We komen hem tegen, kort nadat wij aan onze wandeling begonnen zijn in Wijhe. Hij staat in de kou in een houten hokje naast de imposante kerk die genoemd is naar Onze Lieve Vrouwe Onbevlekt Ontvangen (1871). Er is ruimte in overvloed in het voorportaal van de kerk, maar onze heilige Anthonius is buiten de deur gezet. Vroeger stond hij wel binnen, beschermd tegen regen en zon en straffe wind, om nog maar niet te noemen de aanvallen van sneeuw. Van de kerk werd Anthonius verbannen naar het verwarmingshok, dat scheelt een flink aantal graden. Maar nu staat hij in zijn eigen kapel. Dag en nacht bereikbaar voor ouderwetse en moderne devotie.
Naast de kerk staat een basisschool in de rooms katholieke traditie (genoemd naar de heilige Jozef) en daarnaast is een heemtuin. In 1971 begon plaatsgenoot Jan Veerman (geen heilige ?) met de aanleg van Heemtuin ÍJsselflora’, als een reddinsgoperatie van de planten die het loodje dreigden te leggen bij de verbeteringen aan de IJsseldijk. Twintig jaar later is de naam aangepast ter ere van Jan “Veermans Hof”. Een vrouwelijke vrijwilligster vertelt ons over de bijzondere groenten die in een perk het aardse gewoel ontstijgen. Zij wijst ons op het Vrome Hoekje, waar o.a. hemelsleutel, monnikskap, Judaspenning en rozenkransje de broodnodige verdieping aanbrengen.
Via het centrum en de Nicolaaskerk komen wij aan bij de jachthaven van Wijhe. Een vaartuig baggert modder en een man fiets voorbij, het veer gaat heen en weer tussen Wijhe en Heerde, Salland en Veluwe worden verbonden. Wij gaan niet mee met de grote oversteek, maar lopen door de uiterwaarden naar het noorden, deels over gras, deels over een fietspad. Ter hoogte van de Schaasbergerenk dalen we af naar de rivier en gaan zitten op blokken om een lunch te genieten. Hier hebben we mooi zicht over de rivier, bijna op waterniveau. Schepen gaan stroomafwaarts en schepen gaan stroomopwaarts.
We volgen het fietspad over de dijk en hebben zicht op de IJssel die sneller gaat dan wij. In Herxen nemen we (voorlopig ?) afscheid van het glanzende lint. De spoorlijn wordt dwars gepasseerd en even verder op steken we de Rijksstraatweg over. We lopen nu de Bremmelerstraat in, verderop aan deze straat staat boerderij De Mars. We komen er helaas niet langs en maken er geen foto van. Deze boerderij hoorde ooit (sinds 1437) bij het klooster van de Zusters des Gemenen Levens te Diepenveen. We hebben daar de kerk gezien die ooit de kapel van het klooster was. De boer op De Mars moest in oude tijden pacht betalen aan het klooster, maar ook aan de bisschop te Utrecht.
Onze weg leidt naar het noorden. We wandelen langs de Soestwetering, waar ooit de broeders van Windesheim aan hebben gegraven, in de tijd dat het graafambacht nog in ere werd gehouden. In dit gebied werden in het Overijsselse voor het eerst windmolens gebruikt en dat doet mij deugd. Of de man op de fiets die ons aanspreekt ooit een greppel heeft gegraven weet ik niet. Hij heeft wel andere kwaliteiten, namelijk een paar uitgesproken meningen. Hij is niet zo dol op Sallanders, terwijl hij zelf Sallander is. Verder is hij van mening dat een vrouw aan het aanrecht hoort, mijn wandellief heeft daar een andere mening over. Wanneer deze Sallander verder is gefietst hebben wij weer stof tot gesprek.
Wanneer we via een brug de Soestwetering zijn overgestoken komen we op het erf van landgoed Windesheim. Via een slingerend pad op de grens van bos en weiland komen we aan bij de Rijksstraatweg, die we in noordelijke richting volgen, op zoek naar een bushalte. Tegenover de bushalte staat een oude brouwerij, die in bedrijf gehouden werd door de lokale kloostergemeenschap. Nu heerst er een andere geest in het gebouw. De plaatselijke hervormde gemeente huist hier en houdt iedere zondag tweemaal een kerkdienst. Nu is er rust rondom het gebouw. Of er ergens in een hoekje van het kerkgebouw nog bier wordt gebrouwen weet ik niet. Volkomen nuchter stappen we de bus in.
Geert Grootepad – Wijhe naar Windesheim – 13 kilometer