
Het is bijna een rechte lijn naar het zuiden, maar op een landkaart staan weinig rechte lijnen, dus wij slingeren naar het zuiden tot wij aankomen bij de parkeerplaats van het Station Hoevelaken. Een paar auto’s staan gereed om de bestuurder na een treinrit mee naar huis te nemen. Wij steken via de smalle weg de snelweg A1 en de spoorlijn over. De weg hier kent een beperking in de tijd voor autoverkeer, maar zoveel auto’s komen hier niet langs, eerder landbouwverkeer. Links en rechts van het asfalt zijn weiden met paardebloemen en andere kleurende bloemen. Schapen lopen in een wei. In een stal staan koeien, die ook het verlangen naar grazige weiden kennen. Aan de overkant staat de winkel van ‘Snowcountry’, daar is in de omgeving niets van te merken. De takken springen open, blaadjes laten zich voorzichtig zien. Kleuren kijken naar buiten in de zon. Zelfs geen schaduwhoekje onder koude bomen met sneeuw. We steken de Esvelderbeek over met droge voeten.

Bij de volgende beek, de Barneveldse Beek, slaan we linksaf en gaan we onverhard pad op tussen oude bomen door. Een doek tussen twee bomen maakt ons er op attent dat we de kraamkamer van de natuur binengaan. We kijken uit naar beschuit en muisjes. Maar stel dat er muisjes in de kraamkamer zitten?! Of een ooievaar op haar nest die wacht op de komst van kleine ooievaartjes? Hier zou het allemaal kunnen gebeuren. Wandellief vertelt dat zij heel vroeger nog heeft gezwommen in de Barneveldse Beek, of althans een poging daartoe heeft gedaan. Daarna kon zij meteen op zwemles gaan. Nu zwemt er niet veel in de beek. Vlak over het water zwermt een wolk stilte. Wij gaan van dikke boom naar dikke boom. Wanneer wij een bruggetje overgaan en op landgoed Emelaar komen loopt een man langs de beek met een loslopende hond. Zou die hond ook welkom zijn in de kraamkamer? Of verwacht die hond zelf opgenomen te worden in deze kamer?

Landgoed Emelaar ziet er uit als een nieuw landgoed. Wanneer we in het open veld komen zien we drie grote en nieuwe huizen aan de rand van het landgoed. Eén enorm pand is nog in aanbouw. Vanaf de huizen is er een geweldig uitzicht over het landgoed. In één van de huizen is een ‘lodge’ (ja, ook hier spreekt men Engels) waar kamers te huur zijn. Een licht opgehoogd houtsnipperpad brengt ons door het natte veld en we komen uit op de Emelaarseweg, waarlangs oudere huizen en oudere boerderijen staan die was behapbaarder zijn dan de nieuwbouw. Zo hebben we de rust van het landgoed achter ons gelaten en kijken uit over rijen blauwebessenstruiken. Hier vlakkbij zetelt een blauwebessenhandelaar.

Vandaag is het precies een week geleden dat er Dodenherdenking was. Wandellief en ik liepen op de ochtend van de dag langs de struiklelstenen in het dorp. Vlakbij de oprit van een boerderij hangt een bord ter herinnering aan dienstplichtig wachtmeester Jacobus Franciscus van Heumen die hier in de buurt sneuvelde op 12 mei 1940. Hij maakte onderdeel uit van het 1e Regiment Huzaren. In zijn dagelijks leven was hij timmerman en hij was op 18 januari 1940 getrouwd en hij ging met zijn Gerda in Ankeveen wonen. Graag had hij in het leger gewerkt met paarden (waar ben je anders huzaar voor?), maar hij werd ingedeeld bij een eskadron wielrijders. Eerst werd Van Heumen begraven op een kleine begraafplaats bestemd voor zwervers, later werd hij herbegraven op het kerkhof in Kortenhoef, in het dorp waar hij was geboren.
Aan de andere kant van de oprit is een vrouw bezig in haar voortuin. Onkruid verwijderen, voordat het je boven het hoofd groeit. Wandellief en tuinvrouw praten over kleuren en de tijd van het jaar en de knoppen. Over schaduwplekken en zonplekken. Ik begeef mij fatsoenshalve niet in een discussie over tuinen. Op de achtergrond horen wij een koekoek een naamgenoot roepen.

We komen op onze weg weer bij de Barneveldse Beek die wij voor de tweede keer oversteken en we gaan nu met de beek aan onze linkderhand verder. Vlakbij de stuw in de beek nemen we een pauze aan de oever van een ander water en kijken uit over het weiland. We gaan vervolgens een lange laan in, met hoge statige bomen. Dann komen we uit bij boerderij De Korte Niep. Het vooraanzicht is de moeite waard om even bij stil te staan. Stilstaan bij de deze voorgevel kan al sinds 1870 toen deze boerderij werd gebouwd. Al rond 1600 stond hier een boerderij. In de oprit van een verscholen huis is de firma Copijn bezig met het snoeien van bomen. Even verderop slijpt een man de kartels van zijn kettingzaag. Wij komen uit op de Stoutenburgerlaan, waar wij eerder op deze ochtend liepen. Wij worden ingehaald door een vader met drie kinderen die hun bagage op de fiets hebben. Zij beginnen aan de steile beklimming van de weg die over spoor en snelweg gaat. Wij volgen dit keer niet de weg, maar gaan via het bovenstation en de loopbrug en de trap naar het parkeerterren.
Hoevelaken, Groene Wissel 558 – 7 kilometer
Waar is de tijd dat je in beken en vennen gewoon kon zwemmen?! 🙂
LikeLike
Ik heb mensen in het vroege voorjaar wel zien zwemmen in de Lek. Een keer een was een vrouw net op de kant van de Kromme Rijn na een zwempartij. Het gebeurt nog wel.
LikeLike