De Grote Om Staverden

De duisternis wordt langzaam aan de kant geschoven door de dageraad.
Verweg en hoog zie ik daarvan de eerste tekenen.
Nu kan ik elk bord dat mij wijst op zonsondergang en zonsopgang met een gerust gemoed passeren.
Wanneer ik het hok met witte pauwen bij kasteel Staverden passeer komen twee vrouwen mij tegemoet. Zij gebruiken een snelle pas, maar blijven net onder de snelheid van snelwandelaars. Zij hebben toch de tijd en de adem om mijn groet te wedergroeten. Voorbij Huize Boszicht ga ik de Oude Gardenseweg op, een oude weg die stamt uit tijden dat wegen onverhard waren. Rechts van mij is een Kleine Kolonie. Op de hei tussen grafheuvels rennen honden heen en weer. Baasjes sloffen langzaam voort. Wie laat wie uit? Ik loop langs de oostzijde van het dorp Elspeet. De zonne der gerechtigheid straalt al boven dit dorp. De bosranden en de bossen verlaat ik bij de Noorderheide. Aan de rand van deze heide tref ik een prachtige bank aan met een groot tafelblad. ter herinnering aan 25 jaar Wandelplatform – LAW. Een aantal organisaties hebben krachten noch geld gespaard om hier iets moois neer te zetten. Het is mij nog iets te vroeg anders was dit een historische plek voor een bekertje thee. Gezien de afstand die ik vandaag wil lopen wil ik na 11 kilometer pauzeren. Het zijn er 12 wanneer ik een geschikte boomstronk vindt om op te gaan zitten. Ik zit tussen de Noorderheide en de weg van Nunspeet naar Vierhouten. Er is weinig verkeer. Een wandelaar met kinkapje kom ik voor de tweede keer tegen. Een wederzijdse groet klinkt over de grote stille heide.
Na mijn pauze ga ik verder naar het noorden en passeer een vinex-locatie aan de zuidkant van Nunspeet. Ik bespeur een lichte toename in het aantal fietsers dat ik tegenkom. Aan de noordkant van de Noorderheide ga ik richting het westen waar ik al snel wordt opgeslokt door de bossen, die hier geen specifieke namen hebben. De N310 steek ik over zonder kleerscheuren en door nog meer bos kom ik bij de Westeindsche Heide. Handig om de heidegebieden te vernoemen naar kompaspunten. Bij een zandverstuiving ter hoogte van Hulshorst (dat aan de andere kant van snelweg en spoorlijn ligt) vind ik een restant van een wandelbankje. Er is nog voldoende restant over om op te gaan zitten. Het geluid van de snelweg wordt grotendeels overstemd door de wind die in mijn gehoorapparaten blaast. Ik zit bovenop een zandhelling en de zandvlakte daalt voor mijn voeten af. Een grote vlakte waar zich nu niemand begeeft. Wanneer ik thee heb gedronken en brood heb gegeten maak ik mij klaar om te vertrekken. Op dat moment loopt een echtpaar achter mij langs. Er zijn dus mensen die het er op wagen om door de woestijn te lopen. Ik daal af en volg het spoor van mijn route. Op het vlakke gedeelte komt een groep van zes dames mij tegemoet lopen, maar zij lopen ook langs mij heen. Mijjn groet wordt nauwelijks beantwoord, verzonken als zij zijn in hun gedachten en gesprekken. Bij Nieuwe Groeneveld waar je de barriere van snelheid kunt overwinnen om aan de overzijde van snel- en spoorweg te komen hebben een paar mannen het zich gemakkelijk gemaakt. Kampeerstoeltjes voor de noeste werkers die hier iets te doen hebben.

