt voor ons de Bontemorgen: een smal geasfalteerd weggetje met aan weerszijden huizen en tuinen in allerlei soorten en maten. Een bijzondere gemeenschap.

Van de Bontemorgen gaan we de Rijndijk op. Dat wil zeggen we blijven onder aan de tenen van de dijk lopen. Dat bespaart ons botsingen met indrukwekkend grote verkeersdeelnemers. Net wanneer wij de Marsdijk willen opgaan valt ons oog op reclame voor de Boerenliefde van Tom. Nog 200 meter te gaan, meldt het bord, naast enkele smakelijkheden. Of Tom de afstand nauwkeurig heeft uitgemeten blijft in het ongewisse. We besluiten toch om naar de Boerenliefde te gaan. En na precies 200 meter (of iets meer of iets minder) zien we een vergelijkbaar bord bij een boerderij en wij dalen af naar het erf. Daar doet iemand een deur open. Het is niet Tom, misschien zijn boerenlief. Wij wandelen door naar daar (we zijn nu duidelijk over de 200 meter). Binnen zijn enkele dames gewapend met de wandelgids van het Romeinse Limespad. Bij het zien van ons gaan zij spoedig naar buiten. Hierdoor is er voor ons ruime keuze voor tafel en bijpassende stoelen. Het is een gezellige ruimte. Balken op de juiste plek. Veel ijs te verkijgen. Hooi rust tegen de nok. Hoewel er geen ruimte op het menu is voor warme chocolademelk (zonder slagroom) wordt het toch klaar gemaakt. Naast het drinken is er ook een hapje te nuttigen. We raken aan de praat met de vrouw die ons van het nuttige voorziet en zij blijkt, bij navraag, de boerenliefde van Tom te zijn. Zij vertelt ons over openingstijden, die wisselen met de seizoenen. Eén dag is duidelijk: zondag is een rust dag. “Dan luisteren we naar de dominee.” Twee fietsers zijn inmiddels binnengekomen (zonder fiets) en hebben zich aan een tafeltje geplaatst. Zelfs Tom laat zich zien en meldt dat die 200 meter nattevingerwerk is. Wanneer meerdere werkgevers en werknemers aan een tafel gaan zitten wordt het tijd voor ons om te vertrekken.
We lopen terug naar de Marsdijk. Over een karrepad verlaten wij de Marsdijk en steken de Oude Rijn over. De Nieuwe Rijn is hier vlakbij. Twee auto staan op het karrepad en een man en een vrouw lopen door de uiterwaarden. De vrouw draagt iets onherkenbaars met zich mee. Wij lopen verder over het karrepad dat gelijk op loopt met de Marsdijk. En dan worden wij gepasseerd door die twee auto’s van eerder. Er gebeurt hier altijd wat. Wij komen terug op de Marsdijk en gaan de Drosseweg in. Links en rechts zijn waterpartijen. Op de T-splitsing gaan wij links en blijven zo op de Drosseweg. Tussen de Drosseweg en het water zijn bomen en bossages en visplekken en een pad dat bij het Klompenpad hoort. We komen geen vissen tegen en het aantal vogels is laag. Bij de Remsestraat komen wij terug op het asfalt. Op de hoek met de Vicarieweg heeft een ‘sport’visser zijn werkbus voor gietvloeren precies in de bocht neergezet. Wij maken nauwelijks gebruik van de Vicarieweg want wij gaan de velden en de beemden en de boomgaarden in. We komen uit op de Hogeweg en dan gaan we de Rosmolenweg in, dan om een naamloze plas heen, dan de Hoge Dijkseweg, langs een vakantiepark met Betuwse Hofjes. Verderop nog een natuurcamping. Voor de verandering komen wij nu bij de Rijndijk.

