Neem je jouw wandelstok mee, vroeg Wandellief.
Ik was nog niet begonnnen aan mijn eerste etappe op de Heuvelrughike.
Want je komt door wolvengebied, voegde zij er aan toe.
Mijn wandelstok zorgt soms voor contact met medepadbewoners.
Misschien gaat dat ook lukken met wolven die op pad zijn.
De eerste twee etappes heb ik mijn wandelstok niet hoeven te gebruiken om wolven van mijn lijf te houden.
Het zou kunnen zijn dat de derde etappe een ander verhaal oplevert.

Mijn start ligt bij het Kontakt der Kontinenten waar ook jongelui van het mannelijk geslacht de eerste stappen hebben gezet op weg naar het priesterschap. Wat rest van het gebouwen is een conferentiecentrum en hotel. Het Cenakel. Dit is een voormalig nonnenklooster. De naam Cenakel verwijst naar de eetzaal waar de nonnen samenkwamen voor het avondeten. Een bekendere naam voor deze eetgelegenheid is refter. Het klooster werd in 1939 gebouwd voor de Congregatie van de Heilige Geest van de Altijddurende Aanbidding. De dames verhuisden in 1999 naar Utrecht waar zij aan de Sint-Willibrordusstraat 34 klooster Cenakel begonnen.
Mijn weg gaat niet naar Utrecht, maar volgt een lang recht pad tussen het terrein van Cenakel en Landgoed De Oude Tempel aan mijn rechterhand. De laatste bladeren van de herfst hebben zich verzameld op de grond. De lange laan brengt mij naar het zuidelijke deel van de bebouwing van Soesterberg. Met behulp van de Kampdwarsweg steek ik de A28 over, dan kruis ik de Verlengde Slotlaan (ooit heb ik in Zeist gewoond aan de Slotlaan, hier is dus het verlengde in het bos). De route kiest zorgvuldig allerlei bochten, meestal haaks. Zo kom ik door de bossen van de Kozakkenput. De Kozakken die wij kennen van het Kozakkenveer over de IJssel. Die Kozakken hebben wat afgevochten, in ons land hielpen zij om de Fransen te verdrijven. Een klein eindje over de Oude Postweg, over het Laantje Zonder Eind, dat tot in de bebouwing van Zeist gaat. Hier heb ik heel wat kilometers afgelegd. Maar niet teveel gemijmerd over het verleden. Nu ga ik langs grafheuvels totdat ik uitkom bij Wallenburg. Deze naam hangt samen met de wallen in het gebied en de burg is genoemd naar De Bergh zoals Soesterberg oorspronkelijk heette. Hier stond lang geleden een hofstede die was gebouwd door Jean Marie D’Amblé. JM was een vluchteling uit Frankrijk, vanwege zijn protestantse geloofsopvatting was hij zijn leven niet zeker onder het Franse bewind. De put die hij sloeg is nog steeds te zien. Wat er is gebeurd met Jean Marie is mij niet bekend.

