
Vanaf ons hotel lopen wij over de brug die vele spoorlijnen overspant. Aan de Münchersteinstrasse staat een tramhalte vanwaar op gezette een tram naar het station van Dornach-Arlesheim gaat. Bij de kaartjesautomaat lukt het niet twee kaartjes te kopen. Een behulpzame Zwitserse dame vertelt ons dat die automaat niet goed werkt en adviseeert ons gewoon in te stappen, dat gaat zij ook doen. Zo worden wij op zondagmorgen zwartrijders, met Bazelse steun. Opvallend is dat de kaartjes in het Openbaar Vervoer gebonden zijn aan bepaalde tijdstippen. Koop je om acht uur een kaartje, dan is dat kaartje twee uur geldig vanaf het moment van de aankoop. Ik vermoed dat deze werkwijze een verholen poging is om mensen een Zwitsers horloge aan te laten schaffen om zo bij de tijd te zijn.

Naast het station (trein, tram, bus) van Dornach-Arlesheim is een Bäckerei, Konditorei & Café, met de fraaie naam Sutter Begg. Hier kopen wij elk een beker drinken en een goed gevulde broodje. Proviand voor onderweg, want we hebben niet ontbeten. We lopen onder het spoor door en gaan over de Arlesheimerweg en de Bruggweg om daarna te kiezen voor de Hügelweg. Dat laatste is te merken in het landschap want de weg gaat hier omhoog. We zijn van plann de heuvels in te gaan. Hoe de route zal zijn weten we nu nog niet. We kunnen een rondje lopen en zo terugkomen in Dornach. We kunnen ook naar een ander dorp lopen om vandaar naar Basel te gaan. Aan de rand van dit dorp ligt een bijzonder complex van meest vrijstaande huizen met bijzondere vormen. Dit is het Goetheanum, een complex van woningen, opleidingen, archieven van de anthroposofen. Sommige gebouwen zijn al meer dan honderd jaar oud. We passeren enkele woningen die door Steiner zelf zijn ontworpen in 1924. Hier klopt het wereldwijde hart van de anthroposofen, die in Nederland voornamelijk bekend zijn door de Vrije Scholen, zowel basisscholen als middelbare scholen Het is hier rustig, afgezien van een enkele hondenuitlater. Of de hier aanwezige honden anthroposofisch getraind worden weet ik niet. .

We hebben ons inmiddels voorgenomen om naar Gempen te wandelen. De naam van het dorp komen we op vele bordjes tegen. Langzamerhand komen we steeds hoger en we zijn de bebouwde wereld inmiddels uit. We wandelen door verstilde bossen en zien enkele wandelaars. Wij zijn de enige die stokken bij zich bezig en gebruiken. Op weg naar Gempen verandert het strijdplan. We gaan eerst naar een uitkijktoren in de buurt van Gempen. Daar heet het Gempenturm. Wanneer we op een meervoudig kruispunt staan en de kaart in ogenschouw nemen, komt een man ons achterop, die wij eerder zijn gepasseerd. In vloeiend Engels geeft de man hoe wij het beste kunnen wandelen om bij de toren uit te komen. Kinks, rechts, een steile trap aan de rechterhand op en dan .. Het klopt allemaal precies en wij komen bij de toren. Bouwlieden zijn bezig in het naastgelegen restaurant, dat op 753 meter hoogte ligt. Om in de toren te kunnen klimmen heb je een munt van 1 Frank (van Zwitsers gehalte) nodig. Zoonlief gaat op pad om munten te scoren. De man in het restaurant steekt zijn hand in een broekzak en haalt een handvol munten er uit. Twee munten? vraagt hij nog. Eén is voldoende, zegt mijn zoon. Ik denk niet dat mijn vader omhoog gaat. Hij heeft gelijk. Hij gaat alleen omhoog. Achteraf erkent hij dat het daar boven wiebelig is. Het kostte enige moeite om de omgang op te komen. We nemen plaats op een bankje uit de wind. Het blijkt hier een verzamelplaats van wielrenners en mountainbikers te zien. Eén zit er op een bankje, een ander komt puffend boven en klokt zijn tijd. Een volgende komt nog puffender boven. Twee andere komen te voet.