Bij de Rijndijk is de mogelijkheid om een korte versie van dit Klompenpad te lopen. Wij echter dalen af naar het beroemde Aalst. De speeltuin met zitbank is helaas gesloten wegens timmerwerken aan de ingang. Een rood-wit lint maakt het ons nog duidelijker. Hoe komt de jeugd van Aalst nu aan haar vertier? Wij gaan dan maar door over de Burgemeester Houtkoperwerg en steken, zonder het in de gaten te hebben, de Linge over. Wat een sufhoofden zijn wij! We hebben ons gesprek gericht op de horecamogelijkheid bij een weggetje naar links. Op de kaart van het klompenpad staan een mes en een vork. We komen bij zorgboederij Hoog-Broek. We kunnen thee en koffie krijgen en als het meezit een koekje. Vandaag zit het niet mee en is er geen koekje. Wel is er een cirkel van houten tuinstoelen opgesteld in een cirkel in de zon. Daar spreken wij onze meegebrachte voedselvoorraad aan en drinken de thee en de koffie. Ieder op eigen wijze. We worden keurig geholpen door één van de jonge dames op de zorgboerderij. Na deze pauze lopen wij verder over het paadje en groeten de medewerkers die zich ophouden bij de paarden en in de moestuin. We moeten goed opletten om de Provincialeweg over te steken. Bij de eierboer Verbeek gaan we de weg die aan de linkerkant ligt op. Over een pad door de velden de Vogelenzangseweg op, vervolgens over het terrein van een boomgaard, waar een man in een busje met aanhanger ons wijst op de grasstrook naast de betonplaten, daar dienen wij te wandelen, ook goed. Dan over de rand van een weiland. Bij de Hoogmeien weer langs de rand van een weiland, langs een hoge uitkijktoren en langs fruitbomen. Hier wordt nog volop geoogst. Karretjes rijden over de smalle lanen en mensen plukken met de hand de appels. Buiten het bereik van karretjes met grote kisten vol fruit ga we even pauzeren in het gras terwijl de zon schijnt en pinken toekijken vanuit het genabuurde weiland. Dan gaan wij binnen bij het Appelcafé. Daar is net een feest beëindigd (wij komen dus te laat), maar wij mogen nog naar binnen. Wij worden bediend terwijl wij op een diepe leren bank zitten met voor ons een tafeltje met boeken onder een glazen dekplaat. Eén van de boeken is een beroemde van A. den Doolaard over De Duivenplukkers. Hier in Ommeren gaat het meer over De Appelplukkers. Vroeger gingen Nederlandse jongeren naar Frankrijk om druiven te plukken. Tegenwoordig komen Oosteuropese jongeren naar de Betuwe om appels te plukken. Het café, grote café, is gezellig ingericht. Vanaf deze dag is er alleen gelegenheid voor feesten en partijen. We praten er over wat een feest is en wat een partij is. We merken dat de horecagelegenden op het platteland in het najaar en in de winter de wandelaar en fietser niet met open armen ontvangen. We staan weer buiten en plotseling steekt de wind op en op. Op de weg vallen takken uit de bomen. Zijn er ook wandelhelmen? We gaan over het terrein van het Streekmuseum (met horeca, bijvoorbeeld Appelkoek voor €1), steken de drukke weg over en komen langs de voormalige woning van baron van Brakell van het Streekmuseum, door een tuin, langs een boomgaard, waar we bijna omver gereden worden door een karretje met aanhangers en met chauffeur dat tussen de appelbomen tevoorschijn komt. Over de Achterstraat dringen we diep door in het dorp Lienden. Via een achterafpaadje (veel gebruikt door hondenuitlaters) en een parkje met carillon komen wij bij het einde van het begin. Wederom een mooie wandeling door de Betuwe.

Lienden
Gemeente Buren (Betuwe)
Klompenpad
Batouwepad
16 kilometer
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Aha, ben pas in Buren geweest. En plaatsnamen met ‘waaij’ komen daar blijkbaar meer voor.
LikeLike