
Terwijl boven mij het verkeer over de A1 raast en voor mij de auto’s en de fietsen over het Zuidereind en door de tunnel gaan, besluit ik om op stap te gaan voor de tweede etappe van deze dag. Onder het viaduct is het relatief koel. Daarbuiten wordt het steeds warmer. De middag is aangebroken. Het blauwe zwerk laat zich in al zijn glorie zien. Links van mij staan boten geparkeerd op het droge, rechts zijn dieren welkom in een pension en in een kennel. Het gaat om viervoeters, maar ik vermoed dat het niet om giraffes of neushoorns gaat. Ik wandel langs het Nationaal Bureau Sport Stimulering (nooit van gehoord), een vrouw in een auto verlaat het erf en rijdt vlak voor mij de weg op. Ik steek de N414 over en volg een smal pad langs de oever van de Eem. Ook hier dien ik op te letten voor kuilen in het pad. Het riet staat hoog, zodat ik weinig water zie. Ter hoogte van een maatschap kom ik op de dijk. Maar daarvoor gebeurt er iets. Een hond staat op het pad en loopt snel terug naar zijn baasje die op een bankje zit. Vanaf zijn positie bij zijn baasje komt hij (de hond) blaffend op mij afgerend. Hij doet niets, roept het baasje. Ik zie hem naar mij toe rennen en hoor hem blaffen, probeer ik nog. Alleen een dode hond doet niets, denk ik dan maar. Wanneer ik verder ga groeten wij elkaar begrijpend, het baasje en ik. Ik vervolg mijn weg over de dijk.

Waar de polderweg iets polderinwaarts gaat kan ik mijn weg vervolgen door de uiterwaarden van de Eem. Via een tekstbord word ik er op geattendeerd dat ik op het pad dien te blijven en niet af te slaan naar de weg, om daar via de tuinen van aanwonenden uit te komen. Dit pad betekent wel dat ik klaphek na klaphek door ga. Blijkbaar heeft elke aanwonende een reep land tot aan de oever. Ik klap een hek open en kom op een perceel met twee paarden, een rennende hond en een man (jonger) en een man (ouder). Het lijkt er op dat de hond (ja, weer een hond) bij de mannen hoort. De paarden hebben zich strategisch opgesteld bij het volgende klaphek. De mannen zijn bezig met een bootje aan de oever. Ik probeer mijn weg tussen de paarden te vinden. De man (oudere) roept dat ik goed op moet passen. Het zijn niet zijn paarden, maar ze kunnen een flinke trap uitdelen. Onhandig genoeg ben ik achter een paard langs gelopen, dat had ik beter niet kunnen doen. Ik kom toch uiteindelijk door het klaphekje wanneer de man (oudere) voor de derde of vierde keer zegt dat ik goed moet oppassen. Dank u. Dank u, roep ik meerdere malen. De man blijft waarschuwen. Om hier een kwartiertje te staan en dank u, dank u te roepen naar de man (oudere) zie ik niet zitten. Ik loop verder totdat ik privé-borden tegenkom en naar de asfaltweg wordt gedirigeerd. Op de Eemdijk wordt het warmer en warmer. Het dorp Eemdijk is een lintdorp met fraaie huizen en kerken naar keuze. De veerpont over de Eem is druk bezet. Het eetcafé Ootje Eppie is gesloten. Ik had wat gerekend op een verfrissing in de schaduw.

Ik vervolg mijn weg over het hete asfalt. Fietsers en auto’s gaan mij voorbij. Ik kijk naar bouwprojecten, waar hier nooit een einde aan komt. Plots zie ik op mijn routekaart dat ik nog 11 kilometer te gaan heb. 11 Kilometer??!! Dat kan toch niet. Ik kijk nauwkeuriger en zie de lijn van route ergens anders gaan dan waar ik nu loop. Ik had langs de aanmeerplek van de Fietsboot door de Bekaaide Maat moeten lopen. Aangezien de route even verderop bij De Veldmuis op mijn weg terugkomt besluit ik om door te lopen op het asfalt. Bij nummer 2 van de weg kan ik het fietspad aan de linkerzijde op. Bij de toegangsweg naar het pad tot de Palendijk staan twee koppels fietsers uitgebreid met elkaar te praten. Een palendijk was een versteving van de bestaande dijk, die niet voldoende bleek om het water tegen te houden. Zulke palendijken kwamen op vanaf de 15e eeuw. Ik loop tot de palendijk (reconstructie, neem ik aan) en passeer twee fietsen op het pad. Twee jochies staan op het houten pad boven het water van het Eemmeer. Hun hengels staan in de aanslag. Wanneer zij recht voor zich uit kijken kunnen zij het water van de Eem zien stromen in het Eemmeer. Ik loop terug langs de pratende koppels en zet koers naar Spakenburg. De route blijft de Westdijk volgen langs de voetbalvelden van IJsselmeervogels en Spakenburg (de rooien en de blauwen, de groenen zijn te vinden in Eemdijk). Waarom er niet is gekozen voor een route langs het water tot aan de havenpier en dan naar de oude haven, is mij een raadsel. Ik kom uit bij Het Spui, de bekende vishandel daar is gesloten. Het is ook tijd om snel het Spuiplein over te lopen want over enkele minuten vertrekt de buurtbus naar Nijkerk. In de verte zie ik twee van dergelijke busjes staan en vertrekken. Ben ik te laat?. Is de bus te vroeg of te laat?

Pieter & Coby Metz
Wandelen door de Gelderse Vallei
etappe 7
Baarn, Viaduct A1 naar Spakenburg
11 kilometer
of bestel bij Gegarandeerd Onregelmatig (klik hier), waar je de gids ook kunt inzien.
Klik hieronder voor de bewegende beelden:
https://www.relive.com/view/vMq5wkxpr8O
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Beste Willem,
Wat leuk dat je onze route loopt! Met veel plezier lezen we je wandelverslagen. Het pad langs het water naar de pier is inderdaad een verbeterpunt. Wellicht bij een volgende druk van het boekje. Succes met de volgende etappes!
Vriendelijke groet,
Pietet en Coby
LikeLike
beste mensen,
met veel plezier loop ik jullie wandelingen. Het is ook mooi in de buurt.
dank voor jullie reactie.
hartelijke groet,
LikeLike