We gaan op pad en hebben eerst een neerwaarts traject voor de boeg. de weg gaat aanvankelijk in oostelijke richting. Zo komen we langs de noordkant van Gempen. We passeren een groot bosbouwbedrijf, waar de stapels hout hoog opgestapeld zijn. Grote machines staan op het terrein. Wij wandelen naar de Sulzkopf-Hütte, een groet gesloten van hout opgetrokken hut. Het geet de indruk van een feesthut op hoogte. Vanaf hier en vanuit de meerdere barbecueplaatsen hebeben wij prachtige uitzichten op de stad Basel. We zien vliegtuigen opstijgen aan de andere kant van de stad. We herkennen kenmerkende punten in het Baselse silhouet. De zon schijnt, maar er dreigen wolken onze kant op te komen. In twee stromen komt een driegeneratiegezin naar één van de barbecueplaatsen gewandeld. Tassen van allerhande winkels dragen de mensen met zich mee. Een barbecueplaats wordt gekozen en het werk kan beginnen. Wij maken ons uit de voeten. Na de bossen komen we nu in een dal, eerst afdalen, dan weer omhoog. Het is een Heidi en Peter landschap (zonder Milka-koeien).

Hier is het groen van de weilanden, de vruchtbomen, wat vee (niet groen) en van de wijngaarden. We proberen een weg te vinden die aan de andere zijde van het dal niet recht omhoog gaat. Zo maken wij slingers door het landschap. Wij passeeren een 125 jaar oud tuincentrum van Dobler. Even verderop gaat een lange betonnen trap naar boven. De uitzichten zijn prachtig. Uiteindelijk komen wij uit op de Burghaldenstrasse, die wij uitlopen tot de Höhenstrasse, dan buigen wij naar links af, passeren een slagboom. Dan is het even zoeken naar het juiste pad om verder omhoog te komen. Zoonlief heeft gezien dat hier drie ruines op de bergrand staan. Driemaal een Wartenberg ruïne

Wij beginnen met de achterste ruïne. Het is hier verbonden te kamperen, maar je mag er wel barbecuene. Dat gebeurt dan ook. Drie mensen zijn met vuur aan het spelen. Een vierde man komt juist uit de toren die wij in willen. Deze toren is aardig goed onderhouden, al zit één houten tree niet goed vast. De luchten zijn dreigend, maar we wandelen nog droog. Op naar de middelste ruïne. Een vierkante toren, de poort is te bereiken over een brug over de droge restanten van een gracht. Binnen in is een brede houten trap die via meerdere niveaus naar boven gaat. Ik kom boven en ik schrik onmiddelijk, in een flits noteer ik een lage borstwering. Ik ga onmiddelijk naar beneden. Zoonlief blijft nog even boven en geniet van het uitzicht. Volgens hem is er boven een plek waar ik best had kunnen staan. We wandelen verder en komen uit de Vordere Ruine. Het is een beetje druk. Een grott gezelschap is bezig bij een barbecueplaats. Volwassenen en kinderen lopen her en der rond. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is hier nog een extra verdediging gebouwd, die later deels tot ontploffen is gebracht.
Vanaf de laatste ruïne zijn wij snel aan de rand van de bebouwing van Muttern. Meerdere wandelaars hebben nog het plan om de bossen en de ruïnes in te gaan. Wij slingeren ons door de buitenwijken met een grote verscheidenheeid aan architectuur. We komen uit bij het station van Muttern en nemen vandaar de tram (inclusief kaartjes) naar de stad Basel.
We hebben een mooie wandeling acdhter de rug, met fantastische uitzichten en maar een paar druppels regen.
Zwitserland – omgeving Basel – Dornach-Arlesheim naar Muttenz – 16.3 kilometer

Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ik doorgrond de diepere reden van deze maatregel niet.
LikeLike
Is me aan de Lahn in Duitsland ook opgevallen. Een treinkaartje aan de automaat is maar 2 uur geldig. Vreemde gewoonte…
LikeLike