Aan de andere zijde van het bos dat ik ben ingegaan bevindt zich weer een zandvlakte: het Hulshorsterzand. Ik heb dat goed gedaan. Precies in het midden van mijn wandeling heb ik de zandverstuivingen gepland. Zwoegend door het mulle zand ga ik verder tot ik bij een observatiepunt kom, waar ik kort observeer. Ik kan tussen de berkenstammen doorkijken naar dit mooie gebied. Nadat ik de Hulshorsterheide ben overgestoken, met af en toe een wandelaar als medemens, kom ik in het stroomgebied van de Leuvenumschebeek. Het waterpeil in deze beek staat hoog. Dat ziet er goed uit, maar ook is de vraag: voor hoelang? Mijn tocht slingert verder door het Leuvenumsche Bos. Kilometer na kilometer. Bij de toegangspoort van Landgoed Het Roode Koper (met restaurant* en hotel****) houd ik halt. Na ruim 34 kilometer voel ik dat het tijd wordt voor een pauze. Nu heb ik nog een kleine tien kilometer te gaan, dan ben ik hopenlijk voor zonsondergang bij mijn start bij zonsopgang. Er is flinke belangstelling voor het rode koper, want auto’s (waaronder een taxi) rijden af en aan.
Na mijn pauze, de laatste van deze wandeling, loop ik een eindje de Jonkheer Doctor C.J. Sandbergweg af, totdat ik bij de ingang van Landgoed Ullerberg kom. Allerlei bordjes (meerdere met het woord GOLF) staan er langs de paden die er vanaf de ingang te zien zijn. Ook een bordje met ‘Verboden toegang‘, maar dergelijke bordjes staan wel vaker op plekken waar zij niet thuis horen. En de route wijst mij een weg over dit landgoed. Ik heb mijn lichte twijfels, maar ik loop verder. Bij de eerste schuur komen net twee mannen naar buiten. Ik groet hen. Even verder hoor ik: Zit u in een huisje? Even denk ik nog: dat zegt de ene man tegen de andere man. Maar dat vermoeden blijkt wankel en ik doe een paar passen terug. De ene man is een medewerker van dit landgoed. Het blijkt dat ik hier niet mag wandelen. Ook mag ik hier niet fietsen, maar in mijn rugzak zit geen vouwfiets. De jongeman is bereid tot meedenken om te zien op welke manier ik in Staverden kan komen. Het landgoed beslaat een groot gebied. Dat betekent toch een flinke afwijkling van mijn geplande route. Ik verlaat het landgoed dat twee golfterreinen heeft, het ene is van de bekende soort met greens en zandafgravingen, het andere is van een bijzondere soort en is op een heideterrein. Buiten de poort bekijk ik nogmaals de kaart en besluit te wandelen naar restaurant De Zwarte Boer en vlak daarvoor de weg naar rechts te nemen waar fietsers en wandelaars mogen komen. Bij de ingang van de weg staat een slagboom van Landgoed Leuvenum. Er lopen enkele wandelaars. Door deze weg te volgen hoop ik ergens verderop weer op de geplande route te komen. Ik zie markeringen van een Klompenpad. De weg wordt smaller, maar er is geen enkel beletsel om verder te gaan. Dan ben ik weer op mijn route en ik loop gerust verder. Dat duurt helaas niet lang. Het pad dat ik linksaf wil nemen is afgesloten. Daarachter gaat een Rustgebied voor het wild schuil. Ik loop verder over het fietspad en probeer het bij de volgende afslag naar links. Daar staat geen bord. Vooruit dan maar, misschien kan ik via een omweg komen waar ik wil komen. Ik zie geen wild, maar wel een gesloten hek op het punt waar ik verder wilde gaan. Uiteindelijk vind ik langs de Postweg een hek. Bij dat hek komt ook het fietspad uit. Ik volg de Postweg naar het oosten en kom uit bij de kapel van Staverden, met daartegenover het Tolhuis. Tegenover het kasteel probeer ik nog een gedeelte van mijn route op te pakken, maar daar stuit ik op een bordje Privé. Het bordje ziet er niet zeer officiëel uit, maar ik besluit om te keren. Ik slaag er toch nog nog in om een bosperceel door te steken, om voor zonsondergang bij mijn startpunt te zijn.
Het is een mooie wandeling. Het zijn gebieden waar je lang kunt dwalen (met af en toe een hek waar ik niet overheen kan).

Staverden – De Grote Om Staverden – 42 kilometer

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.