Ik parkeer onze auto op de parkeerplaats van het Doornse Gat. Dit is geen verwijzing naar de omvang van het dorp Doorn, dat hier in de nabijheid ligt. Ik ga op pad en na een paar passen merk ik dat er iets niet klopt. Ik kijk naar beneden en zie dat ik mijn gewone schoenen nog aan heb. Ik had mijn wandelschoenen klaar gezet, maar een vlaag van vergeetachtigheid deed mij verder lopen op wat ik al had aangedaan. Ik loop maar door, steek de Leersumsestraatweg over en ga de Buntlaan in en ik ben meteen op het uitgestrekte landgoed van Sandenburg.
Mijn schoenen leveren nog geen problemen op, want de ondergrond is vooral bevroren, waar eerder moddergedeelten waren is de modder verstijfd door de invloeden van de inkomende vorst. Onderwijl geniet ik van de prachtige omgeving met lange lanen. Ook in dit jaargetijde is het mooi om te zien hoe de jaren en decennia en zelfs eeuwen rustig aan het werk zijn. De gemeente Doorn heeft sportvelden aan de rand van de route.
Dit komt nauwelijks in mindering op de fraaie optrekjes die hier een plek hebben gevonden in het struweel. Het ene huisje staat dichtbij de weg, een ander huis heeft zich terug getrokken en de eenzaamheid opgezocht. Een imposante entree doet erger vermoeden.
De lange lanen brengen mij naar nieuwe plaatsen. Een bordje doet mij even vermoeden dat het hier de toegang is verboden maar dat blijkt bij nader inzien nog wel los te lopen.
Even voorbij het bordje ga ik weer door een lange laan. Eén van de aardige dingen van deze wandeling is dat ik een tijdje op kan lopen met Gerrit Achterberg. Deze dichter is afkomstig uit Nederlangbroek, waar hij in 1905 werd geboren. Zijn leven heeft een invloedrijk stempel gekregen door deze streek, en met name door de orthodox christelijk geloofsbeleving. In dit milieu speelde de geschriften van oefenaar Wulfert Floor (1818 – 1876), die werd geboren in het nabij gelegen Driebergen, een belangrijke rol. De vader van Gerrit was eerst koetsier bij de familie van Lynden van Sandenburg, later werd hij boer. In deze omgeving heeft de jonge dichter gezworven, hij kende de plaatsen en de mensen. Dit alles heeft geleid tot een klompenpad, waarbij je in zijn voetsporen loopt. De route die ik nu volg valt op enkele gedeelten samen met dit klompenpad. Zo gebeurt het dat ik meerdere gedichten van Achterberg tegen kom tijdens mijn wandeling. Het is mooi dat zijn gedichten niet verloren zijn.
Vaak is een wildschut een plaats hoog boven de grond, vaak onder de bescherming van een grote boom. De jager blijft in de beschutting, maar heeft wel een goed zicht. Nu tref ik bij een boerderij een laag geplaatste wildschut. Tussen twee planken door kijk ik naar binnen. Ik zie bladeren. Ik zie een lege drankfles. De fles van het merk Safari heeft hier zijn reis beëindigd. Misschien was de laatste slok ook wel het einde van de jacht.
Op het landgoed liggen de velden stil in de vroege vrieskou. De velden zijn wit, niet om te oogsten, maar om te genieten. Aan de einder staat het woonhuis van de familie van Lynden van Sandenburg. Nog even doorlopen door een perceel bomen. Maar eerst verder lezen in het werk van Achterberg.
Dichterbij dan dit kan ik niet komen. Het oude huis, maar wel uitstekend opgeknapt, ligt stil en wit. De zon schuift langzaam dichterbij.
Het valt niet mee om een landgoed winstgevend te maken. Eén van de oplossingen hier is om veel kantoorruimte te verhuren. De parkeerplaats is ommuurd en valt zo weg in het statige landschap.
Aan de andere kant van Sandenburg kom ik uit op de Langbroekerwetering (de wetering werd al in de 12e eeuw gegraven), een lange weg met een rijke geschiedenis van rijkdom en invloed, van oud geld en nieuwer geld. Ook de Fenteners van Vlissingen hebben hier een optrekje. Maar eerst kom ik langs de fraaie poort van Groenestein. Dit was in vroeger tijden een ‘kasteel’ (dat wil zeggen: een versterkt huis), daar is niet veel meer van over, en het perceel hoort nu bij Sandenburg.
Blijkbaar kan er op vele dieren jacht gemaakt worden op dit landgoed, de gevaarlijke teken zijn ook aanwezig. Of ze ook in dit jaargetijde aanwezig zijn?
En nu een wildschut (of een hoogzit) die wil de hoogte in is gegaan. Op een kruispunt van een aantal percelen weiland en wat begroeiing kan de jager in alle rust zitten. Ik ben niet naar boven geklommen om de drankvoorraad te controleren.
Mijn weg gaat door de weilanden en ik merk dat mijn schoenen niet voorzien zijn van GoreTex. Het vochtgehalte neemt toe.
Op de Buntlaan tref ik een boom aan die schreiend zijn handen naar de hemel heft.
De lange laan brengt mij terug naar de parkeerplaats van het Doornse Gat. Weer een mooie wandeling, er is veel om te zien, de rust was nadrukkelijk aanwezig en de zon, de zon was er gewoon.
Rob Wolfs en Ad Snelderwaard – Wandelen over de Utrechtse Heuvelrug – uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig 2016 (wandeling nummer 10: 11 kilometer)
Voor meer informatie over deze gids en bestelmogelijkheid, klik op Gegarandeerd Onregelmatig.