Na nog enkele haakse bochten, een paar kleine heideveldjes, een chinook net boven de bomen kom ik in de gevarenzone. Bij de Oude Driebergseweg ga ik het landgoed Den Treek Henschoten op. Maar dit doe ik pas nadat ik een uitgebreide waarschuwing en bijpassende handleiding heb gelezen dat aan een paal is bevestigd. Met grote letters staat er bovenaan: WOLVENLEEFGEBIED. Ik grijp mijn stok wat steviger vast. Mijn omgeving bekijk ik nauwlettend. Nog (?) niets te zien. Met duidelijke stap ga ik verder het landgoed op. Hoe ik ook kijk, hoe ik ook luister, mij valt niets op. Al wandelend kom ik bij de piramide van Austerlitz. Weer een Franse erfenis. De Franse generaal de Marmont liet zijn manschappen in het jaar 1804 boven op een al bestaande heuvel nog wat zand gooien om het tot tot een piramidevormig geheel te maken. De Marmont was met zijn baas Napoleon naar Egypte geweest en had daar piramides aanschouwd. Wat die Egyptenaren kunnen kan ik ook, moet hij hebben gedacht en hij zette zijn mannen aan het werk. Uiteraard werd de hoop zand met daarop een houten obelisk naar hem genoemd. helaas voor de generaal werd de berg later herdoopt tot Austerlitz omdat zijn baas (nog steeds Napoleon) een grootse overwinning had behaald bij het dorpje Austerlitz in het huidige Tsjechië. Aan de overzijde van de weg tussen Zeist en Woudenberg kom ik langs de Koepel van Stoop. Deze Koepel is genoemd naar Johannes Bernardus Stoop, de eigenaar van het Landgoed De Laagt die het in 1840 liet bouwen. Omdat zijn dochter Anna Aleida trouwde met Aernoud Jan De Beaufort (weer Fransen) kwam zijn landgoed te vallen onder het bewind van Den Treek Henschoten. Ik begin uit te kijken naar een geschikt bankje om te pauzeren. Langs meerdere huizen (o.a. ’t Berghuis) op het landgoed kom ik, maar geen bankje te bekennen. Langs de brede onverharde weg De Laagt vind ik een kleine boomstronk waar ik op kan zitten. Plots komen er allerhande mensen langs met honden. Kilometers lang niemand gezien en nu komen mensen uit allerlei hoeken en gaten. Een mandarijn. Een banaan. Een kom warme thee. Dit alles is voldoende om verder te gaan op mijn weg.

Van De Laagt kom ik op De Hoogt. Eerst langs een paar kleine huizen (met veel auto’s) en dan langs een groot open terrein. Aan het einde zie ik het huis De Hoogt. Dan verder door de bossen, met her en der kleine huizen en grote huizen, zoals ’t Stort. Langs een doorgaande weg ga ik het spoor en de snelweg A12 onderdoor. Even verderop is het rechtsaf want ik ga naar de Zanderij Maarn. Met een andere wandeling liep om de gehele zandafgraving, maar deze route blijft aan de zuidzijde. En daar is-ie dan! De fameuze trap met 180 treden (ik heb de treden niet geteld) die mij naar de Maarnse Berg brengt en bij Landgoed Stameren. De Amsterdammer Willem Gerrit Wendelaar (niet Wandelaar!!) kocht dit gebied in 1903 van de familie d’Ablaing van Giessenburg (weer die Fransen). Willem had blijkbaar goed verdiend met zijn werk als commisionair in effecten. In de jaren na 1903 liet hij het landhuis Stameren bouwen. Later kreeg het huis allerlei verschillende functies. Ik kan rustig doorsjouwen op het Landgoed. Na een tijdje steek ik de N227 over en kom op een ander landgoed, namelijk Zonneheuvel. Het landhuis werd door Joost van der Poorten Schwartz gebouwd, of liever hij liet het bouwen. Het landgoed had hij al in 1884 gekocht. Joost had ook een schuilnaam, namelijk Maarten Maartens, onder die naam schreef hij meerdere boeken in het Engels, die zeer goed werden verkocht (behalve in Nederland). Het huis heet nu het Maarten Maartenshuis en binnen wordt aandacht besteed aan zijn literaire werk. De vakorganisatie CNV heeft hier op het landgoed het Slotemaker de Bruïne Instituurt (SBI), dat cursussen aanbiedt voor het kader van de CNV. Daarnaast zijn er nog veel organisaties die een plek hebben gevionden op het landgoed. Er is trouwens ook een hotel. Ik ga op weg naar de uitgang om op zoek te gaan naar de bushalte. Die vind ik. Eén keer per uur gaat er een bus naar Amersfoort. Volgens mij heb ik net de bus gemist, maar dan klinkt een toeter. Het is de chauffeur van de bus die mij wakker schudt. Ik kan instappen na een mooie wandeling.

Soesterberg naar Zonneheuvel, Doorn
Heuvelrughike, etappe 3, 18 kilometer
Uit het boek:
Marianne Wildenberg – Heuvelrughike. Wandelen door uniek stuwwallenlandschap
uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig, augustus 2022
Deze wandelgids met naast de routekaarten en de routebeschrijving veel extra informatie over het gebied kun je HIER bestellen.
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
‘Refter’ is bij ons het alledaagse woord voor de eetzaal in schoolgebouwen.
LikeLike